ECLI:NL:RBOBR:2013:BY8152

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01-833088-08
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen na verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 januari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de plaatsing van een terbeschikkinggestelde in een inrichting voor jeugdigen. De veroordeelde, die in 2009 was veroordeeld voor verkrachting, was eerder geplaatst in een inrichting en had zijn plaatsing al meerdere keren laten verlengen. De laatste verlenging vond plaats op 12 december 2011. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van plaatsing met 12 maanden te verlengen, behandeld tijdens een zitting op 28 december 2012, waar de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en een deskundige aanwezig waren.

De deskundige van de justitiële jeugdzorginstelling "Het Keerpunt" heeft in zijn advies aangegeven dat de terbeschikkinggestelde een kwetsbare jongeman is met een achterstand op cognitief, sociaal en emotioneel gebied. Hij vertoont grensoverschrijdend gedrag en heeft een verhoogd recidiverisico, vooral door zijn impulsbeheersing en middelengebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich in het afgelopen jaar opnieuw heeft onttrokken aan de maatregel en dat hij moeite heeft met de vrijheden die hij binnen de maatregel krijgt. Dit heeft geleid tot middelengebruik en verminderd functioneren buiten de inrichting.

De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde en om te voorkomen dat hij zich ontwikkelt richting een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft de PIJ-maatregel met één jaar verlengd, waarbij zij heeft overwogen dat er nog behandelmogelijkheden zijn en dat de veiligheid van anderen in het geding is. De beslissing is genomen op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht, die de voorwaarden voor verlenging van de maatregel uiteenzetten.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
[ voorheen rechtbank 's-HERTOGENBOSCH ]
Strafrecht
Parketnummer: 01/833088-08
Beslissing verlenging plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
Beslissing in de zaak van de veroordeelde:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaatss] op [1991],
thans verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak
Bij arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 november 2009 is de veroordeelde voornoemd geplaatst in een inrichting voor jeugdigen. Deze plaatsing is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank d.d. 12 december 2011 met 12 maanden verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank d.d. 26 november 2012, strekt tot verlenging van de termijn van plaatsing van voornoemde veroordeelde voor de duur van 12 maanden.
Deze vordering is behandeld op de achter gesloten deuren gehouden terechtzitting van deze rechtbank van 28 december 2012.
Daarbij zijn de officier van justitie, de veroordeelde en de raadsman en een deskundige gehoord. Ook de vader van de veroordeelde heeft kort het woord gevoerd.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van justitiële jeugdzorginstelling "Het Keerpunt" d.d. 25 september 2012, ondertekend door de heer (naam) MSc, gedragswetenschapper en de heer (naam), pedagogisch directeur van de inrichting;
- de omtrent de geplaatste veroordeelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van de veroordeelde;
De beoordeling
De plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is toegepast ter zake verkrachting.
In voornoemd verlengingsadvies van justitiële jeugdzorginstelling "Het Keerpunt" is onder meer het volgende gesteld:
"[terbeschikkinggestelde] [heeft] een achterstand op cognitief, sociaal en emotioneel gebied (..). Daarnaast reageert hij vanuit impulsen. Dit zorgt ervoor dat [terbeschikkinggestelde] grensoverschrijdend gedrag toont. Een gestoorde impulscontrole gepaard met lacunes in de gewetensontwikkeling en gebrekkig zelfinzicht zorgen ervoor dat [terbeschikkinggestelde] moeilijk te remmen is en rechtstreeks, door zijn primaire behoeftebevrediging, voor zijn 'doel' gaat. Drugs en drank hebben een ontremmend effect op de al gebrekkige impulscontrole en bewerkstelligen een recidive verhogend effect. (..)
Het recidiverisico wordt matig tot hoog geschat.(..)
