ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ3570

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
8 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/045169-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een hoog recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 8 maart 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die eerder ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 16 november 2004. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met een gelijktijdige aanhouding van de zaak voor maximaal drie maanden. De rechtbank heeft de Reclassering Nederland (Brabant) opdracht gegeven om een plan op te stellen voor de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij, in het geval van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging is aangehouden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen het recidiverisico van de betrokkene besproken, dat als hoog wordt ingeschat. De betrokkene heeft een lange justitiële voorgeschiedenis en vertoont gewelddadig gedrag. Desondanks zijn er positieve ontwikkelingen te zien in zijn behandeling en functioneren. De deskundige heeft aangegeven dat de betrokkene vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog steeds een verhoogd risico bestaat op terugval in gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling te verlengen, ondersteund, maar ook de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging in overweging genomen.

De rechtbank heeft de betrokkene, zijn raadsman en de deskundige van de kliniek en reclassering opgeroepen voor een nader te bepalen terechtzitting, om de voortgang van de zaak te bespreken en de voorwaarden voor een eventuele terugkeer in de maatschappij te evalueren. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/045169-03
Uitspraakdatum: 8 maart 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1967],
verblijvende in [kliniek],
daadwerkelijk verblijvende te [adres]
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 november 2004 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 27 februari 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 15 januari 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 februari 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van mevrouw (naam psychiater), psychiater, plv. hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 14 december 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag en de voortgezette handeling van: opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het plv. hoofd van de inrichting is onder meer en zakelijk weergegeven het navolgende gesteld:
verlengingsadvies
In het vorige verlengingsadvies werd bij dit item uitgelegd dat betrokkene een patiënt is met een blijvend hoog basisrisico. Dat zal nooit veranderen omdat bij deze inschatting een aantal statische, historische variabelen een grote rol spelen. Hij heeft een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis, is bekend met gewelddadig gedrag binnen een relatie en verminderd strafgevoelig. Daarnaast dragen de verslavingsproblematiek, de antisociale persoonlijkheidstoornis, de verhoogde psychopathiescore en de bipolaire stoornis bij aan een verhoogd recidiverisico.
Al deze zaken zullen bij elke nieuwe risico-inschatting een belangrijke rol blijven spelen. Dat neemt niet weg dat we bij de beschrijving van het behandelverloop over het
afgelopen jaar, net als verleden jaar, in het dagelijks functioneren veel progressie zien. De geconstateerde vooruitgang zien we ook bij de risicotaxatie en wel op de K(linische) - en
R(isicohanterings)items van de HCR - 20. Op de K items werd de criminele/antisociale basishouding van betrokkene als het meest risicovol gezien. Daarvoor hebben we afgelopen jaar in een heel vrije setting echter geen aanwijzingen gezien. Op dit punt scoort
betrokkene dan ook beter dan een jaar geleden. Het ziekte-inzicht is goed te noemen. Betrokkene lijkt zich steeds beter de consequenties van het hebben van een psychiatrische ziekte te realiseren. Ook afgelopen jaar is de draagkracht flink op de proef gesteld maar weet hij goed met de stressoren van de thuissituatie om te gaan. Nu betrokkene weer een jaar lang probleemloos heeft gefunctioneerd begint het er op te lijken dat hij dit ook op langere termijn weet vol te houden. Op de invloed van potentieel belastende stressoren en risicofactoren in bredere zin, zoals zijn "status" in het criminele circuit en omgang met anderen uit dat circuit hebben we geen zicht. We weten niet of dit nog speelt. Maar
ook afgelopen jaar is wekelijks iemand van de kliniek bij betrokkene thuis geweest en bij al die huisbezoeken zijn geen opvallende zaken geconstateerd.
Betrokkene heeft in elk geval greep op de risicofactoren die tot het indexdelict geleid hebben. Risico's op andersoortige delicten vallen op basis van het genoemde hoge risicoprofiel niet geheel uit te sluiten. Maar ook hier geldt dat we weer een jaar verder zijn en dat er geen enkele concrete indicatie in die richting wijst. In het ongunstigste geval zal betrokkene, als er geen dwangkader meer is, zich op de langere termijn steeds meer gaan onttrekken aan vrijwillige behandelmogelijkheden. Hij kan vervolgens weer langzaam afglijden, potentiële stressoren/risicofactoren ontkennen/onderschatten en zal dan geneigd zijn om de eigen draagkracht te overschatten. Dan zal op basis van de antisociale persoonlijkheidsstoornis en zijn psychotische restsymptomatologie (achterdocht) de neiging toenemen zich af te zetten tegen elke vorm van autoriteit om vervolgens zijn eigen "koers te varen". Dit kan stress en spanning veroorzaken, de verslavingsbehoefte doen toenemen, en uiteindelijk ook de kans op agressief acting out gedrag doen toenemen. Denkbaar blijft dat betrokkene op een gegeven moment overvraagd wordt, teleurgesteld raakt in zichzelf, dat de spanningen zover oplopen dat hij toch een escape gaat zoeken in de vorm van druggebruik en vanuit zijn persoonlijkheidsproblematiek vervolgens in oude destructieve gedragspatronen terugvalt.
