ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ4305

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/853023-12
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van minderjarige voorhanden hebben van kinderpornografie en dierenpornografie

Op 18 maart 2013 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jongeman die ten tijde van de feiten minderjarig was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van kinderpornografie en dierenpornografie. De verdachte kreeg een werkstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen jeugddetentie, waarvan 50 uren subsidiair 25 dagen jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Een bijzondere voorwaarde is dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal houden aan de voorschriften van de reclassering, inclusief deelname aan een ambulante behandeling bij een forensische jeugdpsychiatrische polikliniek.

De zaak kwam aan het licht na een dagvaarding op 19 september 2012, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het bezit van kinderpornografisch materiaal en dierenpornografisch materiaal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op meerdere tijdstippen tussen 1 januari 2010 en 28 februari 2012 in 's-Hertogenbosch gegevensdragers in bezit had met afbeeldingen die seksuele gedragingen toonden van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de kans dat hij kinderpornografisch materiaal in zijn bezit had, ook al had hij sommige ongeopende mails niet bekeken.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet actief betrokken was bij het verkrijgen van het materiaal, aangezien het voornamelijk door een andere persoon, [persoon 1], naar hem was gestuurd. De rechtbank weegt mee dat de verdachte in een kwetsbare periode van zijn leven verkeerde en dat hij openstaat voor behandeling en begeleiding. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de noodzaak om dergelijke misdrijven te bestrijden, maar hield ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank legde de straf op met het oog op de bescherming van de samenleving en de rehabilitatie van de verdachte.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/853023-12
Datum uitspraak: 18 maart 2013
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1994],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het achter gesloten deuren gehouden onderzoek ter terechtzitting van 05 november 2012 en 04 maart 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 19 september 2012.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01
januari 2010 tot en met 28 februari 2012 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in
Nederland, een of meermalen (telkens),
een (groot aantal) afbeeldingen, te weten 5 films en/of 439 foto's en/of
(een) gegevensdrager(s) te weten een GSM (merk: Samsung) en/of een laptop
(merk: Packard Bell) en/of een harddisk bevattende (een groot aantal)
afbeelding(en),
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst (MSN Messenger en/of Hotmail) de toegang heeft
verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal en/of vaginaal penetreren met de penis en/of de
mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft bereikt,
en/of
het oraal en/of anaal en/of vaginaal penetreren met de penis en/of de
mond/tong van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 haren nog niet heeft bereikt,
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de
penis en/of vinger/hand en/of mond/tong,
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
bortsen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong,
en/of
het door een dier likken en/of betasten en/of aanraken van de geslachtdelen
en/of de billen en/of de borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaren
nog niet heeft bereikt,
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
en/of
het ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt terwijl op dat gezicht/lichaam een
op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waar)bij de afbeelding(en)
en/of film(s) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot de seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
art. 240b Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli
2010 tot en met 28 februari te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland,
een of meermalen
(telkens) (een) afbeelding(en) en/of
(telkens) (een) gegevensdrager(s), te weten een laptop en/of een harddisk
bevattende een aantal afbeeldingen te weten 57 (56 foto's en 1 film)
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn
waarbij mens en een dier is/ zijn betrokken of schijnbaar is/ zijn betrokken,
welke ontuchtige handelingen bestonden uit (onder meer)
- een man die met zijn penis in het geslachtorgaan van een dier binnendringt
(hond en/of geit) en/of
- het in/tegen de mond nemen/hebben/houden van het geslachtsdeel van een paard
en/of een hond door een persoon en/of
- het vasthouden van de (stijve) penis van een paard en/of een hond door een
man en/of
- anale penetratie van een persoon door een pony en/of een hond en/of
- het door een man plaatsen van zijn tong tegen de penis van een dier
(vermoedelijk een hond) en/of
- een hond die ejaculeert in de mond van een man;
art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Overweging omtrent het bewijs.
