beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zaaknummers:C/01/257085 / JE RK 12-2262
C/01/257086 / JE RK 12-2263
C/01/257087 / JE RK 12-2264
Uitspraak: 21 februari 2013
Beschikking gericht tegen:
[gemachtigde],
wonende te [woonplaats].
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[moeder], wonende te [woonplaats](hierna mede te noemen: de moeder).
Deze beschikking heeft betrekking op de minderjarige:
- [de minderjarige], geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum].
De rechtbank heeft op 27 december 2012 kennisgenomen van een drietal verzoekschriften (bekend onder zaaknummers: C/01/257085/ JE RK 12-2262, C/01/257086 / JE RK 12-2263 en C/01/257087/ JE RK 12-2264) die [gemachtigde] als gemachtigde van [moeder] heeft ingediend. Hij verzoekt hierin de uithuisplaatsing van [de minderjarige] te beëindigen, de omgangsregeling tussen [moeder] en [de minderjarige] te wijzigen en Bureau Jeugdzorg te vervangen.
Bij brief van 6 februari 2013 heeft de rechtbank [gemachtigde] (onder meer en kort samengevat) bericht dat zij overweegt om hem te weigeren als gemachtigde van [moeder].
De rechtbank heeft [gemachtigde] en [moeder] uitgenodigd ter zitting van
20 februari 2013 te verschijnen, teneinde hun mening hieromtrent kenbaar te maken. [gemachtigde] en [moeder] hebben hier geen gebruik van gemaakt.
[de minderjarige] is geboren uit de inmiddels verbroken affectieve relatie tussen [moeder] en de heer [X]. Ten tijde van de geboorte oefende [moeder] van rechtswege alleen het gezag over [de minderjarige] uit.
Op [datum] is door de gemeente Eindhoven een akte van erkenning van [de minderjarige] door [gemachtigde] opgemaakt. Daarbij is tevens de geslachtsnaam van [de minderjarige] gewijzigd van [naam moeder] in [naam gemachtigde]. Op [datum] hebben [moeder] en [gemachtigde] een aantekening in het gezagsregister geplaatst dat zij voortaan gezamenlijk zijn belast met het gezag over [de minderjarige].
Bij beschikking van deze rechtbank van 23 mei 2011 heeft de rechtbank de heer [X] toestemming verleend ter vervanging van de toestemming van de moeder tot erkenning van [de minderjarige]. Deze beschikking is bij beschikking van het gerechtshof van 17 januari 2012 bekrachtigd.
Bij beschikking van deze rechtbank van 30 augustus 2011 heeft de rechtbank (onder meer en voor zover hier van belang) verklaard dat de erkenning van de [gemachtigde] van [de minderjarige] en de aantekening van het gezamenlijk gezag door [moeder] en [gemachtigde] nietig zijn. Deze beschikking is bij beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 14 maart 2012 bekrachtigd.
Blijkens het uittreksel uit de geboorteakte van de minderjarige heeft de heer [X] [de minderjarige] op [datum] erkend.
Bij beschikking van deze rechtbank van 22 januari 2013 is de heer [X] alleen belast het ouderlijk gezag over [de minderjarige].
Kinderbeschermingsmaatregelen
Bij beschikking van 19 april 2010 van de kinderrechter in deze rechtbank is [de minderjarige] voor de duur van één jaar onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant.
Bij beschikking van 3 december 2010 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een machtiging tot plaatsing verleend van [de minderjarige] in een verblijf pleegouder 24-uurs voor de duur van vier weken. Bij beschikking van 30 december 2010 is deze beschikking bekrachtigd en de machtiging tot plaatsing van [de minderjarige] in een verblijf pleegouder 24-uurs verlengd voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Vervolgens is bij beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 15 april 2011 de termijn van de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd met ingang van 19 april 2011 voor de duur van 1 jaar en is tevens een machtiging tot plaatsing van [de minderjarige] verleend bij de heer [X] voor de duur van 1 jaar.
