ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ2160

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/025385-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een jaar na beoordeling van recidiverisico en behandelvoortgang

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 februari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch in 2002. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd in 2011. De officier van justitie heeft op 3 januari 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar, waarbij de indexdelicten afpersing, zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht zijn. De rechtbank heeft de zaak behandeld in aanwezigheid van de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen. De deskundigen hebben een advies uitgebracht over de voortgang van de behandeling en het recidiverisico, waarbij werd gesteld dat het ontrekkingsrisico bij begeleid verlof als laag werd ingeschat, maar dat het recidiverisico nog steeds als hoog werd beoordeeld. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven het eens te zijn met het verlengingsadvies, maar vroeg om verduidelijking over het hoge recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, met de nadruk op het monitoren van de voortgang van de resocialisatie.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/025385-01
Uitspraakdatum: 26 februari 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1979],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 september 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van het gerechtshof te Arnhem van 3 oktober 2011 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 3 januari 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 februari 2013. Hierbij zijn de officier van justitie mr. Erades, deskundige mw. Kaldenbach en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. Maton gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van M. Hanoeman en J.M.H. Nijhuis, psychiater respectievelijk hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 7 december 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van afpersing, zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
"Het ontrekkingsrisico bij begeleid verlof wordt als laag ingeschat. Patiënt zal langdurig afhankelijk blijven van externe zorg en structuur. Op basis van de informatie uit de risicotaxatie-instrumenten wordt het risico op een ernstig geweldsdelict bij onmiddellijke beëindiging van de huidige maatregel zowel op de korte termijn matig-hoog als op de lange termijn als hoog ingeschat.(...)
Momenteel worden er bij patiënt persoonlijkheidsstoornis, psychotische stoornis NAO in remissie en middelenproblematiek gediagnosticeerd. Het psychiatrisch beeld van patiënt kan omschreven worden als een ongedifferentieerd polymorf beeld bestaande uit kwetsbaarheid voor psychoticiteit, agressie en impulscontrole stoornissen, seksuele problematiek en sociaal onvaardigheid.
De problematiek van de heer [terbeschikkinggestelde] is met grote frequentie zichtbaar in zijn gedrag tijdens zijn verblijf in de afdeling in de vorm van gebrek aan sociale vaardigheden en copingvaardigheden. Daarnaast is sprake van een gebrekkig probleeminzicht en weinig inzicht in seksualiteit en vriendschap en relaties. De psychotische symptomen zijn momenteel niet aanwezig, verwacht wordt dat de gestructureerde omgeving hier debet aan is. (...)
Positief is dat patiënt een lichte verbetering heeft laten zien op het gebied van agressie. In de afgelopen periode is het niet tot fysieke agressie gekomen en is ook zijn verbale agressie verminderd. Ook de seksuele preoccupatie wordt minder waargenomen. Patiënt zet zich actief in voor zijn behandeling, tijdens de therapieën maar ook op de afdeling. Tevens zijn er geen aanwijzingen voor middelengebruik in de afgelopen periode. (...)
Patiënt zijn problematiek is nog steeds aanwezig ondanks langdurige behandeling. Dit maakt dat besloten is de behandeling te richten op het managen van de risico's ten einde het recidiverisico te verminderen. (...)
In de komende periode zal gewerkt worden aan de resocialisatie. Patiënt zal, vanwege de chroniciteit van zijn stoornis, blijvend afhankelijk zijn van externe zorg en structuur. In de gestructureerde omgeving, waar hem veel zorg wordt geboden, functioneert patiënt stabiel. Echter de vraag is hoe patiënt in een minder gestructureerde omgeving functioneert. Om dit te onderzoeken wordt met kleine stappen het resocialisatietraject gestart waarbij continu het toestandsbeeld en de risico's van patiënt gemonitord worden. De eerste stap in dit traject is begeleid verlof. De aanvraag voor begeleid verlof wordt binnenkort verzonden aan het Ministerie. Wanneer dit verlof wordt toegekend, zal in kleine stappen geoefend worden met verloven. Hierbij kan patiënt ervaring opdoen met prikkels, zelfredzaamheidsvaardigheden en sociale vaardigheden die in de maatschappij van hem verwacht worden. Er zal geëvalueerd worden hoe dit verloopt, op basis waarvan gekeken wordt of de volgende stap, onbegeleide verloven, verantwoord wordt geacht. Het beoogde einddoel is dat patiënt in een forensisch psychiatrische afdeling van de reguliere geestelijke gezondheidszorg zal verblijven. Omdat deze stappen met voorzichtigheid genomen zullen moeten worden en dit tijd zal gaan kosten, adviseren wij u de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen."