Ten aanzien van feit 1:
Aan verdachte is onder 1. ten laste gelegd - kort gezegd - het bezit van en het zich toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen gedurende een periode van ruim 2 jaar en een gewoonte maken van dat misdrijf.
Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte inderdaad een aantal afbeeldingen en filmpjes in zijn bezit had welke kinderpornografisch van aard waren. Echter meent de raadsman dat er sprake was van het bezit van een geringer aantal afbeeldingen dan aan verdachte is ten laste gelegd. In een van de gegevensdragers van verdachte is ook kinderpornografisch materiaal in ongeopende mails aangetroffen. De raadsman stelt dat verdachte, die deze mails immers niet had geopend, de inhoud van deze mails niet kende zodat er geen sprake kan zijn van opzet op het bezit van deze afbeeldingen.
De raadsman heeft voorts bepleit dat de aangetroffen naaktfoto's van de partner van verdachte niet kunnen worden beschouwd als zijnde kinderpornografisch.
Met betrekking tot het bewijs van opzet ten aanzien van het bezit van de kinderpornografische afbeeldingen welke zijn aangetroffen in de ongeopende mails stelt de rechtbank voorop dat ook de aanwezigheid van voorwaardelijk opzet volstaat.
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier en het verhandelde ter zitting het volgende blijkt.
Verdachte was bevriend met [persoon 1) (hierna: [persoon 1].) en uit onderzoek van de laptop van verdachte blijkt dat beiden in ieder geval sedert begin november 2011 regelmatig via e-mailverkeer contact met elkaar hadden. Verdachte ontving van [persoon 1]. regelmatig mails waarbij afbeeldingen waren gevoegd van kinderpornografische aard, waarbij in een groot aantal gevallen zeer jonge kinderen waren betrokken. Gezien de omschrijving van de afbeeldingen door de politie waren sommige kinderen kennelijk niet ouder dan een jaar of tien en een aantal daarvan zelfs jonger dan zes jaar. Verdachte heeft ook ter terechtzitting verklaard dat hij zag dat een aantal personen op de afbeeldingen die [persoon 1]. hem mailde met wie seksuele handelingen verricht werden, jonger waren dan 18 jaar, maar hij heeft ook aangegeven dat hij sommige mails van [persoon 1]. niet heeft geopend en soms "uit luiheid" zijn ongeopende mails niet heeft verwijderd.
Nu verdachte wist dat de mails van [persoon 1]. vaak kinderpornografische afbeeldingen bevatten, bestond bij elk nieuw mailbericht van [persoon 1]. een gerede kans dat daarbij opnieuw een dergelijke afbeelding zou zijn gevoegd en daarmee moest verdachte ook rekening houden. Voor zover zulke mails niet waren geopend en evenmin waren verwijderd, heeft verdachte op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij met die mails ook kinderporno had binnengehaald en in zijn bezit had. Dit leidt tot het oordeel dat opzet, in de zin van voorwaardelijk opzet, op het bezit van kinderporno is bewezen, ook ten aanzien van de ongeopende mails die kinderporno bevatten. Met betrekking tot de aangetroffen naaktfoto's van de partner van verdachte wijst de rechtbank erop dat deze niet in de tenlastelegging zijn opgenomen, zodat het verweer van de raadsman op dat punt geen bespreking behoeft.
De rechtbank is evenals de raadsman van oordeel dat het ten laste gelegde "gewoonte maken" van het misdrijf niet kan worden bewezen: het initiatief tot het verkrijgen van het ten laste gelegde kinderpornografisch materiaal lag niet bij verdachte maar bij [persoon 1]., die - naar de rechtbank aannemelijk acht - ongevraagd de afbeeldingen aan verdachte toestuurde. Verdachte wordt mitsdien van dit deel van de tenlastelegging vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2:
Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte niet wist dat hij op zijn laptop of hard disc ook pornografische afbeeldingen met dieren had staan. De raadsman heeft verzocht om verdachte wegens het ontbreken van opzet - ook in voorwaardelijke zin - van het ten laste gelegde feit 2 vrij te spreken.
