vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 01/825388-12
Datum uitspraak: 18 februari 2013
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats, geboortedatum]
wonende te [woonplaats, adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 4 januari 2013. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere, althans een geldcassette(s) (inhoudende een hoeveelheid geld), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Supermarkt Plusmarkt (gevestigd aan de [adres]) en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en/of (vervolgens)
- met (gedeeltelijk) (met (een) (bivak)mutsen en/of zonnebril(len) en/of sjaal(s)) bedekte gezicht(en) de supermarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en/of
- met een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en/of stekende bewegingen gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt en/of heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben weggeduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en/of die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en/of heeft/hebben gedwongen onder bedreiging van dat lange steekvoorwerp/grote mes en/of koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, de pinautomaat te openen en/of de geldcassette(s) te overhandigen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
artikel 317 jo 312 lid 2 en 3 Wetboek van Strafrecht;
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een meerdere, althans een geldcassete(s) (inhoudende een geldbedrag), en/of de inhoud van de kassalade(s) (inhoudende een geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Supermarkt de Plusmarkt ((gevestigd aan de [adres]) en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk geweldadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en/of (vervolgens)
- met (gedeeltelijk) (met (een) (bivak)mutsen en/of zonnebril(len) en/of sjaal(s)) bedekte gezicht(en) de Plusmarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en/of
- een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en/of stekende bewegingen gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt en/of heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben (weg)geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en/of die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geduwd en/of
- geld uit de kassalade heeft/hebben gepakt en/of
- (een) geldcassette(s) uit de geld/pinautomaat heeft/hebben getrokken/gepakt;
artikel 312 lid 2 sub 2 en 3 Wetboek van Strafrecht;
Ter terechtzitting van 4 februari 2013 heeft de officier van justitie de tenlastelegging gewijzigd in die zin dat daaraan het navolgende wordt toegevoegd:
subsidiair althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere, althans een geldcassette(s) (inhoudende een hoeveelheid geld), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Supermarkt Plusmarkt (gevestigd aan de [adres]) en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en/of (vervolgens) met (gedeeltelijk) (met (een) (bivak)mutsen en/of zonnebril(len) en/of sjaal(s)) bedekte gezicht(en) de supermarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en/of
- met een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en/of stekende bewegingen gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt en/of heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben weggeduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat bij op de grond moest liggen en/of die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geduwd en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en/of heeft/hebben gedwongen onder bedreiging van dat lange steekvoorwerp/grote mes en/of koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, de pinautomaat te openen en/of de geldcassette(s) te overhandigen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of hij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 31 juli 2012 tc Eindhoven en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschalt en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar:
- die [medeverdachte] en/of een onbekend gebleven perso(o)n(en) met een auto te vervoeren naar en/of van de plaats van het misdrijf en/of
- zich (met een auto) op te houden in de (directe) nabijheid van de plaats van het misdrijf teneinde die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven perso(o)n(en) hun/zijn vlucht mogelijk te maken en/of weg te kunnen voeren van de plaats van het misdrijf en/of
teneinde het bezit van het gestolene te verzekeren
artikel 317 jo 312 lid 2 en 3 jo 48 Wetboek van Strafrecht;
[medeverdachte] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een meerdere, althans een geldcassette(s) (inhoudende een geldbedrag), en/of de inhoud van de kassalade(s) (inhoudende een geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Supermarkt de Plusmarkt (gevestigd aan de [adres]) en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/bun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] gepleegd met bet oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en/of (vervolgens)
- met (gedeeltelijk) (met (een) (bivak)mutsen en/of zonnebril(len) en/of sjaal(s)) bedekte gezicht(en) de Plusmarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en/of
- een lang steekvoorwerp/groot mes en/of een koevoet, althans een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt en/of heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben (weg)geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en/of die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geduwd en/of
- geld uit de kassalade heeft/hebben gepakt en/of
- (een) geldcassette(s) uit de geld/pinautomaat heeft/hebben getrokken/gepakt,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar:
- die [medeverdachte] en/of' een onbekend gebleven perso(o)n(en) met een auto te vervoeren naar en/of van de plaats van het misdrijf en/of
- zich (met een auto) op te houden in de (directe) nabijheid van de plaats van het misdrijf teneinde die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven perso(o)n(en) hun/zijn vlucht mogelijk te maken en/of weg te kunnen voeren van de plaats van het misdrijf en/of
- teneinde het bezit van het gestolene te verzekeren;
artikel 312 lid 2 sub 2 en 3 jo 48 Wethoek van Strafrecht;
meer subsidiair althans indien het vorenstaande niet lot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, meerdere althans een geldcassette(s) (inhoudende een geldbedrag) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die cassette(s) wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
artikel 416/417bis Wethoek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen1 en de beoordeling daarvan.
