ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ4549

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/025065-02 Verlenging TBS
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met psychische aandoeningen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 maart 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld wegens de delicten moord en moord. De rechtbank heeft de TBS met één jaar verlengd en de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aangehouden. Tijdens de zitting zijn vier deskundigen gehoord, die hun bevindingen over de psychische toestand van de betrokkene hebben gepresenteerd. De deskundigen concludeerden dat de eerdere diagnose van schizofrenie onjuist was en dat er vermoedelijk sprake was van psychotische ontregelingen in het kader van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). De rechtbank heeft de veiligheid van anderen als reden voor de verlenging van de TBS aangevoerd, ondanks de adviezen van enkele deskundigen die pleitten voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De rechtbank heeft besloten om de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden voor de terugkeer van de terbeschikkinggestelde in de maatschappij, waarbij de rechtbank de zaak voor maximaal drie maanden aanhield. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de terbeschikkinggestelde, waarbij de rechtbank de noodzaak van een zorgvuldige en verantwoorde terugkeer naar de maatschappij benadrukte.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector strafrecht
BESLISSING VERLENGING TER BESCHIKKINGSTELLING
Parketnummer: 01/025065-02
Uitspraakdatum: 11 december 2012
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 21 augustus 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld.
Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van het gerechtshof Arnhem
d.d. 20 augustus 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank d.d. 31 juli 2012, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 augustus 2012, 26 november 2012 en 11 december 2012, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van [kliniek] d.d.12 juli 2012;
- de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het rapport van psychiater M.A. Westerborg van 20 december 2011;
- het rapport omtrent de ter beschikking gestelde van psycholoog E.H. Ameling d.d. 30 juli 2012. (Dit rapport is opgemaakt op verzoek van de raadsman mr. J.A. Huibers).
De beoordeling.
De ter beschikkingstelling is toegepast ter zake van "moord" en "moord", terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van FPC [kliniek] is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
" Uit oude psychiatrische gegevens blijkt dat patent langdurig is behandeld met een hoge dosering medicatie bij de diagnose schizofrenie. Achteraf moet worden geconcludeerd dat deze diagnose onjuist was en er hier vermoedelijk sprake was van enkele periodes met psychotische ontregeling in het kader van een posttraumatische stress stoornis,(PTSS) heimwee en acculturatieproblemen bij een zich verslechterende huwelijksrelatie.
Parketnummer: 01/025065-02 2
[terbeschikkinggestelde]
Patiënt blijft in de afgelopen periode onverminderd positief de samenwerking aangaan met het behandelteam en functioneert nog altijd stabiel met de huidige structuur en begeleiding. Sinds enkele maanden praktiseert hij onbegeleide verloven, welke naar tevredenheid verlopen, en is hij conform behandelplan onlangs overgeplaatst naar een preresocialisatie- afdeling. Gebleken is dat de beeldvorming die een bepaalde, veelal stellige, woordkeuze van patiënt met zich meebrengt, belangrijk is voor het verloop van een gesprek rond een twistpunt. De taalbarrière lijkt derhalve van invloed op de wijze waarop het contact met patiënt op dergelijke momenten wordt ervaren. Dit is een belangrijk aandachtspunt evenals de verminderde lichamelijke conditie van patiënt, hetgeen de nodige invloed heeft op de continuïteit van zijn dagbesteding. Het houden van een goede balans tussen draagkracht en
-last is hierin voor patiënt van groot belang. Hij is zich hiervan bewust en neemt hierin veelal ook zijn verantwoordelijkheden. 0ok de problemen rondom zijn financiën is een belangrijk aandachtspunt binnen het resocialisatietraject. De behandeling en geboden structuur hebben patiënt goed gedaan. De eerder gediagnosticeerde psychotische stoornis is zonder medicatie langdurig in remissie.
De verwachting is dat patiënt binnen de rust, structuur en begeleiding van [kliniek] goed blijft functioneren. Vooralsnog wordt uitgegaan van een redelijke Ik-sterkte en dat vooral
in zeer uitzonderlijke omstandigheden er sprake zal kunnen zijn van psychische ontregeling. Derhalve zal onderzocht moeten gaan worden hoe hij zich gedraagt en ontwikkelt wanneer de structuur van [kliniek] geleidelijk meer naar de achtergrond verdwijnt en hij zich toenemend op de buitenwereld gaat oriënteren. Vanaf zijn huidige afdeling [naam] zal bij goed functioneren binnen afzienbare tijd een transmurale machtiging ten behoeve van resocialisatieafdeling de [naam] worden aangevraagd. Bezien zal worden wat dan het niveau van functioneren van patiënt is en of hij uitgeplaatst kan worden naar een voorziening in het zuiden van het land, alwaar zijn netwerk zich bevindt, of dat voortzetting van het traject richting de transmurale voorziening in [plaats] gewenst is. Met name het verloop van de behandeling in de transmurale fase zal voor langere periode goed gemonitord dienen te worden. Tijdens het gehele traject is het bovendien van groot belang om te monitoren of eventuele PTSS-klachten en cognitieve vervormingen opspelen bij toename van stress en vermindering van begeleiding en structuur. Bovengenoemd traject is noodzakelijk om de kans van slagen op een zorgvuldige en verantwoorde terugkeer van patiënt naar de maatschappij te vergroten. Al met al is de inschatting dat hiervoor nog minimaal twee jaren nodig zullen zijn. Op grond van bovenstaande wordt geadviseerd de TBS met 2 jaar te verlengen."