Met betrekking tot het bestaan van opzet ten aanzien van het in bezit hebben van dierenpornografisch materiaal acht de rechtbank, op dezelfde wijze als hiervoor ten aanzien van feit 1 - het bezit van kinderporno- is overwogen, ook hier opzet in voorwaardelijke zin bewezen.
Op de gegevensdragers van verdachte (Hard Disc Drive en laptop Packard Bell) zijn een aantal dierenpornografische bestanden aangetroffen. Uit het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer 29-961840 van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 11 september 2012 blijkt dat 32 dierenpornografische bestanden zich bevonden op een voor de gebruiker van de computer eenvoudig benaderbare plaats.
De afbeeldingen bevonden zich in een map, die gezien de naam kennelijk bedoeld was voor afbeeldingen.
Uit het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer 29-961833 van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 11 september 2012 blijkt dat 24 dierenpornografische bestanden zich bevonden op een voor de gebruiker van de computer niet eenvoudig benaderbare plaats. Uit het relaas van bevindingen met proces-verbaalnummer 29-835223 van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 13 maart 2012 blijkt dat de bestanden in deze map te benaderen zijn voor een "gebruiker" met enige digitale kennis.
Voorts is gebleken dat sprake was van tenminste één kenmerkende naam van een bestand bevattende dierenporno in een MSN gesprek d.d. 23 november 2011 tussen verdachte en [persoon 1]. te weten: [bestand]
Verdachte vraagt in het gesprek hieraan voorafgaand aan [persoon 1]. "wat is dat voor filmpje met die hond?"
Waarop [persoon 1]. antwoordt: "kan je hem sturen als je wil". Verdachte antwoordt vervolgens: "Ja, dat is goed". [persoon 1]. stuurt hierop bovengenoemd bestand naar verdachte. Hierna vraagt [persoon 1]. aan verdachte: "filmpje gezien?" waarop verdachte antwoord: "Yup".
Hieruit blijkt dat verdachte op 23 november 2011 een hem door [persoon 1]. toegestuurd filmpje met dierenporno heeft gezien. Het bestand met dat filmpje is vervolgens ook door hem opgeslagen en bleek ten tijde van zijn aanhouding nog aanwezig.
De rechtbank leidt hieruit af dat het kennelijk de bedoeling van verdachte was om dit dierenpornografisch materiaal te bewaren. Dat verdachte zich niet bewust zou zijn geweest van de aanwezigheid van dit materiaal in zijn bestanden, acht de rechtbank dan ook niet geloofwaardig.
Ten aanzien van de andere, later verkregen bestanden met dierenpornografische afbeeldingen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte op zijn minst zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans om die bestanden met dierenpornografisch materiaal in zijn bezit te krijgen en te hebben. In dit verband verwijst de rechtbank naar hetgeen hiervoor over voorwaardelijk opzet is overwogen ten aanzien van feit 1. Dit leidt tot het oordeel dat opzet, in de zin van voorwaardelijk opzet, op het bezit van dierenporno is bewezen.
De rechtbank acht op basis van opgemelde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 ten laste is gelegd.
Ten aanzien van feit 1 en feit 2:
De rechtbank acht, anders dan in de tenlastelegging is vermeld, bewezen dat verdachte de feiten heeft gepleegd in de periode vanaf 01 november 2011. Immers, verdachte heeft de bestanden toegestuurd gekregen door [persoon 1] en onder andere uit de uitdraai van de MSN-gesprekken tussen verdachte en [persoon 1]. blijkt niet dat verdachte vóór eind oktober 2011 contact zou hebben gehad met [persoon 1].
De raadsman heeft aangevoerd dat het consultatierecht van verdachte is geschonden, omdat er geen piketadvocaat zou zijn ingeschakeld.