Inleiding.
Op 31 juli 2012 kort na het sluitingstijdstip van 21.00 uur werd door twee mannen een overval gepleegd op Supermarkt Plus gelegen aan de [adres] te Eindhoven. Om de toegang tot de supermarkt te krijgen hebben de overvallers een toegangsdeur, een schuifdeur tussen de supermarkt en de parkeergarage, geforceerd. Bewapend met een lang op een mes gelijkend steekvoorwerp en een op een koevoet gelijkend voorwerp zijn de overvallers de supermarkt binnen gerend. De overvallers hadden hun gezicht bedekt met een bivakmuts of sjaal. Een van hen droeg een zonnebril.
Op het moment dat de overvallers de supermarkt kwamen ingerend, riepen zij "Dit is een overval, we willen geld. De kluis moet open, we willen geld zien". Daarbij hebben de overvallers, met de voorwerpen die zij in hun hand hadden, stekende en zwaaiende bewegingen gemaakt naar de aanwezige personen, te weten de personeelsleden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en een klant [klant] Zij zijn gesommeerd op de grond te gaan liggen. Toen [slachtoffer 3] daaraan niet meteen gevolg gaf is hij door een van de overvallers op de grond geduwd.
Vervolgens heeft de overvaller met het op een lang mes gelijkende voorwerp bedrijfsleidster [slachtoffer 1] vastgepakt en meegetrokken naar de in de winkel aanwezige pinautomaat. De overvaller met het op een koevoet lijkende voorwerp hield de andere aanwezigen onder bedwang en dwong hen op de grond te gaan liggen. Bij de pinautomaat heeft eerstbedoelde overvaller [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], onder bedreiging van het voorwerp in zijn hand, gedwongen de pinautomaat te openen. Nadat de pinautomaat was geopend, heeft [slachtoffer 1] daaruit beide geldcassettes genomen en die aan de overvaller overhandigd. Daarna werd zij door de overvaller weggeduwd. De overvaller heeft die geldcassettes in een rode tas gedaan. Onderweg naar de uitgang van de supermarkt heeft een van de overvallers nog geld uit een openstaande kassalade gepakt. Daarna hebben de overvallers de supermarkt rennend verlaten.2, 3, 4, 5 Bij de overval is een geldbedrag van ongeveer € 9.810,-- weggenomen.6, 7
Terwijl de overvallers de supermarkt uitrennen, worden zij achtervolgd door een personeelslid. Dit wordt gezien door de getuige [getuige]] De getuige achtervolgt een van de overvallers en ziet dat die op de Thorvaldselaan te Eindhoven, in de onmiddellijke nabijheid van de overvallen supermarkt, in een donkerblauwe vijfdeurspersonenauto van het merk Mercedes stapt, volgens de getuige voorzien van het kenteken [kenteken], bouwjaar tussen 2001 en 2004. Als de getuige 15 tot 20 meter van deze Mercedes vandaan is, ziet hij dat beide overvallers in die auto zitten, maar dat zij niet de bestuurder van die auto zijn.8
Korte tijd - ongeveer 10 minuten - later wordt in de directe omgeving van de supermarkt door de politie een donkerblauwe Mercedes personenauto aangehouden die in hoge mate voldoet aan de door de getuige gegeven beschrijving van de vluchtauto. De politie stelt vast dat deze auto wordt bestuurd door [verdachte] en [medeverdachte] op de bijrijdersplaats zit.9, 10, 11, 12 In de auto worden de bij de overval ontvreemde geldcassettes, een breekijzer, een groot zwaard, twee bivakmutsen en een grote oranje/rode tas met Coca Cola print aangetroffen.7, 13, 14
Van de overval zijn camerabeelden met de beveiligingscamera van de Plusmarkt gemaakt. De foto's die van die beelden zijn gemaakt en de camerabeelden zoals de rechtbank die ter terechtzitting heeft gezien, bevestigen de gang van zaken in de supermarkt zoals die door de hiervoor genoemde getuigen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [klant] is geschetst.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verdachte bij die overval betrokken is geweest en zo ja welke rol hij tijdens de overval heeft vervuld, nu verdachte elke betrokkenheid bij die overval heeft ontkend.