Bij beschikking van 4 april 2012 heeft kinderrechter van deze rechtbank de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] en de plaatsing van [de minderjarige] bij de heer [X] verlengd tot 19 april 2013.
Gemachtigde/ belanghebbende
[gemachtigde] heeft [moeder] voor het eerst als gemachtigde vertegenwoordigd tijdens de mondelinge behandeling op 16 december 2010.
Nadien heeft [gemachtigde] in ruim 15 procedures [moeder] vertegenwoordigd als gemachtigde, dan wel is hij als belanghebbende betrokken geweest bij de zaken betreffende [de minderjarige].
In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, kunnen zij zich op grond van art. 80 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) laten bijstaan of zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. De rechter kan op grond van art. 81 Rv evenwel bij met redenen omklede beschikking bijstand of vertegenwoordiging door deze persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan, weigeren.
In deze procedure staat de vraag centraal of er tegen [gemachtigde] zodanig ernstige bezwaren bestaan dat hij als ongeschikte of onbetrouwbare gemachtigde door de rechtbank dient te worden geweigerd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Voorop dient te worden gesteld dat het een gemachtigde in beginsel vrij staat het standpunt van zijn cliënten te verwoorden op een wijze die hem goeddunkt, ook indien dat standpunt verwijten behelst aan de wederpartij en/of bij de geschillen betrokken derden. Ook voor een gemachtigde geldt evenwel - net als voor een advocaat - dat hij zich in woord en geschrift niet onnodig grievend dient uit te laten en dat hij zich slechts van verwijten en/of beschuldigingen bedient indien hij zodanig standpunt feitelijk onderbouwt en aan zijn bevindingen de consequenties verbindt die daarbij geëigend zijn.
[gemachtigde] heeft zich herhaaldelijk bediend van zeer krachtige bewoordingen die opzettelijk handelen (van in dit geval met name de Bureau Jeugdzorg of de gezinsvoogd) impliceren, zoals: liegen, bedriegen, bewust een uithuisplaatsing uitlokken, samenzwering Bureau Jeugdzorg en kinderrechters, intimidatie, discriminatie, financieel oogmerk ed. [gemachtigde] onderbouwt deze uitlating niet dan wel onvoldoende. De toonzetting van de bewoordingen van [gemachtigde] is de laatste jaren daarnaast steeds grimmiger geworden en als dreigend ervaren.
Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Inzake 222816/ JE RK 10-2471 (verweerschrift d.d. 12 december 2010)
"De valkuil die jeugdzorg voor de kinderrechter heeft gegraven in de hoop dat de kinderrechter daar weer intrapt. Informatie over [halfbroer minderjarige] (de halfbroer van [de minderjarige]) wordt gebruikt om [moeder] haar dochter [de minderjarige] af te kunnen pakken, een bekende truc die heerst bij jeugdzorg om een beeld te creëren over de moeder dat niet past bij de werkelijkheid. Een truc die ook door andere overheden vaak wordt uitgehaald".
Inzake 222816/ JE RK 10-2471 (verweerschrift d.d. 29 december 2010)
"De jeugdzorg heeft een ernstige gedragsstoornis. Stelselmatig wordt informatie over [halfbroer minderjarige] gebruikt om kinderbeschermingsmaatregelen voor [de minderjarige] uit te lokken".
Inzake 225785/ JE RK 11-139 (beroepschrift d.d. 10 januari 2011)
"[de minderjarige] is ontvoerd door de jeugdzorg".
" De moeder wordt mishandeld door een racistische en/ of discriminerende en/ of intimiderende gezinsvoogd met een bende laster en/of smaad en/of belediging waarbij ook afschrift van een compleet contactjournaal nog steeds wordt geweigerd".
"Ouders zijn in Nederland vogelvrij verklaard t.o.v. Jeugdzorg".
Inzake 225778/ JE RK 11-138 (verzoekschrift d.d. 10 januari 2011)
"De vader (de heer [X]) is zeer rancuneus jegens de moeder en probeert de moeder waar dat maar mogelijk is op ernstige wijze als opvoeder van [de minderjarige] te diskwalificeren".
