ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ4225
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde na diefstal met geweld
Op 15 maart 2013 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een jeugdige veroordeelde, die eerder was geplaatst in een inrichting voor jeugdigen na een veroordeling voor diefstal met geweld. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden. De veroordeelde, geboren in 1994, verblijft in een kliniek en heeft in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling doorgemaakt, hoewel er zorgen zijn over zijn middelengebruik en de kans op recidive. De deskundigen gaven aan dat de veroordeelde vaardigheden heeft geleerd en dat er een afname van het recidiverisico is, maar dat het middelengebruik een verhoogd risico op gewelddadig gedrag met zich meebrengt. De rechtbank overwoog dat de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde in het belang zijn van de verlenging van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel gerechtvaardigd was, ondanks de positieve ontwikkelingen in de behandeling van de veroordeelde. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank zich verenigde met het advies van de inrichting en de deskundigen. De PIJ-maatregel werd met twaalf maanden verlengd, waarbij de rechtbank de wettelijke bepalingen in acht nam.