Van het hier geschetste ongunstige scenario is op dit moment echter geen sprake. Integendeel. Net als bij de eerder uitgebrachte verlengingsadviezen constateren we dat betrokkene boven verwachting geprofiteerd heeft van het behandelaanbod. Hij heeft
op alle risicofactoren progressie geboekt. De huidige partner van betrokkene is slachtoffer van het indexdelict. Beiden hebben partnerrelatietherapie gevolgd en op een gelijkwaardiger en respectvollere wijze met elkaar om leren gaan. De partnerrelatie wordt nog steeds begeleid door de Forensische Polikliniek Kairos Den Bosch en de Forensisch Systeem Begeleider (FSB) van de kliniek. Tevens krijgt het echtpaar ondersteuning bij het omgaan met de verslavingsproblemen van de twee oudste zonen. Daar maken ze adequaat gebruik van. Betrokkene en zijn partner proberen om richtlijnen en adviezen die ze krijgen echt toe te passen. Ook op het werk functioneert betrokkene boven verwachting. De werkgever is zo tevreden dat betrokkene onlangs een vast contract gekregen heeft. Vanwege de goede samenwerking, de openheid van betrokkene en zijn partner over de problemen waar ze tegenaan lopen, de bereidheid om hulp te accepteren en het uitblijven van incidenten is afgelopen jaar besloten om een traject richting proefverlof te starten. De reclassering heeft de casus bestudeerd, met betrokkene gesproken en contact gehad met de kliniek en vervolgens een maatregelrapport geschreven. Intern is het aangevraagde proefverlof goedgekeurd en vlak voor het schrijven van dit advies is de aanvraag verstuurd naar het ministerie. De verwachting is dat in februari-maart 2013 het proefverlof formeel van start kan gaan.
Net als in het vorige advies blijft het van belang om betrokkene nog een tijd nauwlettend te volgen. Dat past bij het verhoogde risicoprofiel, waaraan nu eenmaal inherent is dat er een relatief hoge kans is dat betrokkene terugvalt in gewelddadig gedrag. Op dit moment zitten we in een fase waarbij de casus stapsgewijs wordt overgedragen aan de reclassering, met als concreet voornemen over te gaan tot proefverlof op het moment dat daar vanuit het ministerie toestemming voor wordt gegeven. De voor betrokkene bekende en vertrouwde contacten met de kliniek zullen dan worden afgebouwd. Betrokkene krijgt dan de kans te laten zien dat hij er met minder strikte begeleiding in slaagt vast te houden aan de vooruitgang die hij de afgelopen jaren geboekt heeft. Van belang is dat betrokkene met de reclassering een samenwerkingsrelatie kan opbouwen waarin hij zich vrij genoeg
voelt om te zeggen waar hij tegenaan loopt en waar hij eventueel hulp bij nodig heeft. Bij aanhoudend stabiel functioneren in de veranderde omstandigheden zal te zijner tijd een overgang naar voorwaardelijk einde van de dwangverpleging geadviseerd worden.
We adviseren U de TBS-maatregel met een jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik werk bij een schoonmaakorganisatie. Ik woon thuis en heb 3 kinderen. De twee oudste zonen zijn inderdaad in behandeling. Ik adviseer hen wat het beste is. Ik bereik steeds meer. Mijn vrouw en ik hebben nog relatietherapie, eenmaal per drie weken. Dat gaat goed. Ik ben medicatietrouw. Het ministerie heeft het proefverlof goedgekeurd.
Ik vraag mij af waarom ik nog een TBS heb. De TBS stagneert mijn toekomst. Ik wil een eigen bedrijf beginnen, maar met een TBS is dat niet mogelijk. Ik heb dingen gedaan in het verleden. Inmiddels heb ik het met mijn vrouw goed gemaakt. Ik heb veel geleerd in de tussentijd. Ik heb nu andere normen en waarden. Vroeger werkte ik nooit. Nu wel.
Op 25 februari 2013 sta ik op straat. Ik weet dat niet zeker maar dat zou kunnen. Ik heb dan geen werk meer. Mijn werkgever heeft namelijk de inschrijving bij het Radboudziekenhuis niet gekregen. Mijn contractsdatum verloopt dan. Een andere advocaat is daarmee bezig. Ik weet niet of ik bij een ander project kan gaan werken.
De TBS zou beëindigd kunnen worden. Ik ben er klaar voor.
