ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ5147
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechter in deelgeschil en hoger beroep in civiele procedure
In deze zaak heeft de kantonrechter te 's-Hertogenbosch op 19 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek van Achmea Schadeverzekeringen N.V. om tussentijds hoger beroep toe te staan tegen een eerdere beschikking van 17 oktober 2012. Achmea, de verzekeraar van de aansprakelijke partij, heeft verzocht om toestemming voor hoger beroep, omdat de beslissing in het deelgeschil cruciaal is voor de schadevergoeding die X. heeft geleden na een ongeval op een bouwplaats. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bevoegdheid om toestemming voor hoger beroep te verlenen ligt bij de rechter die de hoofdprocedure behandelt, in dit geval het team Handel van de rechtbank Oost-Brabant, en niet bij de kantonrechter die de beslissing in het deelgeschil heeft genomen. Dit is in lijn met artikel 1019cc, lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat hoger beroep tegen een beschikking in een deelgeschil alleen kan worden ingesteld met toestemming van de rechter in eerste aanleg die de hoofdprocedure behandelt. De kantonrechter heeft de zaak daarom doorverwezen naar het team Handel van de rechtbank Oost-Brabant voor verdere behandeling en heeft de beslissing over de proceskosten aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak. De uitspraak benadrukt het belang van een efficiënte procesvoering en het voorkomen van vertraging door tussentijds hoger beroep tegen deelbeslissingen.