ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ4217
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.B.M. Bruens
- M. Senden
- E.M.J. Raeijmaekers
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 maart 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van de veroordeelde, geboren in 1992. De veroordeelde was eerder geplaatst in een inrichting voor jeugdigen op basis van ernstige delicten, waaronder verkrachting en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel behandeld tijdens een zitting op 1 maart 2013, waarbij de veroordeelde, zijn ouders, zijn raadsman en deskundige mw. drs. V.E.C.M. van Tour aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde in het verleden al meerdere keren in een inrichting heeft verbleven en dat zijn plaatsing eerder is verlengd. De deskundige heeft in haar advies aangegeven dat het recidiverisico van de veroordeelde momenteel als matig tot hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft de noodzaak van verdere behandeling onderbouwd en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde een verlenging van de maatregel vereisen.
De rechtbank heeft echter in afwijking van het advies van de inrichting besloten om de verlenging te beperken tot één jaar, in plaats van de gevraagde twee jaar. Dit besluit is genomen om de voortgang van de behandeling en het resocialisatietraject van de veroordeelde nauwlettend te volgen. De rechtbank heeft de hoop uitgesproken dat de veroordeelde in staat zal zijn om positieve ontwikkelingen voort te zetten en dat hij uiteindelijk kan resocialiseren. De beslissing is genomen met inachtneming van de artikelen 14h, 14i, 14j, 77s, 77t, 77u van het Wetboek van Strafrecht.