Ik ben het niet helemaal eens met de wijze waarop ik door de reclassering word behandeld. Als ik bij de reclassering kom, krijg ik standaardvragen om te beantwoorden. De reclassering weet niet wat ik bij hun moet komen doen. Ik wil inderdaad helderheid. Als mij wordt gevraagd te kiezen tussen proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging, dan heb ik het liefst dat er wordt aangestuurd op een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Als ik hulp nodig heb, trek ik aan de bel. Reclassering scheert iedereen over een kam. Ik vind het niet erg om bij reclassering te komen. Ik ben 45 jaar en wil nog de mogelijkheid hebben om een eigen bedrijf te starten.
De deskundige (naam deskundige), optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene doet het boven verwachting goed. Niettemin heeft hij een hoog risicoprofiel. Daartussen bevindt zich een spanningsveld. De risicotaxaties zijn er niet voor niets. De kliniek heeft een voorzichtige inschatting gemaakt en heeft gekozen voor het geleidelijk traject van proefverlof in plaats van het traject van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het duurt een tijdje voor reclassering en kliniek op elkaar aansluiten. Het ging eerst moeizaam met reclassering. Reclassering werkt een lijstje af in een voor betrokkene vervelende stijl. Betrokkene had het gevoel dat hij op het matje moest komen. Een proefverlof zou voor reclassering prettiger zijn. Reclassering moet betrokkene leren kennen. Ik heb mijzelf ook afgevraagd of proefverlof strikt noodzakelijk is. De risicotaxtatie maakt dat ik wat voorzichtiger ben. Betrokkene doet het echt heel goed, maar er zit van alles van de Pompekliniek omheen. We merken dat er wrijving ontstaat als er een vervanger is. Voor een overgang naar reclassering is een jaar wel lang. Een succesvolle overgang van betrokkene naar de reclassering zou binnen een half jaar te realiseren zijn. Op dit moment ligt er al een rapport in verband met de aanvraag van proefverlof. Dit rapport is gemakkelijk over te zetten naar een maatregelrapport.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Na enige twijfel kies ik voor de variant van proefverlof. Eén jaar is te lang, maar drie maanden is te kort. Proefverlof geeft net de mogelijkheid iets sneller te reageren als het mis mocht gaan. De TBS dient met één jaar te worden verlengd. In dat jaar kan de begeleiding door de kliniek naar de achtergrond worden geschoven en de begeleiding door reclassering naar voren.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënt vindt dat de TBS kan stoppen. In feite is de situatie nu nagenoeg identiek aan de situatie bij de vorige verlenging. Eigenlijk is de situatie nu nog positiever. De feiten dateren van 2001 en 2003. De intramurale behandeling is succesvol verlopen. Cliënt is nu al 3 jaar thuis. Hij stelt zich coöperatief op. Hij is nooit teruggevallen in drugsgebruik, hetgeen geen sinecure is nu zijn zoons drugs gebruikten, hij is medicatietrouw en zoekt zelf hulp. Cliënt heeft een vaste baan die weliswaar wankelt, maar daar kan hij zelf niets aan doen. Verder is cliënt rustig, stabiel en heeft hij een goede relatie.
Ik zie in het rapport van de kliniek geen bouwstenen voor een verlenging van de TBS.
De enkele mededeling van de kliniek dat het "denkbaar blijft dat hij terugvalt" is onvoldoende om een verlenging van de TBS te rechtvaardigen. De deskundige twijfelt zelf over een voortzetting van de TBS. Ik verzoek de rechtbank derhalve de vordering van de officier van justitie af te wijzen. Subsidiair verzoek ik de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Uit het advies blijkt afdoende dat het recidiverisico nog niet tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht.
Gelet op de laatste verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, de vorderingen die de ter beschikking gestelde in dat jaar heeft gemaakt en hetgeen voorts ter terechtzitting is besproken, overweegt de rechtbank evenwel de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging als door de verdediging (subsidiair) is verzocht. Voor de vorming van haar eindoordeel acht zij het noodzakelijk zich nader te doen voorlichten omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van de ter beschikking gestelde in het maatschappelijk verkeer zou kunnen geschieden.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met een jaar met gelijktijdige aanhouding van de zaak voor ten hoogste drie maanden.
De rechtbank geeft opdracht aan de Reclassering Nederland (Brabant) tot het opstellen van een plan omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van betrokkene - in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging - in het maatschappelijk verkeer zou dienen te geschieden.
De rechtbank houdt haar beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aan.
Zij beveelt de oproeping van betrokkene, zijn raadsman en de deskundige van de kliniek en van de reclassering tegen de nader te bepalen terechtzitting.
.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M. Senden, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. E.M.J. Raeijmaekers, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 maart 2013.