ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ5477
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hennepkwekerij en ontbinding huurovereenkomst; beoordeling van feitelijke omstandigheden en risico's
In deze zaak vorderde de stichting Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL (hierna: SWS) de ontbinding van de huurovereenkomst met gedaagde, die sinds 3 februari 2003 de woning huurde. De vordering was gebaseerd op de ontdekking van een hennepkwekerij in het gehuurde pand, waarbij de politie op 17 september 2012 zeven moederplanten en 401 stekken aantrof. SWS stelde dat de aanwezigheid van de hennepkwekerij, samen met andere omstandigheden zoals illegale stroomaansluitingen en brandgevaar, voldoende reden was voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning.
Gedaagde betwistte echter de claims van SWS. Hij stelde dat de hennepkwekerij zich niet in zijn woning bevond, maar in de schuur, en dat hij niet op de hoogte was van de activiteiten van een oud-collega van zijn vrouw die de kwekerij had opgezet. Gedaagde ontkende ook dat er groeimiddelen of scharen in het pand waren aangetroffen en stelde dat er geen illegale stroom werd afgetapt. Hij voerde aan dat er geen risico's of overlast waren en dat er geen betalingsachterstand was.
De kantonrechter beoordeelde de argumenten van beide partijen en concludeerde dat de feitelijke omstandigheden niet zwaarwegend genoeg waren om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter oordeelde dat de risico's en overlast die SWS aanvoerde, niet voldoende waren om de ontbinding te rechtvaardigen, vooral gezien het belang van wonen voor de gedaagde. De vordering van SWS werd afgewezen, en SWS werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.