[terbeschikkinggestelde] kan worden omschreven als een 21-jarige jongeman met een kwetsbare persoonlijkheidsstructuur (richting antisociaal) en onvoldoende mogelijkheden om zelfstandig zijn leven vorm te geven. Dit vraagt een langdurig en intensief behandeltraject dat nog niet afgerond kan worden. Het is zaak rekening te houden met 'terugvallen' in het gedrag van [terbeschikkinggestelde] die binnen het kader van de PIJ-maatregel gevolgen kent (zoals het opnieuw opstarten van verlofmogelijkheden). De doelstelling voor de komende periode is om het middelengebruik te behandelen en wederom een opbouw van vrijheden, waarbij naar een protectieve invulling moet worden gezocht waarvoor [terbeschikkinggestelde] gemotiveerd is. (...)
[terbeschikkinggestelde] is een kwetsbare jongeman die steun nodig heeft. [terbeschikkinggestelde] kan binnen de geboden structuur van de leefgroep autonoom functioneren. Buiten, in een niet voorgestructureerde omgeving, is er sprake van verminderd functioneren, waardoor hij in de problemen komt en wat mogelijk tot contacten met politie en justitie kan leiden. Tevens kan [terbeschikkinggestelde] star vasthouden aan vermijdende en passieve gedragingen als het niet loopt zoals hij wil. Hij heeft dan hulp nodig om de negativiteit te doorbreken. Dit proces van begeleiding naar positiviteit moet worden ingezet, voordat het gedrag van [terbeschikkinggestelde] teveel verslechtert. Hiervoor heeft [terbeschikkinggestelde] deskundige mensen nodig die hem kennen en die hij vertrouwt.
Er zijn nog behandelmogelijkheden om de ontwikkeling van [terbeschikkinggestelde] zo gunstig mogelijk vorm te geven. [terbeschikkinggestelde] laat zien dat hij al moeite heeft om te participeren in de maatschappij onder het PIJ-kader en de beperkte vrijheden die hierbij horen.
Hoewel een langdurig gesloten traject ook nadelen kent (hospitalisatie en afhankelijkheid), zijn deze momenteel ondergeschikt aan de nood tot gedwongen begeleiding.
Het dwingende karakter van de PIJ-maatregel biedt de mogelijkheid om de komende periode verder te werken aan zijn behandeling om zo tot een verantwoord resocialisatietraject te komen. Om dit te behalen heeft [terbeschikkinggestelde] zeker nog 12 maanden nodig."
De veroordeelde heeft zakelijk weergegeven het volgende verklaard:
Ik heb me inderdaad in de afgelopen drie jaar twee keer onttrokken aan de maatregel. Als de verloven verder uitgebreid worden, komt er veel op je af. De vrijheid is zo mooi, die wil je dan vaker meemaken.
"Het Keerpunt" was bezig met het aanvragen van een meerdaags verlof en dan uitbouwen naar een proefverlof. Daar is zoveel tijd voor nodig geweest. Ik ben zelf gaan bellen, daarbij heb ik niet samengewerkt met de ITB-er van "Het Keerpunt" of (naam). Vervolgens heb ik in een week meer bereikt dan "Het Keerpunt" in twee jaar.
In de afgelopen week heb ik gebeld met de organisatie Delinquentie en Samenleving. De voorzitter van de organisatie, de heer (naam), is bereid mij te helpen met dagbesteding.
Ik heb gebeld met "Totaalzorg", dat is een instelling voor begeleid wonen in Eindhoven. Na de feestdagen zou ik worden teruggebeld.
Ik zie geen reden om de maatregel nogmaals te verlengen.
Ik heb geen verlangens naar drugs en ben ook niet afhankelijk van alcohol of drugs. Als het aanwezig was, had ik alleen moeite om 'nee' te zeggen. Ik ben nu 21 jaar oud. Ik vind het niet begrijpelijk dat het gebruik van softdrugs niet getolereerd wordt door de inrichting. Ook voor mij geldt het gedoogbeleid. In de tijd dat ik me onttrokken heb aan de maatregel, heb ik ook alcohol en wiet gebruikt. Toen ben ik ook niet de mist in gegaan.
