ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ3566

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/025267-98
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en antisociale persoonlijkheidsstoornis na doodslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 februari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 51-jarige man, die lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De man was ter beschikking gesteld na een veroordeling voor doodslag en zijn terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 8 maart 2011. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. Hierbij zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds zijn opname in een kliniek in 2007 abstinent is van middelen en dat zijn psychische conditie de afgelopen jaren redelijk stabiel is geweest. Hij heeft deelgenomen aan cognitieve therapie en heeft zijn angsten en paranoïde gedachten leren bespreken. Ondanks zijn vooruitgang, blijft het risico op terugval in gewelddadig gedrag hoog wanneer hij zich vrij in de maatschappij zou bewegen. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen om de man de kans te geven zijn behandeling voort te zetten en een adequaat uitstroomtraject op te bouwen.

De rechtbank heeft de argumenten van de officier van justitie en de raadsman van de terbeschikkinggestelde overwogen. De officier benadrukte de noodzaak van bescherming van de maatschappij, terwijl de raadsman de positieve ontwikkeling van de man onderstreepte. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, in lijn met het advies van de deskundigen, en heeft zij de veiligheid van anderen als belangrijkste overweging genoemd.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/025267-98
Uitspraakdatum: 22 februari 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde ],
geboren te [geboorteplaats] op [1961],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 21 januari 1999 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 8 maart 2011 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 21 januari 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 februari 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van mevrouw (naam psychiater), psychiater en (naam psychiater/directeur), psychiater/directeur behandelzaken, hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 6 december 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene is een thans 51-jarige man die lijdt aan schizofrenie van het
paranoïde type. Daarnaast heeft hij een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die
minder op de voorgrond staat. Hij is kwetsbaar voor middelengebruik; momenteel
is dit onder toezicht volledig in remissie. (Betrokkene is sinds 2007 abstinent van
middelen). Betrokkene is opgenomen op een afdeling voor kwetsbare mensen
met psychotische problematiek.
In het begin van de afgelopen twee jaar heeft betrokkene nog veel last gehad van
psychotische belevingen en angsten. In januari 2011 heeft betrokkene vanuit een
paranoïde gedachte een medepatiënt meerdere keren in het gezicht geslagen.
Vanaf april 2011 is betrokkenes psychische conditie tot nu toe redelijk stabiel.
Hij is goed ingesteld op medicatie en hij stelt zich begeleidbaar op.
In 2011 is betrokkene in samenwerking met een psycholoog gestart met het
'gedachten uitpluizen', een vorm van cognitieve therapie waarbij de patiënt
leert om de paranoïde gedachten te toetsen. Betrokkene probeert zijn
belevingen en achterdocht bespreekbaar te maken zodat het team hem kan
ondersteunen om alternatieve verklaringen voor zijn belevingen te vinden. Hij
stelt zich hiervoor open en laat zich op deze wijze begeleiden. Inmiddels heeft
hij deze gesprekken voortgezet met een persoonlijk begeleider.
Betrokkene heeft ernstige gezondheidsproblemen. Daar komt nog bij dat
betrokkenes vader in oktober 2011 is overleden.
Ondanks de spanningen die dit alles veroorzaakte, heeft betrokkene zich
psychisch goed staande kunnen houden.
Over het algemeen gaat betrokkene vriendelijk en sociaal om met personeel en
medecliënten. Hij heeft frequent goed contact met zijn familie.
Begeleid verlof is in september 2011 opnieuw opgestart en stapsgewijs uitgebreid. Dit verlof verloopt naar wens.
Het risico van terugval in gewelddadig gedrag wordt bij betrokkene als hoog
ingeschat, wanneer hij zich vrij in de maatschappij zou kunnen bewegen. Binnen
de structuur en setting van de huidige afdeling achten wij dit risico, nu
betrokkene opnieuw goed is ingesteld op antipsychotische medicatie, laag.