Het standpunt van de officier van justitie.
Op de in het schriftelijk requisitoir genoemde gronden heeft de officier van justitie geconcludeerd dat verdachte tijdens de overval niet in de supermarkt is geweest, maar dat verdachte de bestuurder van de vluchtauto is geweest. De officier van justitie heeft geconstateerd dat verdachte zich in de nabijheid van de supermarkt bevond op het moment van de overval, dat verdachte een auto bestuurde waarin goederen lagen die twaalf minuten daarvoor door twee personen met geweld waren ontvreemd uit de Plusmarkt en waarin kleding en een wapen lagen die bij de overval zijn gebruikt, dat in die auto ten tijde van de aanhouding een van de overvallers zat, dat de tweede overvaller kort na de overval ook in deze auto heeft gezeten en dat verdachte voor deze verdachte omstandigheden geen verklaring wil geven.
Op basis van de hiervoor genoemde constateringen heeft de officier van justitie geconcludeerd dat verdachte moet hebben geweten van de overval en dat verdachte aan die overval een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, waarbij het feit dat verdachte als bestuurder van de vluchtauto is opgestreden een kwestie van taakverdeling is geweest. De officier van justitie acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger van de ten laste gelegde overvaller moet worden aangemerkt.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte ontkent betrokkenheid bij de overval en beroept zich ter zitting op zijn zwijgrecht. Op de in de pleitnota genoemde gronden heeft de raadsvrouwe van verdachte gesteld dat verdachte voorafgaande aan of bij de uitvoering van de overval geen rol heeft gespeeld en dat verdachte geen kennis van deze overval had toen hij een van de overvallers in zijn auto vervoerde. De raadsvrouwe concludeert dan ook dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten moeten worden vrijgesproken.
Het oordeel van de rechtbank.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat de overval op de Plusmarkt kort na de sluitingstijd van 21.00 uur heeft plaatsgevonden en dat verdachte met de door hem bestuurde auto omstreeks 21.20 uur is aangehouden. Een van de overvallers, het door hem bij de overval gebruikte mes, de buit van de overval en de tas waarin die buit vanuit de supermarkt werd meegenomen, bevinden zich op het moment van de aanhouding in deze auto. Verdachte heeft verklaard dat hij gebeld werd om iemand op te halen, dat hij niet op de hoogte was van de kort daarvoor gepleegde overval op de Plusmarkt en dat hij niet heeft gezien dat de hiervoor genoemde voorwerpen in zijn auto aanwezig waren. De rechtbank acht deze verklaring volstrekt niet geloofwaardig. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen.