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben het wel eens met het verlengingsadvies. Ik wil alleen weten waarom het recidiverisico nog steeds als hoog wordt geschat en wat ik daar aan kan doen om dit te verlagen. Ik beschouw mezelf niet meer als een gevaar. Ik had vroeger een ander soort leven. Mijn seksuele problematiek wordt ook veroorzaakt doordat ik als jongeman uit de maatschappij ben verwijderd en in een kliniek ben opgesloten. Ik ben nu aan het veranderen en leer anders omgaan met problemen omtrent vrijheidsbeperking. Ik zit al een lange tijd binnen. Ik heb wel vooruitgang in de behandeling geboekt. Ik weet dat ik geen delicten meer zal plegen en daar ben ik trots op. Ik ben gestopt met drugs en roken. Ik heb toekomstplannen. Ik heb ook een toekomst in het geboorteland van mijn ouders. Ik hoop ook hier in Nederland te kunnen gaan werken. Ik volg daartoe een opleiding in de kliniek. Ik heb geleerd dat wat ik destijds heb gedaan niet kan. Ik heb in de kliniek zelfs een sociotherapeute gered die dreigde te stikken in haar snoepje.
De deskundige, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Mijn naam is Jonne Kaldenbach en ik ben geboren op 19 juli 1983. Ik ben behandelcoördinator/psycholoog bij de inrichting waar betrokkene verblijft. De aanvraag voor onbegeleid verlof wordt deze week gedaan. De beslissing van het Ministerie laat meestal ongeveer acht weken op zich wachten. Vorige keer is de verlofaanvraag afgewezen omdat de verbetering nog van een te korte duur was. De periode van verbetering duurt nu al wat langer. We schatten in dat een RIBW met weinig begeleiding als einddoel te zwaar zal zijn. Als betrokkene nu vrij zou komen is er nog niets voor hem geregeld en moet hij alles zelf doen. Wij verwachten dat hij dat niet zal kunnen en daarom is het recidiverisico hoog. We zijn wel overtuigd van zijn wil om mee te werken aan het niet laten zien van agressie en het afzien van middelengebruik.
Ik persisteer bij het verlengingsadvies de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is vooruitgang geboekt met terbeschikkinggestelde. Er heeft anderhalf jaar geen verlof plaatsgevonden, maar mogelijk is terbeschikkinggestelde nu klaar voor begeleid verlof gelet op het lage risico. Er is thans nog sprake van een hoog recidiverisico en een stoornis. Terbeschikkinggestelde verblijft al lange tijd in terbeschikkingstelling afgezet tegen de indexdelicten. Ik verzoek de rechtbank, gelet op de positieve ontwikkelingen, de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ken cliënt al jaren en zie verbetering bij hem. Hij is stabieler en vertoont een positieve ontwikkeling. In de kliniek wordt cliënt dagelijks geconfronteerd met spanningen, prikkels en drugsgebruik en hij kan daar steeds beter mee omgaan. Cliënt heeft het leven gered van een sociotherapeute. Met betrekking tot drugsgebruik scoort cliënt negatief. De deskundige heeft aangevoerd dat cliënt niet eens de neiging heeft daarnaar te vragen. Cliënt is in de kliniek een sportman geworden en is op een gezonde manier met zijn lichaam bezig. Hij zal daarom buiten de inrichting niet zo snel terugvallen in drugsgebruik. Ik hoop dat de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, de terbeschikkingstelling met een jaar zal verlengen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. Naar het oordeel van de rechtbank wordt het recidiverisico afdoende onderbouwd in genoemd advies en de ter terechtzitting gegeven toelichting daarop door de deskundige. De rechtbank stelt vast dat het recidiverisico bij de terbeschikkinggestelde thans nog steeds als hoog wordt geschat, indien de TBS-structuur en de behandeling zouden wegvallen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Betrokkene staat aan het begin van zijn resocialisatietraject. Zoals door de deskundige ter terechtzitting is verklaard, wordt verwacht dat dit traject nog zeker enkele jaren in beslag zal nemen. Uit het verhandelde ter terechtzitting is het de rechtbank gebleken dat betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De rechtbank wenst deze positieve ontwikkeling en de voortgang te monitoren. De rechtbank stelt ook vast dat de begeleide verloven thans nog niet zijn aangevangen en dat er aldus vooralsnog geen zicht is op mogelijke ontwikkelingen van betrokkene tijdens deze begeleide verloven. De rechtbank ziet, gelet op de duur van de terbeschikkingstelling en de ernst van de indexdelicten, gronden om de terbeschikkingstelling thans te verlengen met de duur van een jaar.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met een jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. E.C.P.M. Valckx en mr. N.M. Spelt, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.A.M. Balemans, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 februari 2013.
6
Parketnummer: 01/025385-01
[terbeschikkinggestelde]