Ter terechtzitting van 29 augustus 2012 heeft de deskundige R.E.J. Ziel, psycholoog, optredend namens FPC [kliniek], gepersisteerd bij het advies van de inrichting.
De raadsman mr. J.A. Huibers, heeft bij de behandeling ter terechtzitting van 29 augustus 2012 aangevoerd dat het gerechtshof Arnhem in zijn uitspraak van 20 augustus 2012 het uitgesloten acht dat in het geheel geen sprake is geweest van psychotische ontregeling zoals psycholoog Ameling in zijn rapport van 30 juli 2012 veronderstelt en dat het gerechtshof dit standpunt niet verder uitlegt. De raadsman stelt dat psycholoog Ameling in zijn rapport heeft overwogen dat verschillende deskundigen zijn cliënt hebben onderzocht en dat zij tot verschillende conclusies komen, die tegengesteld zijn en ver uit elkaar liggen. De raadsman heeft de rechtbank verzocht deze deskundigen op zitting te horen over hoe de verschillende conclusies tot stand zijn gekomen en welke nu de juiste is. Dit om vast te kunnen stellen of er sprake is van een stoornis die van invloed is op de vraag of er sprake is van recidivegevaar en in het verlengde daarvan of een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aan de orde is.
Parketnummer: 01/025065-02 3
[terbeschikkinggestelde]
De rechtbank heeft daarop het onderzoek van de zaak ter terechtzitting van 29 augustus 2012 geschorst voor maximaal drie maanden, teneinde de deskundigen Ameling, Westerborg, Weijmar Schulz en De Jong ter zitting te horen.
Omdat de te horen deskundigen niet eerder dan 11 december 2012 ter terechtzitting aanwezig konden zijn, is de zaak pro forma behandeld op de terechtzitting van 29 november 2012, waarbij de zaak bepaald is aangehouden tot 11 december 2012 voor het horen van genoemde deskundigen.
Ter terechtzitting van 11 december 2012 zijn de deskundigen Ameling, Weijmar Schulz en De Jong gehoord. De deskundige Westerborg is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Door de raadsman is afstand gedaan van het horen van deze deskundige.
De deskundige E.H. Ameling, psycholoog, heeft bij de behandeling ter terechtzitting zakelijk weergegeven, verklaard.
Als er van PTSS bij betrokkene sprake is geweest, dan is deze ontstaan door het delict zelf en komt het beeld dichter bij een tijdelijke acute stressstoornis dan bij een posttraumatische stressstoornis. De in het begin gestelde diagnose bij betrokkene is niet goed geweest en die diagnostische overweging is vervolgens steeds door de opvolgende behandelaars overgenomen.
Zoals betrokkene nu functioneert, zie ik geen stoornissen of afwijkingen.. Ik begrijp niet waarom de kliniek een verlenging van twee jaar vraagt. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging is alleszins verantwoord.
De deskundige J.C.A. Weijmar Schulz, psychiater, heeft bij de behandeling ter terechtzitting zakelijk weergegeven, verklaard.
Betrokkene draagt zijn verleden mee. Mijn conclusie is dat betrokkene door zijn komst naar Nederland boven zijn kunnen werd belast en dat niet heeft kunnen verwerken, waardoor hij vreemd gedrag is gaan vertonen. Dat vreemde gedrag heeft geleid tot een psychiatrische behandeling. Toen is er - in retrospectief bezien - een foute diagnose gesteld door de behandelend psychiater. Volgens eerder uitgebrachte rapporten is sprake geweest van een psychotische stoornis. Hiervoor is hij meermalen opgenomen geweest. Betrokkene kreeg een buitengewoon hoge dosering medicatie voorgeschreven. In de tijd voor het plegen van het delict lijkt het erop dat hij in één keer met alle medicatie is gestopt, waardoor mogelijk alle remmen zijn weggevallen. Mogelijk heeft dit mede geleid tot het plegen van het delict door betrokkene, waarvoor betrokkene volledig ontoerekeningsvatbaar is verklaard. Dit gebeurde op basis van een stoornis die hij naar mij idee niet heeft. Naar mijn oordeel is er bij betrokkene geen sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Alle volgende behandelaars van betrokkene hebben voortgeborduurd op de onjuist gestelde diagnose. Dit is op zich niet ongebruikelijk en begrijpelijk, maar daardoor is de informatie heel verwarrend. Ik heb zelf, sinds hij bij ons in de kliniek zit, vanaf 2008 weinig of niets gemerkt van een psychotische stoornis bij betrokkene. Op 21 augustus 2011, bij de behandeling van de vorige verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene, heb ik ter terechtzitting aangegeven dat als alles goed zou blijven gaan,het dan zou moeten kunnen dat betrokkene binnen één jaar zelfstandig in [plaatsnaam] zou kunnen wonen en het dan niet nodig zou zijn dat betrokkene nog langer onder de druk van de terbeschikkingstelling zou moeten blijven leven. Zover is het nog steeds niet. Ik vind ook dat het allemaal te lang duurt. Zover ik weet heeft betrokkene niets gedaan wat vertragend heeft gewerkt. Als er een goede reclasseringsbegeleiding is, kan ik goed leven met een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Ik heb begrip voor het
Parketnummer: 01/025065-02 4
[terbeschikkinggestelde]
feit dat betrokkene er een voorkeur voor heeft om in Helmond te gaan wonen omdat zich daar zijn sociale netwerk bevindt en ik vind dat ook alleszins verantwoord. Ik vind ook dat een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar, zoals door de kliniek is geadviseerd, op dit moment niet meer aan de orde is.