"Er kunnen alleen maar duistere motieven zijn om [X] als belanghebbende aan te merken om weer een kind aan de jeugdzorg uit te leveren waarbij de stichten een financieel belang heeft om steeds meer kinderen in hun macht te krijgen".
"Er is sprake van treiteren van moeder door de stichting".
"[de moeder] gaat niet in beroep tegen "niet-ontvankelijkheid"bezwaarschrift indicatiebesluit, maar er worden "andere wegen" ingeslagen om dit soort "jeugdzorg vuilnis" aan te gaan".
Inzake 227522/ JE RK 11-361 (verzoekschrift d.d. 27 februari 2011)
"In de onderhavige zaak is sprake van de Zaanse verkoopmethode in de jeugdzorg".
"Op 4 december 2011 01.30 in de nacht werd [moeder] overvallen door een overvalteam met 3 agenten en 4 jeugdzorgmedewerkers en werd haar 2 jarige dochter meegenomen na een valse melding van een rancuneuze dronkenlap. De kinderrechters van de rechtbank Den Bosch keken nergens naar en beschikkingen werden met terugwerkende kracht toegeschreven naar de conclusie waarbij als papegaaien de jeugdzorg werd nagepraat".
"Tot op heden heeft moeder haar kinderen nooit meer te zien gekregen en de rechtbank Den Bosch plant alle door de moeder ingeleverde procedures pas op 8 april 2011 om jeugdzorg behulpzaam te zijn door hiermee de psychologische druk op moeder met deze gezinsvoogd in gesprek te gaan maximaal op te voeren".
"Dan komt een valse rancuneuze melding binnen bij de jeugdzorg en jeugdzorg ruikt hun kans om weer een kind in handen te krijgen zonder naar bewijs te kijken of de rancuneuze melding klopt".
"De jeugdzorg zit te liegen dat bezwaarschriften tegen weigering WOB informatie niet-ontvankelijk zijn en de jeugdzorg weet dat ook want de jeugdzorg kent de hoger beroep zaak met [gemachtigde] tegen SBJG bij de Raad van State welke uitslag bij de complete Nederlandse jeugdzorg insloeg als een bom".
"De jeugdzorg heeft uitstekende contacten bij de kinderrechter rechtbank Den Bosch".
"Een gesprek met de gezinsvoogd zolang de evaluatieplannen plan van Aanpak OTS [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] ondertekenend door gezinsvoogd [A] en [B] waarin valsheid in geschrifte wordt gepleegd en wordt gelogen door deze twee dat moeder deze twee evaluatieplannen van aanpak zijn besproken in januari en/of februari terwijl dat niet is gebeurd."
"Een gesprek met de gezinsvoogd zolang die gezinsvoogd ten onrechte de agressieve rancuneuze verwekker van [de minderjarige] niet belast met het gezag en nimmer familylife vanaf geboorte [de minderjarige] zit te ondersteunen in de strijd met de bedoeling van de wetgever en ten onrechte niet de ouder belast met het gezag".
Inzake 232814/ JE RK 11-1065 (verzoekschrift d.d. 30 juni 2011)
"Hoe rancuneus moet je zijn als gezinsvoogd/ gezinsvoogdijinstelling zijn om met ouders gemaakte afspraken niet na te komen en als de zaak desastreus verloopt de zaak om te draaien en de moeder hiervan de schuld te geven met allerlei prachtige verzonnen verhaaltjes eromheen. De ouders van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] kotsen van deze SBJNB praktijken. Gaan ervan uit dat ook in deze zaal de rechtbank Den Bosch SBJNB en de RvdK weer als een papegaai gaan napraten."
"Racisme in de jeugdzorg. Om te voorkomen dat moeder met haar kinderen heen en weer kan reizen naar Rusland zijn valse aanklachten verzonnen om deze twee kinderen uit huis te halen".
