ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ1196
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.L.W.M. Viering
- E.W. van den Heuvel
- W.T.A.M. Verheggen
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na eerdere verlengingen en advies van de kliniek
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 31 januari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld na een vonnis van 18 januari 2001. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 15 februari 2011 voor een periode van twee jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde, die in een kliniek verblijft, heeft aangegeven akkoord te gaan met de verlenging van de maatregel. De kliniek heeft in een advies aangegeven dat de terbeschikkinggestelde stabiel functioneert en positieve stappen maakt in zijn behandeling, maar dat er nog steeds risico's zijn op recidive. De rechtbank heeft het advies van de kliniek gevolgd en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, waarbij de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman instemden met deze beslissing. De rechtbank heeft daarbij ook de zorgen van de officier van justitie en de deskundige in overweging genomen.