Voorop staat dat de rechtbank op grond van de camerabeelden concludeert dat verdachte niet een van de overvallers in de supermarkt was. Uit het dossier blijkt dat hij niet de overvaller met de blauwe broek was en zijn postuur komt niet overeen met dat van de tweede, slank/atletisch gebouwde overvaller die op de beelden zichtbaar is en die ook wordt beschreven door de getuige [getuige]]
Nadat de overvallers zich in de Plusmarkt over de buit hadden ontfermd, zijn zij naar buiten gerend. Getuige [getuige] is dan in een woning aan de Thorvaldsestraat in Eindhoven. Deze straat ligt in de onmiddellijke nabijheid van de Plusmarkt.15
Vanuit de woning ziet de getuige twee personen met zwarte mutsen over hun hoofd langs rennen. Hij ziet dat de langere man met een atletisch figuur een ploertendoder vast heeft en dat de andere, kleinere en dikkere man een rode boodschappentas in de hand heeft. De getuige ziet dat deze mannen door een personeelslid van de Plusmarkt worden achtervolgd. De getuige rent naar buiten en zet de achtervolging in op de kleinere dikkere man met de boodschappentas. Tijdens de achtervolging ziet de getuige dat deze man een samoeraizwaard in de hand heeft. Aangekomen bij de kruising van de Thorvaldsenlaan met de Daumierstraat, ziet de getuige een donkerblauwe personenauto van het merk Mercedes naderen. De getuige ziet dat deze auto stopt, dat aan de rechterzijde van deze auto een deur wordt geopend, dat de dikke man naar de geopende deur van de auto rent en instapt. De getuige ziet dat de atletische man die hij eerder heeft gezien, zich ook in deze auto bevindt. Nadat de dikke man is ingestapt, rijdt de auto met piepende banden weg. Van de chauffeur van de auto heeft de getuige niets gezien.16
De rechtbank acht de door deze getuige afgelegde verklaring betrouwbaar. Hij heeft een gedetailleerde beschrijving van zijn bevindingen gegeven. Op essentiële onderdelen wordt die verklaring bovendien door de inhoud van andere bewijsmiddelen ondersteund. Uit de verklaring van de getuige blijkt dat een van de overvallers, met een grote rode tas in de ene hand en met een lang steekvoorwerp in de andere hand, in de door verdachte bestuurde auto is gestapt en dat die auto daarna haastig is weggereden. Deze gedragingen passen niet in de verklaring van verdachte dat hij toevallig ter plaatse was om een vriend op te halen.
Uit de verklaring van de getuige blijkt immers dat de bestuurder van de auto waarin de overvaller is gestapt, deze overvaller heeft opgehaald zeer dichtbij de supermarkt terwijl de andere overvaller al in de auto zat, dat de deur van die auto is geopend om de overvaller de gelegenheid te geven zo snel mogelijk in te stappen en dat de auto meteen is weggereden nadat de overvaller was ingestapt. Hieruit concludeert de rechtbank dat verdachte als bestuurder van die auto, deze overvaller steeds in het oog heeft gehouden dan wel op andere wijze contact met hem hield om hem snel te kunnen ophalen en vervolgens samen weg te komen.
Gelet hierop acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat verdachte niet zou hebben gezien dat de overvaller met een grote rode tas in de ene hand en een op een zwaard gelijk voorwerp in de andere hand, naar de door verdachte bestuurde auto is gerend en dat de overvaller deze voorwerpen in de auto heeft gelegd alvorens zelf in de door verdachte bestuurde vluchtauto te stappen.
Ook heeft de rechtbank vastgesteld dat de tijd die is verstreken tussen het moment dat de overvallers de Plusmarkt hebben verlaten en het moment dat de kleinere, dikkere overvaller door verdachte werd opgepikt, zeer kort is geweest. Ook om die reden acht de rechtbank de lezing van verdachte, dat hij eerst na de overval zou zijn gebeld om [een van] de overvallers op te halen terwijl verdachte geheel onwetend was wat de persoon die hij moest ophalen daarvoor had gedaan, niet aannemelijk.
