ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ1214

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/8333049-12
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op supermarkt met geweld en bedreiging

In deze zaak is de verdachte, een minderjarige, veroordeeld voor het plegen van een gewapende overval op een supermarkt in Eindhoven op 31 juli 2012. Samen met een mededader heeft hij de supermarkt overvallen, waarbij hij dreigde met een lang voorwerp dat op een zwaard leek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader de toegang tot de supermarkt hebben verkregen door de schuifdeur open te breken. Vervolgens zijn zij met bedekte gezichten de winkel binnen gerend, waarbij zij geweld hebben gebruikt tegen aanwezige medewerkers en hen hebben bedreigd met een mes en een koevoet. De verdachte heeft de medewerkers gedwongen om geld af te geven, wat resulteerde in een aanzienlijke schade voor de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot achttien maanden jeugddetentie, waarvan tien maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en toezicht van de jeugdreclassering. Daarnaast is er een schadevergoeding van € 1.500,-- opgelegd aan een van de slachtoffers, met een vervangende jeugddetentie van 25 dagen bij niet-betaling. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen gelast, omdat het belang van strafvordering zich daar niet meer tegen verzet. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden van de verdachte en de impact van het delict op de slachtoffers.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 01/833049-12
Parketnummer vordering: 01/824033-11
Datum uitspraak: 18 februari 2013
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen
[verdachte]]
geboren te [geboorteplaats, geboortedatum]
wonende te [woonplaats, adres]
thans gedetineerd in JJI De Hunnerberg te Nijmegen.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren op de terechtzitting van 9 november 2012 en 4 februari 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 9 oktober 2012. Ter terechtzitting van 4 februari 2013 heeft de officier van justitie de tenlastelegging gewijzigd. Na deze wijziging wordt aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere, althans een geldcassette(s) (inhoudende een hoeveelheid geld), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Supermarkt Plusmarkt (gevestigd aan de [adres]) en/of [slachtoffer 6] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en/of (vervolgens)
- met (gedeeltelijk) (met (een) (bivak)mutsen en/of zonnebril(len) en/of sjaal(s)) bedekte gezicht(en) de supermarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en/of
- met een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en/of stekende bewegingen gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt en/of heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben weggeduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en/of die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en/of heeft/hebben gedwongen onder bedreiging van dat lange steekvoorwerp/grote mes en/of koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, de pinautomaat te openen en/of de geldcassette(s) te overhandigen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
artikel 317 jo 312 lid 2 en 3 Wetboek van Strafrecht;
en/of
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een meerdere, althans een geldcassete(s) (inhoudende een geldbedrag), en/of de inhoud van de kassalade(s) (inhoudende een geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Supermarkt de Plusmarkt ((gevestigd aan de [adres]) en/of [slachtoffer 6] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk geweldadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en/of (vervolgens)
- met (gedeeltelijk) (met (een) (bivak)mutsen en/of zonnebril(len) en/of sjaal(s)) bedekte gezicht(en) de Plusmarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en/of
- een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en/of stekende bewegingen gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt en/of heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben (weg)geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en/of die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geduwd en/of
- geld uit de kassalade heeft/hebben gepakt en/of
- (een) geldcassette(s) uit de geld/pinautomaat heeft/hebben getrokken/gepakt;
artikel 312 lid 2 sub 2 en 3 Wetboek van Strafrecht;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 01/ 824033-11is aangebracht bij vordering van 31 augustus 2012. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 9 juni 2011. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
op 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van geldcassettes inhoudende een hoeveelheid geld, toebehorende aan Supermarkt Plusmarkt gevestigd aan de [adres] en/of [slachtoffer 6] welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededaders opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en vervolgens
- met met bivakmutsen en/of zonnebril en/of sjaals bedekte gezichten, de supermarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en
- met een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], en