De deskundige P. de Jong, psycholoog, heeft bij de behandeling ter terechtzitting zakelijk weergegeven, verklaard.
Ik heb betrokkene drie jaar geleden behandeld voor PTSS. Toen heb ik vastgesteld dat daar geen lading meer op zat. De PTSS is volledig in remissie. Ik zie nu geen klachten bij betrokkene die wijzen op PTSS. Ik ben er wel van overtuigd dat er ten tijde van het plegen van het indexdelict een component van PTSS van invloed is geweest. Ik zie de oorzaak van die PTSS in de ervaringen die betrokkene heeft gehad in zijn diensttijd in Turkije. Of in de toekomst PTSS weer op kan gaan spelen bij betrokkene, kan ik niet zeggen. Ik kan goed leven met een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van betrokkene. Een stukje begeleiding is wel goed.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 11 december 2012, als gevolg op de toelichting van de deskundigen, zijn vordering gewijzigd in die zin dat hij nu de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar vordert.
De raadsman en de terbeschikkinggestelde hebben bij de behandeling ter terechtzitting onder meer aangevoerd dat de voorkeur van de terbeschikkinggestelde uitgaat naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De raadsman heeft om die reden verzocht de behandeling van de verlenging terbeschikkingstelling aan te houden teneinde de reclassering in de gelegenheid te stellen de mogelijkheden te onderzoeken de dwangverpleging van de terbeschikkinggestelde voorwaardelijk te beëindigen.
Gelet op de inhoud van het advies van FPC [kliniek] en hetgeen de deskundigen op de terechtzitting hebben aangevoerd en gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de ter beschikkingstelling eist.
De rechtbank verenigt zich, evenals de officier van justitie, niet geheel met het advies van
FPC [kliniek] en met de daarop ter terechtzitting van 29 augustus 2012 gegeven toelichting door de deskundige R.E.J. Ziel.
De rechtbank overweegt, onder verlenging van de terbeschikkingstelling voor de tijd van één jaar, de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Voor de vorming van haar eindoordeel acht de rechtbank het noodzakelijk zich nader te doen voorlichten door de Reclassering Nederland omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van de ter beschikking gestelde in het maatschappelijk verkeer zou kunnen geschieden, waarvoor de rechtbank haar beslissing voor ten hoogste drie maanden zal aanhouden.
De reclassering dient omtrent het vorenstaande nader te rapporteren. Bedoelde rapportage dient binnen drie maanden na de uitspraakdatum te worden uitgebracht.
Parketnummer: 01/025065-02 5
[terbeschikkinggestelde]
DE BESLISSING.
De rechtbank.
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
- houdt aan de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging voor een periode van ten hoogste drie maanden.
- geeft opdracht aan Reclassering Nederland, bij voorkeur Regio 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, (in verband met het voornemen van de terbeschikkinggestelde om zich in Helmond te gaan vestigen) tot het opstellen van een plan over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van betrokkene -in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging- in het maatschappelijk verkeer zou dienen te geschieden.
Stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
- draagt de officier van justitie op om na ontvangst van vorenbedoelde rapportage een kopie daarvan te verstrekken aan de rechtbank en aan de raadsman van de terbeschikkinggestelde.
- beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde, alsmede een aan de Reclassering Nederland verboden getuige/deskundige, tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van de terbeschikkinggestelde mr. J.A. Huibers.
- Bepaalt dat de zaak bij voorkeur weer dient te worden aangebracht op een zitting van
mrs. Klinkenbijl, Vos en Schoorlemmer.
Parketnummer: 01/025065-02 6
[terbeschikkinggestelde]
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.M. Klinkenbijl, voorzitter,
mr. J.G. Vos en mr. W. Schoorlemmer, leden,
in tegenwoordigheid van M.P.M. van Goethem, griffier.
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 december 2012.