Ik zag geen effect van de medicatie met betrekking tot mijn agressiviteit. Er werd gezegd dat ik er niet dik van zou worden, maar ik zwol helemaal op.
De deskundige (naam), gedragsdeskundige, optredend namens "Het Keerpunt", heeft zakelijk weergegeven het volgende verklaard:
[terbeschikkinggestelde] is inmiddels 21 jaar oud. Hij heeft heel hard gewerkt, veel interventies gevolgd en afgerond. Hij heeft ook meer vrijheden gekregen. Daaruit is als zorggebied het middelengebruik naar voren gekomen. Tijdens de recente onttrekking aan de maatregel was daar ook sprake van.
"Het Keerpunt" heeft hem gevraagd of hij bereid is met medicatie te beginnen. Daar denkt hij op dit moment nog over na.
Er is geïnvesteerd in de sociale en emotionele ontwikkeling van [terbeschikkinggestelde]. Dat is goed gegaan, maar we willen het middelengebruik nog wel verder aanpakken. Dat is de cruciale factor met betrekking tot de impulsbeheersing.
Daarnaast willen we nog investeren in een vertrektraining, gericht op zelfredzaamheid. Binnen het traject van de PIJ-maatregel kunnen we dan het verlof opbouwen en zoeken naar werk voor [terbeschikkinggestelde]. Dan kan de maatregel beëindigd worden.
Wat betreft de vraag of de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen oplegging van de maatregel eist, merk ik op dat de impulsbeheersing van [terbeschikkinggestelde] gebrekkig is in combinatie met middelengebruik. Daarmee is er wel sprake van een verhoogd recidiverisico.
Wat betreft de vraag of de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling merk ik op dat het in ieder geval van belang is te zorgen dat [terbeschikkinggestelde] zich niet ontwikkelt richting een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Het zou goed zijn voor zijn persoonlijkheidsontwikkeling als hij zou kunnen stoppen met middelengebruik.
[terbeschikkinggestelde] heeft consulten bij de psychiater gehad. Hij heeft bijzonder veel last gehad van bijwerkingen van de medicatie die hij eerder gebruikte. Dat is een nare ervaring geweest. Desalniettemin vind ik dat het aanbeveling verdient om medicatie te gebruiken. Hij heeft daarover nog een gesprek met de psychiater, maar hij moet uiteindelijk zelf beslissen of hij weer medicatie wil gaan gebruiken.
Gezien de interventies en de zaken die we nog willen doen, is het nodig dat de maatregel nog met een jaar wordt verlengd.
Er is absoluut nog winst te behalen, met name op het gebied van middelengebruik en daarnaast externe begeleiding.
Door de onttrekking is het verlof ingetrokken en gaat [terbeschikkinggestelde] op dit moment niet op verlof en kan hij geen middelen gebruiken. Wij hadden niet gedacht dat hij buiten de inrichting middelen zou gaan gebruiken. Gedurende de laatste periode bleek echter dat hij tijdens verloven en tijdens de onttrekking steeds naar middelen greep.
Ik ben bang dat [terbeschikkinggestelde], op het moment dat bepaalde middelen voorhanden zijn, niet de juiste keuzes maakt. Juist de PIJ-maatregel biedt structuur en grenzen zonder de kans zich te onttrekken. Zowel de eendaagse begeleide als eendaagse onbegeleide verloven zijn aangevraagd. Naar verwachting zullen die in januari worden goedgekeurd. Vandaar uit kunnen we redelijk snel toewerken naar meer verloven, waaronder meerdaagse onbegeleide verloven en Scholings- en Trainingsprogramma's, zodat hij meer aan de maatschappij kan wennen. In die periode kan hij dan ook nog terugvallen op "Het Keerpunt", waar ze hem al twee jaar kennen.
