ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ0145

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/025094-04
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 januari 2013 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1975. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 13 februari 2012 en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om deze opnieuw met een jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De terbeschikkingstelling was opgelegd vanwege ernstige misdrijven, waaronder poging tot zware mishandeling en bedreiging, waarbij de veiligheid van anderen in het geding was.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde sinds de laatste verlenging. Er zijn verschillende rapporten over zijn situatie gepresenteerd, waaronder een rapport van Novadic-Kentron en een psychiater. De terbeschikkinggestelde heeft sinds 2006 geen alcohol meer gebruikt en heeft zijn leven aanzienlijk verbeterd. Hij heeft een eigen woning, is actief in de maatschappij en heeft een sociaal netwerk opgebouwd. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde voldoende verantwoordelijkheidszin heeft ontwikkeld en dat het recidiverisico laag is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake meer is van een persoonlijkheidsstoornis of impulsiviteit en dat de terbeschikkinggestelde in staat is om zijn leven op een positieve manier voort te zetten. Gezien de positieve ontwikkelingen en de adviezen van de deskundigen heeft de rechtbank besloten de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen. De rechtbank concludeert dat het gevaar dat de terbeschikkinggestelde opnieuw delicten zal plegen, tot een aanvaardbaar klein risico is teruggebracht. De beslissing is genomen door de rechters in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/025094-04
Uitspraakdatum: 17 januari 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
verblijvende te [adres].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 28 december 2004 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beschikking van deze rechtbank van 13 februari 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 3 december 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 januari 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- een rapport van Novadic-Kentron d.d. 5 november 2012;
- een rapport van de psychiater D.H.J. Boeykens d.d. 29 augustus 2012;
- het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot zware mishandeling, mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd rapport van de psychiater D.H.J. Boeykens d.d. 29 augustus 2012 is onder meer - samengevat - het navolgende gesteld:
In februari 2004 kwam het tot huiselijk geweld waarbij hij zijn vriendin mishandelde. Betrokkene kreeg een TBS met voorwaarden maar schond de voorwaarden in 2006 toen hij onder invloed van alcohol tijdens een weekendverlof zijn vriendin opnieuw mishandelde. Betrokkene kreeg dwangverpleging opgelegd en werd behandeld in de Rooyse Wissel. Duidelijk is dat betrokkene sinds 2006 abstinent is van de alcohol en dat ook de urinecontroles steeds negatief waren. Ondanks de aanwezigheid van een uitgebreide persoonlijkheidsproblematiek met antisociale en narcistische kenmerken slaagde betrokkene er toch in om inzicht te verwerven in zijn eigen problemen en groeide bij betrokkene het besef dat hij in geen geval nog alcohol mocht gebruiken. Betrokkene kon geresocialiseerd worden in die zin dat hij nu over een eigen hatwoning beschikt, stage loopt in een bedrijf waar hij zich professionele vaardigheden eigen gemaakt heeft en een voldoende hoge mate van zelfredzaamheid bereikt heeft. Betrokkene houdt zich aan de afspraken met de reclassering en is erin geslaagd om een sociaal netwerk op te bouwen.
Erg belangrijk ook in zijn eigen beleving is dat het contact met zijn familie hersteld is.
Begin dit jaar leerde betrokkene een vriendin kennen maar deze relatie liep na minder dan 3 maanden spaak. In relationeel opzicht blijft betrokkene kwetsbaar wat ook samenhangt met de aanwezigheid van narcistische kenmerken (de rechtbank leest: en) niet in het minst een in wezen laag en labiel zelfwaardegevoel. Betrokkene kan door relationele tegenslagen in een stressvolle situatie terecht komen waarbij het gebruik van alcohol kan leiden tot impulsief en gewelddadig gedrag. Betrokkene is zich hiervan bewust en dit besef versterkt hem in zijn voornemen om van de alcohol af te blijven.
Gezien de kentering die bij betrokkene opgetreden is, de langdurige abstinentie van alcohol en het feit dat betrokkene zich niet alleen houdt aan de afspraken met de reclassering maar ook actief gezocht heeft naar werk en dit ook volhoudt, kan de diagnose van een antisociale persoonlijkheidsstoornis thans niet meer gesteld worden. De in het verleden vastgestelde impulsiviteit dient duidelijk met het misbruik van alcohol in verband gebracht te worden.
Gezien de positieve evolutie van het afgelopen jaar, het gegeven dat betrokkene de afspraken niet geschonden heeft en overtuigd is van de noodzaak van alcoholabstinentie is de psychiater de mening toegedaan dat betrokkene ondanks de aanwezigheid van narcistische kenmerken voldoende verantwoordelijkheidszin aan de dag kan leggen om naar de toekomst toe een voldoende laag recidiverisico te bieden om toe te laten de thans vigerende TBS te beëindigen.
Vanuit psychiatrisch standpunt kan het thans niet meer als noodzakelijk beschouwd worden om de aan betrokkene opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen.
In voornoemd rapport van Novadic-Kentron d.d. 5 november 2012 is onder meer
- samengevat - het navolgende gesteld:
In deze laatste fase van de TBS-maatregel is ingezet op een verdere resocialisatie van
betrokkene. Betrokkene verblijft sinds februari 2012 in een zogenaamde hatwoning in combinatie met woonbegeleiding. Dit traject heeft betrokkene tot op heden succesvol
doorlopen. Hij is daarom in september 2012 aangemeld voor plaatsing in een zelfstandige
woning met woonbegeleiding vanuit Novadic-Kentron. Betrokkene komt eind december
2012/begin januari 2013 in aanmerking voor toewijzing van de woning. Indien betrokkene de afspraken uit het woonbegeleidingscontract naleeft, zoals het niet veroorzaken van overlast, het tijdig betalen van huur, gas, licht en het zich onthouden van alcoholgebruik, dan wordt na afloop van een jaar het huurcontract van de woning op naam van de betrokkene zelf gezet.