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- die [slachtoffer 1] met kracht heeft/hebben vastgepakt en heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en die [slachtoffer 1] heeft/hebben weggeduwd en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en die [slachtoffer 3] heeft/hebben geduwd en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en heeft/hebben gedwongen onder bedreiging van dat lange steekvoorwerp/grote mes en op een koevoet gelijkend voorwerp, de pinautomaat te openen en de geldcassettes te overhandigen,
terwijl verdachte en/of een van zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak
en
op 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de inhoud van de kassalade inhoudende een geldbedrag, toebehorende aan Supermarkt de Plusmarkt gevestigd aan de [adres] en/of [slachtoffer 6] waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en vervolgens
- met met bivakmutsen en/of zonnebril en/of sjaals bedekte gezichten de Plusmarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en
- een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- die [slachtoffer 1] met kracht heeft/hebben vastgepakt en heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en die [slachtoffer 1] heeft/hebben weggeduwd en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en die [slachtoffer 3] heeft/hebben geduwd en
- geld uit de kassalade heeft/hebben gepakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De feiten zijn voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 317 eerste en derde lid en artikel 312 eerste lid en tweede lid aanhef onder 2o en 3o van het Wetboek van Strafrecht. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
ten aanzien van het primair ten laste gelegde
* 24 maanden jeugddetentie met aftrek van voorarrest waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar onder de bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen van de William Schrikker Groep, ook als dat inhoudt dat veroordeelde zal meewerken aan een ambulante behandeling bij de GGzE en onderzoek bij Kentalis,
* onttrekking aan het verkeer van de onder verdachte in beslag genomen dolk,
* teruggave van de onder verdachte in beslag genomen kleding
* niet-ontvankelijkverklaring van benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt,
* gehele toewijzing van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van
€ 1.500,--, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van
€ 1.500,-- subsidiair 25 dagen hechtenis.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging verzoekt de rechtbank om verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis en daarnaast een voorwaardelijk strafdeel met daaraan gekoppeld de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarden.
Het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In het nadeel van verdachte weegt mee
Verdachte en zijn mededaders hebben een overval op een supermarkt gepleegd. In de supermarkt hebben verdachte en een van de mededaders geweld gebruikt tegen een van de aanwezige medewerkers en hebben zij andere medewerkers van die supermarkt met een groot zwaardmes en een op een koevoet gelijkend voorwerp bedreigd. De rechtbank acht het buitengewoon ernstig en zorgwekkend dat verdachte aan een dergelijke overval zijn bijdrage heeft geleverd en dat hij er kennelijk niet voor terugschrikt geweld tegen zijn medemensen te gebruiken enkel en alleen ter voldoening van zijn financiële behoeften.
Voor de slachtoffers moet de overval een angstige en schokkende gebeurtenis zijn geweest. De ervaring leert dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog gedurende lange tijd de psychisch nadelige gevolgen daarvan ondervinden. Daarnaast hebben verdachte en zijn mededaders door hun handelen de in de samenleving heersende gevoelens van angst en onveiligheid aangewakkerd. De rechtbank beschouwt het bewezen verklaarde dan ook als een zeer ernstig feit.
Verdachte is in 2008 en 2011voor overtreding van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, eveneens een geweldsdelict, veroordeeld. Bovendien heeft hij het onderhavige feit gepleegd terwijl hij nog in een proeftijd liep. Deze veroordelingen hebben verdachte er niet van weerhouden opnieuw een - ernstig - geweldsdelict te plegen.
In strafmatigende zin weegt het volgende mee
Verdachte is niet eerder veroordeeld voor een dergelijk ernstig delict. Weliswaar is hij eerder voor geweldsdelicten veroordeeld, maar deze waren van een minder ernstige aard dan het hiervoor bewezen verklaarde delict.
Uit de over verdachte opgemaakte rapportage d.d. 22 oktober 2012 van kinder- en jeugdpsychiater G.C.G.M. Broekman komt - samengevat- het volgende naar voren. Bij verdachte is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, verbale zwakbegaafdheid en een gedragsstoornis. Daarbij is gebleken van een zwakke impuls- en agressieregulatie, onrijpe emotionele, sociale en morele ontwikkeling. Een en ander was ook aanwezig ten tijde van het delict. Voorts is verdachte beïnvloedbaar voor negatief gedrag van zijn negatief georiënteerde peergroup. Omdat verdachte zich beroept op zijn zwijgrecht kan de gedragsdeskundige geen verband aangeven tussen stoornis en delict en dus geen uitspraak doen over de toerekeningsvatbaarheid. Wel wordt geconcludeerd dat de kans op ongewenst gedrag groot is bij uitblijven van een adequate behandeling. De gedragsdeskundige adviseert een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf met als bijzondere voorwaarden een poliklinisch jeugdforensisch behandeltraject binnen de Catamaran van de GGzE en begeleiding door de jeugdreclassering.