"Moeder is uit het gezag gezet over [halfbroer minderjarige] op verzoek van SBJNB en RVDK Eindhoven na valse aanklachten tegen moeder met als grondslag de door de rechtbank Den Bosch gehanteerde ongelijke doorlooptijden waarbij verzoekschriften van de moeder lang blijven liggen en verzoekschriften van SBJNB zeer snel(ler) worden behandeld. De lange en ongelijke doorlooptijden die de rechtbank Den Bosch hanteert worden gebruikt/misbruikt om vervolgens moeder uit het gezag te zetten".
"Falende jeugdzorg en falende rechtspraak en falende Raad voor de Kinderbescherming in Noord-Brabant worden gebruikt/misbruikt om de vader [gemachtigde] en [moeder] uit het gezag te zetten zodat het falen van deze drie partijen in de doorpot gestopt kan worden. De betrokken kinderen aan de jeugdzorg uitgeleverd worden en de daarbij behorende geldstromen door de jeugdzorg en onderaannemers in de jeugdzorg de komende jaren veilig gesteld en geïncasseerd kunnen worden."
"Rancuneuze en agressieve Brabantse Jeugdzorg jegens [moeder]. De jeugdzorg probeert de ouders van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] financieel ook kapot te procederen".
"De anonieme melder kan geen ooggetuige zijn geweest! De jeugdzorg liegt!"
Inzake 244709/ JE RK 12-467 (aanvalschrift- verweerschrift- openbare publicatie d.d. 29 maart 2012)
"Bij de gratie Gods kunnen en zullen de gevolgen voor iedereen die betrokken is bij het jatten van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] het legaliseren ervan niet uitblijven net zo lang tot de volgende zich realiseert dat hij/zij aan de beurt is als de gejatte kinderen [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] niet aan hun moeder worden teruggegeven".
"Bestemd voor het MALAFIDE Bureau Kinderrechter van de rechtbank Den Bosch".
"De Koningin heeft zeer ernstige fouten gemaakt door de kinderrechter en raadsheren als rechters te benoemen welke betrokken zijn bij organisatiecriminaliteit in de jeugdzorg in het bijzonder die rechters die betrokken zijn geraakt bij het jatten van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] en het legaliseren hiervan. Bij de gratie Gods kan het jatten van de twee kinderen [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] niet zonder gevolgen blijven en zijn de eestte voorspellingen van [gemachtigde] ondertussen wel uitgekomen. Tegen de wereldse organisatiecriminaliteit in de jeugdzorg zijn [moeder] en [gemachtigde] vanzelfsprekend kansloos. Echter wie maar op enigerlei betrokken is bij het jatten van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] na verzorgen verhalen en/of het legaliseren ervan gaat eraan. De schade die door jullie als MISDADIGERS aan [moeder] en [gemachtigde] wordt toegebracht wordt door jullie tenminste in tienvoud terugbetaald net zo lang tot de volgende beseft dat hij/zij of zijn familie eraan gaan als de gejatte kinderen [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] niet worden teruggeven".
"Met een verzonnen verhaal van een kwaadaardige SBJNB informant, de Raad voor de Leugenbescherming (RvdK) en een kinderrechter van Bureau Kinderrechter Den Bosch die het inmiddels probleemloos aandurft zwart op wit te schrijven dat naar verweer van [gemachtigde] niet hoeft te worden gekeken wordt [gemachtigde] in gezag geschorst opgevolgd door een kwaadaardige kinderrechter met een dik dossier terwijl [gemachtigde] maar 1 pagina van deze rechtbank Den Bosch ontving. Het wraken van dit soort rechters helpt natuurlijk niet meer in het huidige klimaat van jeugdzorg organisatiecriminaliteit. De agressie van jeugdzorg, Rvdk en rechters tegen ouders van kinderen heeft uitermate gevaarlijke gevolgen aangenomen waartegen lekenrechters en volksjuries dienen te worden ingezet waarbij bandopnamen van hoorzittingen gemaakt dient te worden om het bekende kenmerk organisatiecriminaliteit jeugdzorg knoeien in PV en niet ondertekenen van PV met keiharde maatregelen de kop in te drukken om kinderen daadwerkelijk te beschermen tegen zakkenvullers in de jeugdzorg, RvdK en rechtspraak."
