ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ0145
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 januari 2013 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1975. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 13 februari 2012 en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om deze opnieuw met een jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De terbeschikkingstelling was opgelegd vanwege ernstige misdrijven, waaronder poging tot zware mishandeling en bedreiging, waarbij de veiligheid van anderen in het geding was.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde sinds de laatste verlenging. Er zijn verschillende rapporten over zijn situatie gepresenteerd, waaronder een rapport van Novadic-Kentron en een psychiater. De terbeschikkinggestelde heeft sinds 2006 geen alcohol meer gebruikt en heeft zijn leven aanzienlijk verbeterd. Hij heeft een eigen woning, is actief in de maatschappij en heeft een sociaal netwerk opgebouwd. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde voldoende verantwoordelijkheidszin heeft ontwikkeld en dat het recidiverisico laag is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake meer is van een persoonlijkheidsstoornis of impulsiviteit en dat de terbeschikkinggestelde in staat is om zijn leven op een positieve manier voort te zetten. Gezien de positieve ontwikkelingen en de adviezen van de deskundigen heeft de rechtbank besloten de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen. De rechtbank concludeert dat het gevaar dat de terbeschikkinggestelde opnieuw delicten zal plegen, tot een aanvaardbaar klein risico is teruggebracht. De beslissing is genomen door de rechters in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.