In voornoemde adviesrapportage ten behoeve van de wenselijkheid van verlenging van de terbeschikkingstelling van de reclassering is onder meer het volgende gesteld:
Diagnose.
Huisvesting en wonen.
Tijdens de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging verbleef betrokkene onder andere in de [naam kliniek en plaatsnaam], [naam kliniek en plaatsnaam], [naam kliniek en plaatsnaam] en [naam kliniek en plaatsnaam]. De overplaatsingen hadden diverse redenen: druggebruik, relatie met een therapeute, geen overeenstemming over de voorwaarden voor verlof en het telkens weer opstarten van therapieën.
Sinds vijf maanden woont betrokkene bij zijn zus in [plaatsnaam]. Hij heeft een goede relatie met zijn zus en zwager. Hij mag voor onbepaalde tijd bij haar wonen. Tot op heden (19 november 2012) heeft de toezichthouder geen signalen ontvangen dat betrokkene zich niet zou conformeren aan de voorwaarden.
Opleiding, werk en leren.
Sinds drie maanden werkt betrokkene in de asbestsanering. Betrokkene heeft de intentie om als zzp'er in de asbestsanering te gaan werken.
Inkomen en omgaan met geld.
Betrokkene heeft geen openstaande schulden.
Relatie met partner, geziens- en familieleden.
Sinds ruim twee maanden heeft betrokkene een partnerrelatie. Zijn vriendin woont met haar twee kinderen in de omgeving van [plaatsnaam]. De reclassering heeft geen signalen ontvangen dat er sprake zou zijn geweest van hands-off en/of hands-on geweld in de partnerrelatie.
Relatie met vrienden en kennissen.
In de huidige situatie heeft betrokkene voornamelijk contact met zijn familie, zijn partner, ex-partner en hun dochter. Zijn sociaal netwerk is op dit moment beperkt. De toezichthouder heeft geen signalen ontvangen van derden dat er sprake zou zijn (geweest) van risicovolle situaties met betrokken tot contacten in het sociaal netwerk.
Druggebruik.
Betrokkene heeft aangegeven een bloed- en urinecontrole te hebben gehad gedurende het toezicht. Hij ervaart dit niet als een grote belasting. Hij is klaar met het gebruiken van cocaïne en andere middelen en wil dit graag bevestigd hebben door middel van controles op middelengebruik.
Alcoholgebruik.
Op dit moment is betrokkene abstinent van alcohol. Hij zegt ook nog geen behoefte te hebben aan alcohol, maar sluit niet uit dat hij ooit, na beëindiging van de terbeschikkingstelling, alcohol zal gaan nuttigen. Af en toe wordt er alcoholvrij bier voor hem gekocht. Betrokkene is ook overtuigd dat zijn familie het niet zal accepteren, indien hij alcohol zou gaan gebruiken.
Emotioneel welzijn.
Zoals moge blijken uit de stukken van het PBC is er thans geen sprake meer van een persoonlijkheidsstoornis, maar de verwachting is dat persoonlijkheidskenmerken nog altijd veel aandacht behoeven.
Denkpatronen, gedrag en vaardigheden.
Betrokkene geeft aan geen meerwaarde te zien in het voortzetten van de ambulante behandeling bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek. Ondanks, dat hij destijds een eigen verzoek had gedaan tot het opstarten van een ambulante behandeling, is dit verzoek nu niet meer actueel. Hij zegt geen specifieke doelstellingen meer te hebben voor een behandelcontact met een psychiater en/of psycholoog. Volgens betrokkene is al geruime tijd het behandelplafond bereikt en hij kan voldoende zaken met zijn toezichthouder bespreken met wie hij wekelijks face-to-face contact heeft.
Houding.
Betrokkene heeft spijt, zo blijkt ook mede uit onderbouwing door het PBC. Hij acht zichzelf in elk geval hoofdverantwoordelijk voor de indexdelicten en dan met name de mishandeling van zijn toenmalige partner. Tot op heden heeft betrokkene gedurende het reclasseringstoezicht kunnen omgaan met zijn autonomie en heeft hij zich geconformeerd aan de voorwaarden. Betrokkene is zeer gemotiveerd om zijn huidige vrijheden te behouden en uiteindelijk te kunnen uitbreiden. Betrokkene wil nooit meer hoeven terug te keren naar een forensisch psychiatrische kliniek en deze onderliggende motivatie lijkt een ondersteunende factor te zijn voor betrokkene om zich te houden aan de afspraken.
Integrale conclusie.
Inschatting recidiverisico.
Op basis van de huidige situatie van betrokkene wordt het recidiverisico als laag gemiddeld ingeschat, zolang betrokkene zich zal conformeren aan de voorwaarden, abstinent zal blijven van middelen zoals alcohol en cocaïne, de dagstructuur behoudt dankzij zijn werkzaamheden als asbestsaneerder en geen contacten legt met personen die zich in een risicovolle situatie begeven en/of criminele activiteiten plegen. Het wonen bij familie en de intensieve contacten met de familie worden als beschermende factoren beschouwd.
Advies voor de rechtszitting.
Geadviseerd wordt om de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd:
-Meldingsgebod;
-Behandelverplichting;
-Drugs- of alcoholverbod;
-Locatiegebod;
-Andere voorwaarden het gedrag van de veroordeelde betreffende.