ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ0541

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01-845130-11
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging van een advocaat en politieambtenaren

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving van een advocaat en bedreiging van politieambtenaren. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch opzettelijk de advocaat, [slachtoffer 1], van zijn vrijheid heeft beroofd door hem te dwingen een kantoorruimte in te lopen en deze vervolgens te barricaderen. De verdachte heeft ook meerdere bedreigingen geuit richting [slachtoffer 1] en politieambtenaren, waarbij hij dreigende woorden gebruikte die gericht waren tegen hun leven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de poging tot afpersing en afdreiging niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, met de opdracht aan de reclassering om een rapport op te stellen over de voorwaarden voor een mogelijke terbeschikkingstelling. De uitspraak is gedaan na een uitgebreid onderzoek ter terechtzitting, waarbij de rechtbank de verklaringen van de verdachte en de getuigen heeft gewogen.

Uitspraak

tussenvonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummers: 01/845130-11 en 01/845142-12 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 05 februari 2013.
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: Vught PPC.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 mei 2012, 7 augustus 2012, 31 oktober 2012 en 22 januari 2013.
Op de zitting van 7 augustus 2012 heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 27 april 2012 en 10 juli 2012.
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/845142-12
ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het
door verdachte (en/of zijn mededader) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (toen aldaar werkzaam als advocaat) te
dwingen tot de afgifte van 32.000 euro, althans van een hoeveelheid geld,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of diens mededader, hebbende verdachte en/of
diens mededader met voormeld oogmerk het kantoor van die [slachtoffer 1] betreden en/of
de deur en/of luxaflex van een kamer in dat kantoor dichtgetrokken en/of die
[slachtoffer 1] heeft gesommeerd om tegen de deur van die kantoorkamer te gaan zitten
en/of die [slachtoffer 1] (intimiderend) medegedeeld dat hij de zou gaan schieten als
die [slachtoffer 1] de politie zou waarschuwen en/of die [slachtoffer 1] medegedeeld dat hij snel
voor 32.000 euro moest zorgen omdat er anders wat zou gebeuren en/of dat hij
een kickboxer was zonder licentie, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
(artikel 317 jo 45 Wetboek van Strafrecht);
en/of
hij op of omstreeks 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het
door verdachte (en/of zijn mededader) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim
[slachtoffer 1] (toen aldaar werkzaam als advocaat) te dwingen tot de afgifte
van 32.000 euro, althans van een hoeveelheid geld, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of diens mededader, hebbende verdachte en/of diens mededader met
voormeld oogmerk het kantoor van die [slachtoffer 1] betreden en/of de deur en/of
luxaflex van een kamer in dat kantoor dichtgetrokken en/of
die [slachtoffer 1] medegedeeld dat hij foto's had over misbruik en zodoende de macht
had over die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] medegedeeld dat [slachtoffer 1] de jongen op die
foto's zou hebben misbruikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
(artikel 318 jo 45 Wetboek van Strafrecht);
en/of
hij op of omstreeks 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
tezamen en in vereniging met die ander(en), althans alleen opzettelijk en
wederrechtelijk die [slachtoffer 1] te gelasten een kantoorruimte in te lopen en/of
(vervolgens) die [slachtoffer 1] kenbaar te maken die ruimte niet te verlaten en/of
(vervolgens) een deur van die kantoorruimte te barricaderen;
(artikel 282 Wetboek van Strafrecht);
2.
hij op of omstreeks 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 10] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk zijn hand(en) tot vuist(en) gebald en/of
voornoemde [slachtoffer 10] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je kapot", althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285 Wetboek van Strafrecht);
3.
hij op of omstreeks 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4], politieambtenaren van de politieregio
Brabant-Noord, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde
politieambtenaren dreigend de woorden toegevoegd :"de eerste die hier
binnenkomt schiet ik door zijn kankerkop, ik schiet hier dwars door de deur
heen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285 Wetboek van Strafrecht)
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/845130-11 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 08 april 2011 te 's-Hertogenbosch
[slachtoffer 5] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord) en/of
[slachtoffer 6] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord) en/of
[slachtoffer 7] (brigadier van politie regio Brabant Noord) en/of
[slachtoffer 8] (agent van politie regio Brabant Noord) en/of
[slachtoffer 9] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord)
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] dreigend de woorden toegevoegd :"raak me niet aan want anders sla ik jullie doormidden, ik moet zeker mijn handschoenen aandoen. De gene die me aanraakt, maak ik hartstikke kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 08 april 2011 te 's-Hertogenbosch opzettelijk en wederrechtelijk een wasbak, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan politie Brabant Noord, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(artikel 350 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn.
