ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ2160
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een jaar na beoordeling van recidiverisico en behandelvoortgang
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 februari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch in 2002. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd in 2011. De officier van justitie heeft op 3 januari 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar, waarbij de indexdelicten afpersing, zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht zijn. De rechtbank heeft de zaak behandeld in aanwezigheid van de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen. De deskundigen hebben een advies uitgebracht over de voortgang van de behandeling en het recidiverisico, waarbij werd gesteld dat het ontrekkingsrisico bij begeleid verlof als laag werd ingeschat, maar dat het recidiverisico nog steeds als hoog werd beoordeeld. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven het eens te zijn met het verlengingsadvies, maar vroeg om verduidelijking over het hoge recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, met de nadruk op het monitoren van de voortgang van de resocialisatie.