De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte door de politie aanvankelijk is gehoord als getuige in een strafzaak tegen [persoon 1]. Nadien, in de loop van het getuigenverhoor, is hij op een gegeven moment aangemerkt als verdachte en heeft hij ook de status van verdachte gekregen. Er is geen aanhouding van verdachte verricht. Op het moment dat verdachte daadwerkelijk de status van verdachte kreeg is hem de cautie gegeven en is er een advocaat voor hem gezocht. Verdachte heeft vervolgens telefonisch overleg gevoerd met zijn advocaat alvorens het verhoor werd voortgezet.
Gesteld noch gebleken is dat verdachte zijn verklaring tegenover de politie niet in vrijheid heeft afgelegd.
Nu verdachte zich vrijwillig naar het politiebureau heeft begeven, hij niet is aangehouden - en ook geen ander dwangmiddel is toegepast -, is naar het oordeel van de rechtbank niet gehandeld in strijd met artikel 6 van het EVRM noch met de daarop gebaseerde geldende jurisprudentie.
Er heeft zich derhalve ter zake van het verhoor van verdachte geen vormverzuim voorgedaan als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, dat zou dienen te leiden tot bewijsuitsluiting of enige andere sanctie. Het door de raadsman op dit punt gevoerde verweer wordt dan ook verworpen.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
op tijdstippen in de periode van 01 november 2011 tot en met 28 februari 2012 te 's-Hertogenbosch, een groot aantal afbeeldingen, te weten 5 films en ongeveer 439 foto's en
gegevensdragers te weten een GSM (merk: Samsung) en een laptop (merk: Packard Bell) en een harddisk bevattende een groot aantal afbeeldingen, in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst (MSN Messenger en/of Hotmail) de toegang heeft
verschaft, terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal en/of vaginaal penetreren met de penis en/of de
mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft bereikt,
en/of
het oraal en/of anaal en/of vaginaal penetreren met de penis en/of de
mond/tong van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 haren nog niet heeft bereikt,
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de
penis en/of vinger/hand en/of mond/tong,
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
bortsen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong,
en/of
het door een dier likken en/of betasten en/of aanraken van de geslachtdelen
en/of de billen en/of de borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaren
nog niet heeft bereikt,
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
en/of
het ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt terwijl op dat gezicht/lichaam een
op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waar)bij de afbeelding(en)
en/of film(s) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot de seksuele prikkeling.
2.
op tijdstippen gelegen in de periode van 01 november 2011 tot en met 28 februari te 's-Hertogenbosch, (een) afbeelding(en) en gegevensdragers, te weten een laptop en een harddisk bevattende een aantal afbeeldingen te weten ongeveer 57 (ongeveer 56 foto's en 1 film) in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn
waarbij mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken,
welke ontuchtige handelingen bestonden uit
- een man die met zijn penis in het geslachtorgaan van een dier binnendringt
(hond en/of geit) en/of
- het in/tegen de mond nemen/hebben/houden van het geslachtsdeel van een paard
en/of een hond door een persoon en/of
- het vasthouden van de (stijve) penis van een paard en/of een hond door een
man en/of
- anale penetratie van een persoon door een pony en/of een hond en/of
- het door een man plaatsen van zijn tong tegen de penis van een dier
(vermoedelijk een hond) en/of
- een hond die ejaculeert in de mond van een man.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Een werkstraf voor de duur van 150 uur subsidiair 75 dagen jeugddetentie waarvan 50 uur subsidiair 25 dagen jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de aanwijzingen hem in het kader van jeugdreclassering te geven door of namens het Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, gevestigd te Eindhoven, ook indien dat inhoudt een ambulante behandeling bij een forensische jeugdpsychiatrische polikliniek met expertise op het gebied van zedendelinquenten.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de draagkracht.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van afbeeldingen en films die kinderpornografie bevatten.