De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De vrijspraken.
Ten aanzien van de onder parketnummer 01/845142-12 feit 1 ten laste gelegde poging tot afpersing:
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat verdachte, op het moment dat hij het advocatenkantoor van mr. [slachtoffer 1] betrad, dacht dat hij achtervolgd werd.
Immers heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij al de hele dag achterna werd gezeten door politieagenten die onder andere als bakker en als postbode verkleed waren. Ook heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij klem gezet werd door 20 à 30 Turken. Bij de
rechter-commissaris heeft verdachte verklaard dat hij mr. [slachtoffer 1] om bescherming heeft gevraagd omdat hij door zes of zeven politieauto's werd achtervolgd. Verdachte heeft naar zijn zeggen de luxaflex op de kamer van mr. [slachtoffer 1] dichtgedaan omdat hij dacht dat er misschien scherpschutters op het dak zaten.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat, op het moment dat hij verdachte en zijn vriendin zijn kantoor had binnengelaten, hij hen hoorde zeggen dat zij achterna gezeten werden en dat zij neergeschoten en/of gelyncht zouden worden. Het kwam op [slachtoffer 1] allemaal erg warrig en paranoia over. Volgens [slachtoffer 1] heeft verdachte ook tegen hem gezegd dat zij door grijze wolven en Turken achterna gezeten werden en dat [slachtoffer 1] hen moest helpen te vluchten naar België.
Voorts meende verdachte dat hij recht had op een geldbedrag uit een rechtszaak die bij het kantoor van [slachtoffer 1] in behandeling zou zijn en heeft hij aan [slachtoffer 1] om dat geldbedrag gevraagd. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het vragen om geld geen verband hield met de in de tenlastelegging beschreven handelingen en uitlatingen van verdachte.
Gelet hierop kan niet worden vastgesteld dat verdachte het oogmerk had om door (bedreiging met) geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot afgifte van 32.000 euro.
De rechtbank is mitsdien van oordeel dat de aan verdachte onder feit 1 ten laste gelegde poging tot afpersing niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de onder parketnummer 01/845142-12 feit 1 ten laste gelegde poging tot afdreiging:
De rechtbank overweegt dat de uitlatingen van verdachte betreffende het vermeende seksueel misbruik door aangever [slachtoffer 1] eveneens dienen te worden bezien in de context van de hiervoor omschreven psychotische beleving waarin verdachte ten tijde van het ten laste gelegde verkeerde.
Verdachte heeft onder meer tegen aangever gezegd dat hij een groot oog had en dat aangever vroeger zijn broertje seksueel zou hebben misbruikt. Ook werd aan aangever een foto getoond waarop een man en een baby stonden afgebeeld. Door verdachte en zijn medeverdachte werd gezegd dat aangever de man was die op de foto stond afgebeeld. Aangever zegt hierover: "ik vond het gestoord omdat ik niet eens een broertje heb en dat ik ook helemaal niet dezelfde persoon was die op de foto stond".
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de beschuldigingen aan het adres van [slachtoffer 1] volkomen onzinnig waren en dat dit ook voor [slachtoffer 1] duidelijk was. Derhalve kan niet worden vastgesteld dat verdachte het oogmerk had om door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim [slachtoffer 1] te dwingen tot afgifte van 32.000 euro.
De rechtbank is mitsdien van oordeel dat de aan verdachte onder feit 1 ten laste gelegde poging tot afdreiging niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Overweging omtrent het bewijs.
Ten aanzien van de onder parketnummer 845142-12 feit 1 ten laste gelegde wederrechtelijke vrijheidsberoving:
De rechtbank overweegt dat verdachte, nadat dat hij in eerste instantie, allerlei onsamenhangende uitspraken had gedaan omtrent achtervolgingen en seksueel misbruik, zich plotseling tegen aangever heeft gekeerd. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op enig moment door verdachte terug de spreekkamer van het advocatenkantoor in werd gedirigeerd. Verdachte deed dit door tegen [slachtoffer 1] te roepen: "we gaan weer hier zitten en we doen de deur dicht." [slachtoffer 1] heeft meerdere malen tegen verdachte en zijn medeverdachte gezegd dat hij hen niet kon helpen en hij heeft hen verzocht om weg te gaan. Verdachte heeft hierop tegen [slachtoffer 1] gezegd dat hij de kamer niet zou verlaten. [slachtoffer 1] zag vervolgens dat verdachte de deur barricadeerde met een stoel.