De psychische conditie van betrokkene is al ruim een jaar stabiel. Hij is goed
ingesteld op antipsychotica. Betrokkenes inzicht in zijn eigen problematiek blijft
beperkt. Zo (h)erkent hij, zoals betrokkene dat zelf omschrijft, wel "paranoia"
maar geen psychose. Hij beseft het belang van abstinentie van middelen maar
overschat zijn eigen mogelijkheden hierin enorm (hij verwacht wel maat te
kunnen houden).
De antisociale persoonlijkheidsstoornis staat minder op de voorgrond.
Uitstroomdoel is een woonafdeling binnen de reguliere GGzE.
De geobserveerde vooruitgang maakt dat we inschatten dat transmuraal verlof
een verantwoorde volgende stap in de behandeling is. In de komende periode
dient een adequaat uitstroomtraject opgebouwd te worden dat voorziet in
voldoende structuur, steun en hulp.
Bij elke stap zal zorgvuldig ingeschat worden of het risicomanagement afdoende
is om het recidiverisico en het risico op terugval in middelengebruik op een
verantwoord niveau te houden.
Het doorlopen van dit behandeltraject zat naar onze inschatting nog minstens
1 jaar vereisen.
We vragen heden 1 jaar (en geen 2 jaar) verlenging om betrokkene verder te
motiveren om op huidige positieve manier de samenwerking met zijn
hulpverleners te continueren.
Gelet op het nog steeds aanwezige recidivegevaar, overwegende de behandelvorderingen tot nu toe en het nog te vervolgen traject, adviseren we de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van de heer [terbeschikkinggestelde] met een termijn van 1 jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ga akkoord met het advies van de inrichting om de TBS met 1 jaar te verlengen.
Ik stel mij begeleidbaar op. Ik slik mijn medicatie trouw. Het verlof loopt goed.
Er is bij mij een vorm van kanker geconstateerd. Ik word daarvoor behandeld.
Als ik er klaar voor ben wil ik graag terug in de regio Eindhoven. Mijns inziens is er geen recidiverisico. Ik ga geen drugs of alcohol gebruiken. Inmiddels heeft de interne commissie haar goedkeuring verleend aan het verzoek tot transmuraal verlof. Ik ben het eens met deze volgende stappen in mijn behandeling. Ik ben veel op de afdeling en heb een vaste dagindeling.
De deskundige mevrouw (naam deskundige), optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene is aangemeld voor de longcare afdeling op het terrein van de Woenselse Poort. Hij staat op de 2e plek van de wachtlijst.Binnen enkele maanden zal dit zijn beslag hebben. Een alternatief is er eigenlijk niet. Het verblijf op de longcare afdeling duurt maximaal 4 jaar. Daar wordt bekeken hoe betrokkene omgaat met meer vrijheden. Daarna gaat betrokkene naar de reguliere psychiatrie. Het is van belang dat betrokkene trouw zijn medicijnen inneemt. De kliniek gelooft dat betrokkene van goede wil is, maar buiten de inrichting is het moeilijk om de verleidingen te weerstaan. Het is nog wachten op het ministerie voor wat betreft de goedkeuring inzake het transmuraal verlof. Het advies luidt verlenging met een jaar om betrokkene perspectief te bieden.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering. Ik sta voor de bescherming van de maatschappij.
Betrokkene is erg vooruitgegaan maar hij is er nog niet.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De afgelopen twee jaar heeft betrokkene zich positief ontwikkeld.
Ik ben het eens met een verlenging van de TBS met één jaar maar niet met twee jaar.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Alhoewel betrokkene zich in de afgelopen periode positief heeft ontwikkeld, is er naar het oordeel van de rechtbank, gelet op het advies en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting en anders dan betrokkene stelt, nog steeds sprake van recidivegevaar.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde ] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.M.J. Raeijmaekers, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. M. Senden, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 februari 2013.