De rechtbank overweegt dat het bezit van kinderporno buitengewoon verwerpelijk is, met name omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Op een groot aantal van deze afbeeldingen zijn zeer jonge kinderen te zien met wie vergaande seksuele handelingen worden verricht. In het algemeen geldt dat de kans groot is dat kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische schade oplopen en het misbruik bij deze kinderen en hun ouders ook vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar zeker ook degenen die kinderporno bezitten, omdat zij bevorderen dat dit materiaal wordt vervaardigd met alle schadelijke gevolgen zoals hiervoor is aangegeven.
Daarnaast heeft verdachte een aantal dierenpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Hierin is het belang gelegen dat deze strafbepaling beoogt te beschermen. Ook hiervoor geldt dat door het bekijken en bewaren van dit soort afbeeldingen de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen wordt bevorderd.
Aan de andere kant weegt de rechtbank in strafverlagende zin het volgende mee.
Verdachte, die minderjarig was ten tijde van het bewezenverklaarde, is in een kwetsbare periode in zijn leven in contact gekomen met de volwassen [persoon 1]. die hem heeft verleid tot seksueel contact. Daarnaast heeft [persoon 1]. in de bewezen verklaarde periode vele malen bestanden bevattende kinderpornografie en dierenpornografie digitaal naar verdachte verzonden.
Hoewel sprake is van het bezit van een groot aantal bestanden neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte geen actieve rol heeft gehad in het verkrijgen van deze bestanden, die hem voornamelijk ongevraagd werden toegestuurd door [persoon 1].
Daarnaast betreft de bewezenverklaarde periode slechts 4 maanden en niet, zoals ten laste is gelegd, 20 maanden. De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij zich ter zitting bereid heeft getoond om zich te laten behandelen in een forensische jeugdpsychiatrische polikliniek en dat hij open staat voor reclasseringsbegeleiding. Met name gezien de inhoud van de over hem opgemaakte psychologische en psychiatrische rapportage acht de rechtbank het wenselijk dat deze behandeling en begeleiding verplicht worden opgelegd. De aard van de feiten en de conclusies van de gedragsdeskundigen geven immers aanleiding tot bezorgdheid over de emotionele- en gewetensontwikkeling van verdachte. Daarbij is bovendien van belang dat verdachte er in de toekomst van dient te worden weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te begaan. De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden en zal deze aan verdachte opleggen. Omdat verdachte inmiddels de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt zal de rechtbank niet Bureau Jeugdzorg, maar de reclasseringsinstelling als bedoeld in artikel 14d, tweede lid Sr opdracht geven hulp en steun te verlenen bij het naleven van de voorwaarden.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting - dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 27, 14d, 36b, 36c, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en zich de toegang verschaffen tot een gegevensdrager bevattende een afbeelding waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van communicatiedienst, meermalen gepleegd.
T.a.v. feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij mens en dier zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2:
Werkstraf voor de duur van 150 uren subsidiair 75 dagen jeugddetentie met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 50 uren subsidiair 25 dagen jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren
De werkstraf dient te zijn verricht binnen 12 maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit
en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering, ook indien dat inhoudt een ambulante behandeling bij een forensische jeugdpsychiatrische polikliniek met expertise op het gebied van zedendelinquenten;
Draagt voornoemde reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis, welk bevel reeds op 01 juni 2012 is geschorst.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten: 1 document (mailbericht), 1 DVD (bewakingsbeelden [naam]), 10 rekeningen (5x factuur + 5x check-inn/out tijd), 1 GSM (Samsung S8000), 1 computer (laptop), 1 computer (Packard Bell, in tas Targus incl. kabels), 1 kabel (USB-kabel), 1 computer (Verbatim HDD), 1 harddisk (Hitachi).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter, tevens kinderrechter-plv.
mr. M. Lammers en mr. V.M. Smits, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken op 18 maart 2013.
Mr. Smits is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.