Wat betreft daginvulling kan gesteld worden dat betrokkene zich actief heeft ingezet tot het
verkrijgen van in eerste instantie werk als stagiair binnen een isolatiebedrijf, met de mogelijk tot het verkrijgen van een baan.
Naast de woonbegeleiding en de ondersteuning ten aanzien van werk, is er verder geen
inhoudelijk programma aanbod meer. Betrokkene is in staat om zijn leven structuur en
inhoud te geven, met ondersteuning van het werk bij het isolatiebedrijf en het uitbouwen van zijn verdere sociale kontakten in zijn vrije tijd middels fitnessdeelname. Betrokkene is in staat gebleken om vrijwilligerswerk, in eerste instantie middels een stage, te verkrijgen en te behouden. Er is sprake van voldoende mate van zelfredzaamheid. Tevens is hij erin geslaagd om een sociaal netwerk op te bouwen.
Betrokkene handelde in het verleden impulsief, vooral onder invloed van alcohol. Het middelengebruik behoort inmiddels tot het verleden. Betrokkene gebruikt dagelijks Refusal. Hij kan in zijn gedrag niet meer als impulsief beschouwd worden. Hij maakt weloverwogen keuzes en beschikt over sociale en relationele vaardigheden.
Gesteld kan worden dat betrokkene zijn plaats in de maatschappij heeft hervonden
en dat hij zijn huidige verworvenheden niet wil verliezen.
Op basis van bovenstaande conclusie is de verslavingsreclassering na overleg met alle betrokkene partijen van mening dat het recidiverisico laaggemiddeld is en dat na een periode van 8 jaar een verdere verlenging van de maatregel niet geïndiceerd is.
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag gemiddeld. De afhankelijkheid van alcohol (weliswaar in remissie) blijft echter een risico. Betrokkene zal gedurende een lange periode ondersteuning nodig hebben, middels inname van de medicatie Refusal. Betrokkene heeft zich in de afgelopen periode begeleidbaar opgesteld en hij heeft de behandelprogramma's positief doorlopen.
Betrokkene heeft inzicht in zijn handelen en hij zal op basis daarvan risicovolle situaties
vermijden. Betrokkene is middelenvrij, hij heeft stabiele huisvesting, zijn financiën zijn op orde en er is sprake van een zinvolle dagbesteding. Gesteld kan worden dat betrokkene zijn plaats in de maatschappij heeft hervonden en dat hij zijn huidige positieve manier van leven verder zal continueren. Middels het professioneel eindoordeel "laaggemiddeld" wil de rapporteur uitdrukking geven aan het huidige recidiverisico van betrokkene.
Bij beëindiging van de maatregel wordt de zorg bij Novadic-Kentron, in de vorm van ambulante woonbegeleiding, gecontinueerd.
Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling van betrokkene onvoorwaardelijk te
beëindigen.
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik heb altijd gewerkt.
Ik woon in een hatwoning, maar inmiddels heb ik de sleutel gekregen voor een woning op het adres [adres]. Over één jaar komt die woning op mijn naam te staan.
Ik werk de ene week 5 dagen en de andere week 4 dagen. Ik ben niet meer verslaafd aan de alcohol. Ik gebruik daarvoor ook medicijnen. Mijn familie heb ik ook weer terug.
Indien de rechtbank de terbeschikkingstelling toch zou verlengen dan zal ik mij aan de voorwaarden houden. Ik weet nu wat ik moet doen, mocht het weer verkeerd gaan.
De deskundige [deskundige], optredend namens Novadic-Kentron, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb niets toe te voegen aan het rapport van Novadic-Kentron. De heer [terbeschikkinggestelde] is abstinent van alcohol. Het advies is om de terbeschikkingstelling te beëindigen. Indien de terbeschikkingstelling toch zou worden verlengd, dan dient dit te geschieden onder de voorwaarden als genoemd in het rapport van Novadic-Kentron.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik vorder dat de rechtbank de terbeschikkingstelling beëindigd.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is geen sprake meer van een stoornis of recidivegevaar. Cliënt kan altijd een beroep doen op de hulpverlening.
De vordering dient te worden afgewezen en de terbeschikkingstelling dient te worden beëindigd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de hiervoor aangehaalde rapporten blijkt dat geen sprake meer is van een persoonlijkheidsstoornis en evenmin van impulsiviteit, zoals eerder optrad onder invloed van alcohol. Ook komt uit de rapportages naar voren dat de terbeschikkinggestelde vrij is van middelen, dagelijks Refusal gebruikt, voldoende zelfredzaam is, inzicht heeft in zijn gedrag en dat het recidiverisico wordt ingeschat als laag gemiddeld. Gelet op de adviezen van de gedragsdeskundige en Novadic-Kentron is de rechtbank voorts van oordeel dat het gevaar dat de terbeschikkinggestelde opnieuw delicten zal plegen waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht of dat hij delicten zal begaan die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, tot een aanvaardbaar klein risico terug is gebracht.
De rechtbank zal daarom de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afwijzen.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Wijst af de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde].
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.A. Buijs, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. N.I.B.M. Buljevic, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 januari 2013.