ECLI:NL:RBOBR:2013:BY9292
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 januari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde, die in 2006 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor brandstichting. De rechtbank heeft de TBS met één jaar verlengd en de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd in 2011 en de rechtbank heeft in deze uitspraak de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen als redenen voor de verlenging van de TBS aangevoerd. De rechtbank heeft daarbij gelet op verschillende rapporten van deskundigen, waaronder psychologen en reclassering, die positief waren over de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde heeft sinds augustus 2012 zelfstandig gewoond en heeft positieve vooruitzichten op resocialisatie. De deskundigen hebben echter ook gewezen op het risico van recidive, vooral gezien de historische factoren en de noodzaak van voortdurende begeleiding door de reclassering. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder meldingsgeboden en een verbod op alcoholgebruik. De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman van de terbeschikkinggestelde, die pleitte voor beëindiging van de TBS, verworpen, en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling niet gemaximeerd is tot vier jaar, omdat het misdrijf gericht was tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van anderen. De beslissing is genomen na een openbare zitting waarin de officier van justitie, deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf zijn gehoord.