ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ2670
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A.M. Penders
- Rechtspraak.nl
Vordering tot reiskostenvergoeding en imagoschadevergoeding afgewezen in het kader van CAO VVT
In deze zaak vorderden de eisers, waaronder de vereniging AbvaKabo FNV en enkele individuele werknemers, een schadevergoeding van Tzorg B.V. wegens het niet uitbetalen van reiskostenvergoeding en imagoschade. De eisers stelden dat er een overeenkomst was gesloten waarin was vastgelegd dat werknemers recht hadden op een netto reiskostenvergoeding van € 1,09 per werkdag. De eisers voerden aan dat deze vergoeding niet was uitbetaald voor dagen waarop zij ziek waren of verlof hadden genomen, wat volgens hen leidde tot imagoschade voor AbvaKabo.
Tzorg B.V. verweerde zich door te stellen dat zij geen werkgever was van de eisers en dus niet verplicht was om reiskostenvergoeding te betalen. De kantonrechter oordeelde dat Tzorg inderdaad geen werkgever was van de eisers, waardoor de vorderingen tot reiskostenvergoeding niet ontvankelijk waren. De rechter concludeerde dat de werknemers alleen recht hadden op vergoeding voor de dagen waarop zij daadwerkelijk hadden gewerkt.
Wat betreft de vordering tot imagoschade, oordeelde de kantonrechter dat AbvaKabo wel ontvankelijk was in haar vordering, maar dat er geen sprake was van een schending van de overeenkomst of de CAO VVT. De rechter wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 28 februari 2013.