De deskundige Verhees, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
U zegt mij dat betrokkene heeft verklaard dat hij vermoedt dat een persoon benzodiazepinen in de melk heeft gedaan. U vraagt mij of er meer personen waren bij wie een opvallend hoog gehalte aan benzodiazepinen in de urine is aangetroffen.
Wij gaan daar niet van uit. De urinecontroles worden niet bij alle patiënten gelijktijdig gedaan. De frequentie van urinecontroles is voor elke patiënt individueel bepaald. Betrokkene moet wekelijks urinecontroles ondergaan. Dit is een hoge frequentie.
Een drugsmaatregel duurt drie weken. Na die drie weken vindt er opnieuw een urinecontrole plaats en als de uitslag negatief is, dan eindigt de drugsmaatregel.
We liepen tegen het probleem aan dat betrokkene door de drugsmaatregel niet naar zijn werk kon gaan. We hebben naar een alternatief gekeken, maar dat wilde betrokkene niet. Er hebben met betrokkene gesprekken over de urinecontroles plaatsgevonden. Als hij gedurende twee maanden aan de urinecontroles meewerkt en de uitslagen negatief zijn, dan kan de frequentie worden teruggeschroefd.
Wij hebben onze visie op de toekomst van betrokkene uitgebreid met hem besproken. Wij hebben gezegd dat hij zich op de behandeling moet proberen te richten en dat daarna kan worden gekeken wat er, bij een positief verloop van de behandeling en begeleiding,mogelijk is. Dat gaat ook moeizaam. De gesprekken met de psycholoog zijn gestopt. Wij verwachten spoedig bericht vanuit Den Haag over de verloven. We hopen dat een positief besluit over verloven betrokkene weer vertrouwen geeft.
Na een goed verlopend begeleid verlof zal onbegeleid verlof volgen. Het hele resocialisatietraject zal minstens twee jaar duren.
Ik wil benadrukken dat wij veel dingen proberen om uit het middelenprobleem te komen. Drugsgebruik is een ontzettend belangrijke delictsfactor, waarover geen overeenstemming met betrokkene te krijgen is. Hoe vervelend die urinecontroles ook zijn, het is noodzakelijk dat die plaatsvinden. Het lukt niet om er open met betrokkene over te praten waarom hij (vindt dat hij) die middelen nodig heeft.
Wij willen kijken hoe we betrokkene kunnen helpen om op een gezondere manier met spanningen en frustraties om te gaan. We merkten dat hij door de gesprekken met de psycholoog spanningen en frustraties kwijt kon raken.
Betrokkene focust zich al erg lang op deze zitting. Betrokkene verwacht dat als hij nergens aan meewerkt, er een beslissing in zijn voordeel genomen wordt.
De kliniek ziet dat anders. Zijn terugkeer in de samenleving moet op een veilige en verantwoorde manier worden vormgeven.
Er is geconcludeerd dat betrokkene beperkt leerbaar is.
Wij willen nu de behandeling inzetten op werk, op het beter leren omgaan met spanningen en frustraties en het afzien van middelengebruik. Dat zou een basis kunnen zijn van waaruit verder kan worden gewerkt.
Het lukt niet om een dagprogramma op te zetten. Als ik betrokkene hier over spreek, dan lijkt hij ook wat angstig over wat er gaat gebeuren als een verlofkader tot stand komt. Het lijkt of hij bang is niet aan de voorwaarden te kunnen voldoen. Betrokkene ontkent dat. We verwachten niet van hem dat het vlekkeloos zal gaan.
Afgesproken was dat als betrokkene een dagstructuur had en geen middelen zou hebben gebruikt en het PCL-R interview was afgerond, dat dan verlof zou worden aangevraagd.
Het werk is een maand of wat goed gegaan en daarna is het opgehouden. Ik hoor van betrokkene dat hij een maand of drie heeft gewerkt.
Ik verwacht dat de verlofaanvraag wordt goedgekeurd.
Betrokkene is de laatste weken geen drugsmaatregel opgelegd en ik heb van de afdeling begrepen dat hij prettig in contact is. Als dat zo blijft en het verlof wordt goedgekeurd, dan kunnen we snel met de verloven starten.
Er zijn veel spanningen binnen de partnerrelatie en betrokkene is onmachtig hiermee om te gaan. Wij hebben er daarom voor gekozen om toe te werken naar begeleid wonen. Ik voeg daar wel aan toe dat dit ons huidige standpunt is. Deze visie kan altijd worden bijgesteld.
Het hoge recidivegevaar heeft uiteindelijk betrekking op ernstige delicten. Dit is als alle risicofactoren bij elkaar komen.
Het is mij niet bekend dat de vorige behandelcoördinator met betrokkene over een voorwaardelijke beëindiging heeft gesproken. Ik kan me wel voorstellen dat ver vooruit is gekeken en dat toen de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging is genoemd.
Ik schat in dat het recidivegevaar hoog is, wanneer nu zou worden overgegaan tot een voorwaardelijke beëindiging. Dit omdat er geen overeenstemming over de risicofactoren is en de samenwerking ontbreekt.