De officier van justitie heeft het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde heeft zich na de vorige verlenging toch opnieuw onttrokken aan de maatregel. Er is veel bereikt, maar de inrichting zegt dat ze nog zeker twaalf maanden nodig zullen hebben voor de behandeling. Ik zie ter terechtzitting ook geen jongen die klaar is om onbegeleid in de maatschappij terug te keren. Ik handhaaf daarom de vordering om de PIJ-maatregel met een jaar te verlengen.
De raadsman heeft het volgende naar voren gebracht, zakelijk weergegeven.
De rechtbank heeft de maatregel vorige keer met een jaar verlengd, ondanks het feit dat de officier van justitie toen twee jaar verlenging geëist had. Uit de stukken blijkt, gelet op de eisen van de wet na deze duur van maatregel, onvoldoende dat er sprake is van een verhoogd recidiverisico.
Uit de stukken blijkt ook dat "Het Keerpunt" eigenlijk vindt dat het netwerk van [terbeschikkinggestelde] op een aantal punten te wensen over laat. Hij is nu zelf actief bezig geweest met begeleid wonen. Dat is zijn eigen initiatief geweest en daar was ik ook door verrast.
Het middelengebruik hoeft niet per se afgewend te worden in "Het Keerpunt". Dat zou ook kunnen via Novadic-Kentron. Er moet in ieder geval een vorm van begeleiding zijn. Het plafond daar is bereikt, volgens de gedragsdeskundige.
Primair verzoek ik de vordering af te wijzen.
Subsidiair verzoek ik verlenging van de maatregel met zes of negen maanden, zodat het verloop van de maatregel eerder dan over een jaar kan worden getoetst. Het gaat er niet om dat hij binnen de inrichting structuur heeft, maar hij moet daarbuiten structuur zien te vinden.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting van de deskundige.
De veroordeelde heeft zich in het afgelopen jaar wederom onttrokken aan de maatregel. Gebleken is dat veroordeelde moeite heeft met de vrijheden die hij nu binnen het kader van de maatregel krijgt. Buiten de inrichting vervalt hij in middelengebruik en is sprake van verminderd functioneren. Als gevolg van het middelengebruik is sprake van een verhoogd recidiverisico. Dit recidiverisico wordt door de inrichting ingeschat als matig tot hoog. De veiligheid van anderen als bedoeld in artikel 77s lid 1 sub b van het Wetboek van Strafrecht vereist daarom ook nu nog verlenging van de maatregel.
Uit het advies van de inrichting en de toelichting van de deskundige ter terechtzitting blijkt voorts dat er nog behandelmogelijkheden zijn om de ontwikkeling van veroordeelde zo gunstig mogelijk vorm te geven, dat het in ieder geval van belang is te zorgen dat veroordeelde zich niet ontwikkelt richting een antisociale persoonlijkheidsstoornis en dat er absoluut nog winst is te behalen, m.n. op het gebied van middelengebruik en daarnaast externe begeleiding. De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat een verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen nog steeds in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde voornoemd als bedoeld in artikel 77s, lid 1, sub c van het Wetboek van Strafrecht.
Ten slotte stelt de rechtbank vast dat, gezien de kwalificatie van het misdrijf in eerder genoemd arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch d.d. 26 november 2009, eveneens is voldaan aan de in artikel 77t lid 3 van het Wetboek van Strafrecht genoemde voorwaarde, dat de maatregel is opgelegd terzake een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam.
Gelet op al het vorenoverwogene zal de rechtbank de PIJ-maatregel verlengen met één jaar.
Voor een verlenging van kortere duur, zoals door de raadsman bepleit, ziet de rechtbank, mede gelet op het advies, onvoldoende grond.
Gelet op de artikelen 77s, 77t en77u van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING.
De rechtbank:
Verlengt de termijn van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van voornoemde veroordeelde voor de duur van één jaar.
Deze beslissing is gegeven op 11 januari 2013 door
mr. M. Senden, voorzitter, tevens kinderrechter-plv.,
mr. S.J.W. Hermans en mr. W. Weerkamp, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A. Bernsen, griffier.