"De moeder van [de minderjarige] heeft niet te maken met jeugdzorg, RvdK en rechters maar met beesten die kinderen jatten na verzonnen verhalen".
"Het jatten van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] is voor hun moeder pure horror, waarbij moeder met machtswellustelingen te maken heeft gekregen en met personeel werkzaam voor Bureau Kinderrechter Den Bosch, Gerechtshof Den Bosch, RvdK Eindhoven, Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, Stichting De Combinatie en Stichting Tender die [gemachtigde] rustig voor de ingang van gaskamers ziet staan om zeepjes en handdoekjes uit te delen aan familie met het verzoek zich te gaan douchen. Het zijn zonder uitzondering alleen maar pathologische leugenaars die geen enkel besef hebben wat zij bij de moeder van [de minderjarige] en [halfbroer minderjarige] hebben aangericht".
"De rechtspraak in Den Bosch heeft maling aan mensenrechten en procesreglementen onder met mom wij gaan onze gang en doen wat wij willen. Regels en wetten bij de gratie Gods zijn er alleen om burgers onder de duim te houden en financieel uit te kunnen kleden".
"De stichting/ gezinsvoogd heeft in strijd met de wet de moeder belast met het gezag niet ondersteund bij de opvoeding van [de minderjarige], maar is op een walgelijke en achterbakse manier in zee gegaan met een rancuneuze verwekker, zonder familylife met [de minderjarige], om [de minderjarige] pp een voor moeder walgelijke en achterbakse wijze bij hem te plaatsen in een pleeggezin setting onder het mom dat een biologische verwekkeer van een kind altijd beter is dan een ander pleeggezin."
"Er is geen sprake van hulpverlening door de stichting vanaf 3 december 2010 maar er is sprake van mishandeling van moeder door de gezinsvoogd en de stichting. Er is sprake van zoveel verzet en strijd van Bureau Jeugdzorg tegen moeder om kost wat kost met positioneel onderhandelden handhaven van de racistische, rancuneuze, liegende kantoorgezinsvoogd [A] dat Bureau Jeugdzorg gehinderd wordt in het inzetten van adequate hulpverlening van de minderjarigen."
Inzake C/01/257085/ JE RK 12-2262, C/01/257086 / JE RK 12-2263 en C/01/257087/ JE RK 12-2264 (verzoekschrift d.d. 26 december 2012)
"Organisatiecriminaliteit jeugdzorg en de rol van inteelt rechters rechtbank Den Bosch".
"[de minderjarige] gejat van haar moeder na verzonnen verhalen om kinderbeschermingsmaatregelen uit te lokken. Gevangen gehouden en na twee jaar besmet met Jeugdzorg gif door een rancuneuze verwekker."
"Er is geen sprake geweest van hulpverlening in de jeugdzorg maar beesten in de beesten waarbij de moeder op beestachtige wijze wordt mishandeld door personeel van SBJNB en hun handlangers. Niet de moeder die te worden onderzocht maar de SBJNB beesten waar moeder vervolgens mee te maken kreeg dienen psychologisch te worden onderzocht".
"Gemaakte afspraken tussen [moeder]/[gemachtigde] en SBJNB personeel/beesten werden systematisch niet nagekomen met als financieel oogmerk jeugdzorg niet kindgericht maar wel gericht op schaalvergroting en gericht op hetze tegen (politicus)[gemachtigde] door rancuneus SBJNB/RvdK/ Rechtbank Den Bosch personeel."
Nu blijkens de memorie van antwoord bij artikel 81 Rv ook handelingen en gedragingen buiten de gerechtelijke procedure aanleiding kunnen geven tot het weigeren van een persoon als gemachtigde, kan ook de inhoud van de website die door [gemachtigde] wordt beheerd bij de oordeelsvorming worden betrokken.