De William Schrikker Jeugdreclassering heeft in de over verdachte uitgebrachte rapportage van 15 januari 2013 - samengevat - geadviseerd om een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met als bijzondere voorwaarde begeleiding door de William Schrikker Jeugdreclassering, waaronder mede begrepen dat verdachte in opdracht van die instelling moet meewerken aan ambulante behandeling door de GGzE/Catamaran en (IQ-) onderzoek door Kentalis. Verdachte heeft zich bereid getoond aan behandelingen deel te nemen in een poging de kans op recidive te verminderen.
De strafmodaliteit
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een jeugddetentie welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden. De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Gelet op de over verdachte uitgebrachte rapportages en de houding van verdachte ter terechtzitting van 4 februari 2013 zal rechtbank een deel van deze jeugddetentie voorwaardelijk opleggen om enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde feit tot uitdrukking te brengen en anderzijds om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan het voorwaardelijk gedeelte van deze straf zal de door de jeugdreclassering voorgestelde - in het dictum nader omschreven - bijzondere voorwaarde worden gekoppeld.
Conclusie
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een jeugddetentie van achttien maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde van toezicht door de jeugdreclassering als na te melden, passend en geboden is.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt.
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de kosten van de behandeling van de door haar personeelslid [slachtoffer 1] door de overval opgelopen Post Traumatische Stress Stoornis tot een bedrag van € 1.500,-- [post 2] vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in het overige gedeelte van de vordering, omdat de rechtbank van oordeel is dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Uit de door deze benadeelde overgelegde stukken blijkt immers dat een gedeeltelijke schadevergoeding van de verzekeraar is ontvangen, maar niet blijkt op welke schadeposten deze betrekking heeft. Eventueel nader onderzoek ter zake zou verder uitstel van de beslissing in de strafzaak meebrengen, hetgeen de rechtbank niet aanvaardbaar acht gelet op het belang van verdachte en het maatschappelijk belang bij een spoedige beslissing. De benadeelde partij kan deze onderdelen van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat dit een voorwerp is met behulp van welke de feiten zijn begaan en het voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01/824033-11.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 24c, 27, 36f, 60a, 77a, 77g, 77h, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77cc, 77dd, 77ee, 77gg, 77hh, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK
Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het primair bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
en
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen en maatregelen.
* Jeugddetentie voor de duur van achttien maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de aanwijzingen hem in het kader van jeugdreclassering te geven door of namens het Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, Wal 20, 5611 GG Eindhoven (uit te voeren door de William Schrikkergroep, Jeugdreclassering), ook indien zulks inhoudt dat veroordeelde moet meewerken aan een behandeling bij de GGzE/Catamaran en/of aan onderzoek bij Kentalis.
Verleent opdracht aan voornoemd Bureau om aan de veroordeelde terzake van de naleving van deze bijzondere voorwaarde hulp en steun te verlenen.
* Maatregel van schadevergoeding van € 1.500,-- subsidiair 25 dagen jeugddetentie. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen jeugddetentie. De toepassing van deze vervangende jeugddetentie heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het toegewezen bedrag, bestaande uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
* Maatregel van schadevergoeding van € 1.500,-- subsidiair 25 dagen jeugddetentie. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Supermarkt Plusmarkt t.a.v. [slachtoffer 6] van een bedrag van
€ 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen jeugddetentie. De toepassing van deze vervangende jeugddetentie heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Het toegewezen bedrag, bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt t.a.v. [slachtoffer 6] van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beslissing op de in beslag genomen goederen.
* Onttrekking aan het verkeer van de onder verdachte in beslag genomen zwarte dolk [goednummer 549869].
* Teruggave aan verdachte de onder hem in beslag genomen goederen, te weten een wit shirt [goednummer 550147] en een blauwe broek [goednummer 550148] en een paar witte sportschoenen van het merk Diadora [goednummer 549633].
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
Last tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 9 juni 2011, gewezen onder parketnummer 01/824033-11, te weten jeugddetentie voor de duur van één week.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter en tevens kinderrechter-plv.
mr. M. Lammers en mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 18 februari 2013.