Hieruit concludeert de rechtbank dat het zo moet zijn geweest dat verdachte al voor de overval in de buurt van de Plusmarkt is geweest en dat tussen de overvallers en verdachte al voor de overval afspraken waren gemaakt over de plaats waar verdachte de overvallers zou oppikken.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte van de overval op de Plusmarkt op de hoogte was en dat hij voorafgaande aan de overval met de overvallers afspraken heeft gemaakt over de plaats waar hij hen zou ophalen terwijl hij hen na afloop ook daadwerkelijk heeft opgehaald met de vluchtauto. Verdachte heeft dus een belangrijke rol in het geheel gespeeld door de vlucht van de overvallers met hun buit mogelijk te maken. De rechtbank is van oordeel hier sprake is van een zo nauwe en volledige samenwerking met beide overvallers, dat verdachte als medepleger van die overval wordt aangemerkt.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
op 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van geldcassettes inhoudende een hoeveelheid geld, toebehorende aan Supermarkt Plusmarkt gevestigd aan de [adres] en/of [slachtoffer 6], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededaders opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en vervolgens
- met met bivakmutsen en/of zonnebril en/of sjaals bedekte gezichten, de supermarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en
- met een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en een lang steekvoorwerp/ groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], en
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- die [slachtoffer 1] met kracht heeft/hebben vastgepakt en heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en die [slachtoffer 1] heeft/hebben weggeduwd en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en die [slachtoffer 3] heeft/hebben geduwd en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en heeft/hebben gedwongen onder bedreiging van dat lange steekvoorwerp/grote mes en op een koevoet gelijkend voorwerp, de pinautomaat te openen en de geldcassettes te overhandigen,
terwijl verdachte en/of een van zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak
op 31 juli 2012 te Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de inhoud van de kassalade inhoudende een geldbedrag, toebehorende aan Supermarkt de Plusmarkt gevestigd aan de [adres] en/of [slachtoffer 6], waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van braak, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk gewelddadig:
- de schuifdeur/toegangsdeur naar/van de Plusmarkt heeft/hebben opengebroken en vervolgens
- met met bivakmutsen en/of zonnebril en/of sjaals bedekte gezichten de Plusmarkt binnen is/zijn gerend/gegaan en
- een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, zwaaiende en stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt naar en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en/of een lang steekvoorwerp/groot mes en een op een koevoet gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
- heeft/hebben geroepen/gezegd: "Dit is een overval, we willen het geld hebben. De kluis moet open en we willen het geld zien!", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
- die [slachtoffer 1] met kracht heeft/hebben vastgepakt en heeft/hebben meegenomen naar de geld/pinautomaat en die [slachtoffer 1] heeft/hebben weggeduwd en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en die [slachtoffer 3] heeft/hebben geduwd en
- geld uit de kassalade heeft/hebben gepakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De feiten zijn voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 317 eerste en derde lid en artikel 312 eerste lid en tweede lid aanhef onder 2o en 3o van het Wetboek van Strafrecht. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
ten aanzien van het primair ten laste gelegde
* een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar onder aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht,
* niet-ontvankelijkverklaring van benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt,
* gehele toewijzing van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van
€ 1.500,--, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van
€ 1.500,-- subsidiair 25 dagen hechtenis.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich niet over de strafmaat uitgelaten, gelet op het tot vrijspraak van verdachte strekkende pleidooi.
Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In het nadeel van verdachte weegt mee
Verdachte en zijn mededaders hebben een overval op een supermarkt gepleegd. Daarbij hebben de medeverdachten geweld tegen een van de medewerkers van die supermarkt gebruikt en hebben zij de andere medewerkers van die supermarkt met een groot zwaardmes en een op een koevoet gelijkend voorwerp bedreigd. De rechtbank acht het buitengewoon ernstig en zorgwekkend dat verdachte aan een dergelijke overval zijn bijdrage heeft geleverd enkel en alleen ter voldoening van zijn financiële behoeften.