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de uiterlijke verschijningsvorm van de hiervoor omschreven gedragingen worden afgeleid dat verdachte de opzet had om [slachtoffer 1] in zijn vrijheid om de spreekkamer te verlaten te belemmeren. De rechtbank acht mitsdien wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk en wederrechtelijk [slachtoffer 1] van zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden.
Ten aanzien van parketnummer 01/845142-12, feit 2 en feit 3:
Gelet op de aangifte van [slachtoffer 10], het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [slachtoffer 4] en de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd acht de rechtbank feit 2 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen.
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkorte vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkorte vonnis gehecht.
Ten aanzien van parketnummer 01/845130-11, feit 1 en feit 2:
Deze feiten acht de rechtbank bewezen op grond van de processen-verbaal van bevindingen van de politieambtenaren die door verdachte zijn bedreigd, het proces-verbaal van aangifte terzake van de beschadiging van de wasbak in de politiecel en de verklaringen van verdachte.
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkorte vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkorte vonnis gehecht.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 01/845142-12:
1.
op 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch opzettelijk [slachtoff[slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door opzettelijk en wederrechtelijk die [slachtoffer 1] te gelasten een kantoorruimte in te lopen en (vervolgens) die [slachtoffer 1] kenbaar te maken die ruimte niet te verlaten en (vervolgens) een deur van die kantoorruimte te barricaderen;
2.
op 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 10] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk zijn hand tot vuist gebald en voornoemde [slachtoffer 10] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
op 19 april 2012 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], politieambtenaren van de politieregio Brabant-Noord, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde politieambtenaren dreigend de woorden toegevoegd:"de eerste die hier binnen komt schiet ik door zijn kankerkop, ik schiet hier dwars door de deur heen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 01/845130-11:
1.
op 08 april 2011 te 's-Hertogenbosch [slachtoffer 5] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord) en [slachtoffer 6] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord) en [slachtoffer 7] (brigadier van politie regio Brabant Noord) en [slachtoffer 8] (agent van politie regio Brabant Noord) en [slachtoffer 9] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord)
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] dreigend de woorden toegevoegd :"raak me niet aan want anders sla ik jullie doormidden, ik moet zeker mijn handschoenen aandoen. De gene die me aanraakt, maak ik hartstikke kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
op 08 april 2011 te 's-Hertogenbosch opzettelijk en wederrechtelijk een wasbak toebehorende aan politie Brabant Noord, heeft beschadigd;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Heropening en schorsing van het onderzoek.
De rechtbank oordeelt dat heropening van het onderzoek ter terechtzitting noodzakelijk is, omdat dit niet volledig is geweest. De rechtbank acht het voor de vorming van haar eindoordeel noodzakelijk zich nader te doen voorlichten omtrent de mogelijkheid van behandeling van verdachte binnen het juridische kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, alsmede de wijze waarop deze voorwaarden zouden kunnen worden ingevuld. De rechtbank komt tot deze conclusie gelet op de adviezen van GZ-psycholoog (naam psycholoog) en psychiater (naam psychiater) van respectievelijk 30 november 2012 en 07 december 2012.
De rechtbank zal aldus het onderzoek ter terechtzitting in belang daarvan heropenen en tevens schorsen voor onbepaalde tijd. De reclassering zal in de gelegenheid gesteld worden een maatregelrapportage omtrent verdachte op te stellen inhoudende informatie over een mogelijke invulling van de voorwaarden waaraan verdachte zal moeten voldoen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, de kliniek waar een dergelijke behandeling zou moeten plaatsvinden, alsmede een mogelijke datum van opname bij die kliniek.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
- heropent het onderzoek en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd;
De rechtbank stelt de termijn van deze schorsing op langer dan één maand na heden, doch een termijn van drie maanden niet te boven gaande, om de klemmende reden dat alle binnen één maand na heden te houden terechtzittingen reeds zijn geappointeerd en geen ruimte bieden om deze zaak alsdan te behandelen en het voorts niet valt te verwachten dat de hierna te noemen rapportage binnen één maand na heden gereed zal zijn.
- beveelt dat omtrent verdachte een maatregelrapportage op zal worden gemaakt door of namens de Reclassering Nederland inhoudende informatie over een mogelijke invulling van de voorwaarden waaraan verdachte zal moeten voldoen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, de kliniek waar een dergelijke behandeling zou moeten plaatsvinden, alsmede een mogelijke datum van opname bij die kliniek;
- stelt de stukken daartoe in handen van de officier van justitie
- beveelt de oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte en de benadeelde partijen.
Dit tussenvonnis is gewezen door:
mr. J.G. Vos, voorzitter,
mr. M.M. Klinkenbijl en mr. M.J. Smit, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken op 5 februari 2013.
Mr. Smit is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.