Uitgangspunt van de behandeling van familiezaken is, gelet op artikel 803 Rv, dat deze achter gesloten deuren plaatsvindt. Dit is een algemene uitzondering op het bepaalde in artikel 27 Rv, dat de terechtzitting openbaar is. Deze uitzondering houdt verband met de belangen van minderjarigen en de eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer en die van partijen. [gemachtigde] wordt als procesgemachtigde geacht hiervan op de hoogte te zijn. De passages van de website [naam website] waarin [gemachtigde] schrijft over [de minderjarige](en ook over haar broer [halfbroer minderjarige] ) staan echter op gespannen voet met de belangen van de betrokken minderjarigen.
Zowel uit al hetgeen is gepubliceerd op voornoemde website als uit de proceshouding van [gemachtigde] valt te concluderen dat hij zeer betrokken is bij de zaken waarin hij als gemachtigde optreedt voor [moeder] en dat hij zich laat leiden door het oogmerk dat hij vermeend onrecht wenst te bestrijden. Hij identificeert zich echter zó sterk met [moeder]en is kennelijk zodanig achterdochtig en wantrouwend ten aanzien van degenen die in welke zin dan ook belast zijn met het treffen of uitvoeren van maatregelen van kinderbescherming, dat iedere distantie verloren is gegaan. Dit beïnvloedt niet alleen zijn wijze van procederen in negatieve zin, maar ook de adviserende begeleiding die hij in dat verband geeft aan [moeder], zoals dat onder meer tot uiting komt in het advies van [gemachtigde] aan [moeder] om niet met de huidige gezinsvoogd samen te werken en niet aan de gestelde voorwaarden te voldoen. Dit advies heeft er onder meer toe geleid dat er tot dusver weinig of geen omgang tussen [moeder] en [de minderjarige] kon worden georganiseerd. Daardoor is het noch voor de gezinsvoogd, noch voor de kinderrechter mogelijk om te komen tot een andere koers dan thans is ingesteld. [gemachtigde] negeert met deze houding de door de kinderrechter genomen beslissingen, zonder daartegen in hoger beroep te komen. Het in het belang van [de minderjarige] bepaald noodzakelijke overleg wordt door de wijze van optreden van [gemachtigde] praktisch onmogelijk gemaakt.
Al het voorgaande, ook in onderlinge samenhang bezien, leidt tot het oordeel dat er sprake is van ernstige bezwaren tegen [gemachtigde] in zijn rol als gemachtigde voor [moeder]. De rechtbank zal de bijstand en vertegenwoordiging van [moeder] door [gemachtigde] daarom weigeren.
Gezien de algehele inhoud van de door hem opgestelde processtukken, alsook de wijze waarop hij zich op het internet en daarbuiten profileert, is niet zozeer sprake van een zaaksgerelateerde overschrijding van de in rechte te respecteren (fatsoens-)normen, maar van een zodanig gebrek aan professionele distantie jegens al degenen die belast zijn met het treffen van en het uitvoering geven aan maatregelen van kinderbescherming, dat in redelijkheid niet te verwachten valt dat [gemachtigde] binnen afzienbare tijd tot een andere opstelling zal kunnen komen. Om die reden zal voor de duur van de te treffen maatregel worden aangesloten bij de termijn van twee jaren, zoals die vroeger uitdrukkelijk in de wet werd genoemd.
Nu de rechtbank heeft besloten om de bijstand en vertegenwoordiging van [moeder] door [gemachtigde] op grond van art. 81 Rv te weigeren, wordt [gemachtigde] niet-ontvankelijk verklaard in de door hem ingediende verzoekschriften (bekend onder zaaknummers: C/01/257085/ JE RK 12-2262, C/01/257086 / JE RK 12-2263 en C/01/257087/ JE RK 12-2264).
Met inachtneming van al het voorgaande wordt als volgt beslist.
weigert bijstand en vertegenwoordiging van [moeder] door [gemachtigde] voor de duur van twee jaren;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verklaart [gemachtigde] niet-ontvankelijk in de door hem ingediende verzoekschriften bekend onder zaaknummers: C/01/257085/ JE RK 12-2262, C/01/257086 / JE RK 12-2263 en C/01/257087/ JE RK 12-2264.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.P.M. van Reijsen, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2013 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hen op andere wijze bekend is geworden.