Voor de slachtoffers moet de overval een angstige en schokkende gebeurtenissen zijn geweest. De ervaring leert dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog gedurende lange tijd de psychisch nadelige gevolgen daarvan ondervinden. Daarnaast hebben verdachte en zijn mededaders door hun handelen een negatieve bijdrage geleverd aan de in de samen-leving heersende gevoelens van angst en onveiligheid en hebben zij deze gevoelens door hun handelen aangewakkerd. De rechtbank beschouwt het bewezen verklaarde dan ook als een zeer ernstig feit.
Bovendien is verdachte in 2009 voor vier gekwalificeerde diefstallen tot een deels voorwaardelijke jeugddetentie veroordeeld. Deze veroordeling heeft verdachte er niet van weerhouden het bewezen verklaarde te plegen.
In strafmatigende zin weegt mee
De jeugdige leeftijd van verdachte (20 jaar).
Conclusie
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden passend en geboden is.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de kosten van de behandeling van de door haar personeelslid [slachtoffer 1] door de overval opgelopen Post Traumatische Stress Stoornis tot een bedrag van € 1.500,-- [post 2] vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in het overige gedeelte van de vordering, omdat de rechtbank van oordeel is dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Uit de door deze benadeelde overgelegde stukken blijkt immers dat een gedeeltelijke schadevergoeding van de verzekeraar is ontvangen, maar niet blijkt op welke schadeposten deze betrekking heeft. Eventueel nader onderzoek ter zake zou verder uitstel van de beslissing in de strafzaak meebrengen, hetgeen de rechtbank niet aanvaardbaar acht gelet op het belang van verdachte en het maatschappelijk belang bij een spoedige beslissing. De benadeelde partij kan deze onderdelen van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
Beslag.
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 57, 60a, 63, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregelen.
* Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
* Maatregel van schadevergoeding van € 1.500,-- subsidiair 25 dagen hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het toegewezen bedrag, bestaande uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
* Maatregel van schadevergoeding van € 1.500,-- subsidiair 25 dagen hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Supermarkt Plusmarkt t.a.v. dhr. [slachtoffer 6] van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Het toegewezen bedrag, bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Supermarkt Plusmarkt t.a.v. dhr. [slachtoffer 6] van een bedrag van € 1.500,-- (zegge: eenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beslissing op de in beslag genomen goederen.
Teruggave van de in beslag genomen goederen aan verdachte, te weten een zwarte broek
[goednummer 550154] en een zwart vest [goednummer 550158] en een zwart shirt
[goednummer 550159].
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 18 februari 2013.
1 In de voetnoten wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost, ge-
zamenlijke recherche Eindhoven, registratienummer PL 2233 2012 112449, afgesloten op 17 oktober 2012, aantal doorge-
nummerde bladzijden: 173.
2 de verklaring van [slachtoffer 1], pag. 77, 78 en 79
3 de verklaring van [slachtoffer 2], pag. 87, 88 en 89
4 de verklaring van [klant] pag. 105 en 106
5 de verklaring van [slachtoffer 3], pag. 113, 114 en 115
6 de verklaring van [slachtoffer 6], pag. 80
7 de verklaring van [slachtoffer 1], proces-verbaal bevindingen PL2233 2012112449-60, gesloten op 12 november 2012
8 de verklaring van [getuige] pag. 82, 83 en 84
9 het relaas van verbalisanten [verbalisanten], pag. 71 en 72
10 het relaas van verbalisanten [verbalisanten], pag. 27 en 40
11 het relaas van verbalisanten [verbalisanten], pag. 52 en 65
12 het relaas van verbalisant [verbalisant], pag. 76
13 het relaas van verbalisanten [verbalisanten], pag. 73
14 het relaas van verbalisanten [verbalisanten], pag. 74 en 75
15 plattegrond, pag. 148
16 de verklaring van de getuige [getuige] pag. 82, 83 en 84