Uitspraak
Uitspraak : 12 december 2013
DE KANTONRECHTER IN EINDHOVEN
[eiser 1],en[eiseres 2],beiden wonend in [woonplaats],
de stichting Woningstichting Laarbeek,gevestigd en kantoorhoudend in Lieshout,
Procedure
– de dagvaarding
-het antwoord
– de repliek met eiswijziging
- een akte tot overlegging nadere producties
- de dupliek
- een akte na dupliek
- een antwoordakte
Vordering en verweer
- een verklaring voor recht dat de woningstichting aansprakelijk is voor de schade met inbegrip van gezondheidsschade, die zij geleden hebben en zullen lijden ten gevolge van de asbestverontreiniging in de woning [adres] in [woonplaats]
- een veroordeling, op straffe van een dwangsom van € 500,= per dag - om een inventarislijst en foto’s over te leggen van alle zaken die de woningstichting heeft laten meenemen en opslaan en die zaken te laten taxeren door een door de kantonrechter te benoemen deskundige (en het rapport binnen veertien dagen na vonnis beschikbaar te doen stellen) en een bedrag van bedrag van € 5.000,= te betalen voor niet geïnventariseerde en/of gefotografeerde zaken en zaken die vernietigd zijn, een en ander exclusief gordijnen en vloerbedekking
- een veroordeling tot betaling van de taxatiewaarde van bepaalde zaken
- een veroordeling tot reiniging van een aantal zaken op straffe van een dwangsom van € 1.000,= en tot vergoeding van de schade aan de teruggegeven zaken
- een veroordeling tot betaling van € 5.777,= ( of een bedrag dat bij repliek onder 8 genoemd wordt) of een door de rechter vast te stellen bedrag plus rente wegens schade aan zaken die verontreinigd waren en nieuw aangeschaft zijn
- een veroordeling tot vergoeding van de dubbele kosten van internet en televisie ad € 75,=
- een veroordeling opgeslagen zaken in opslag te houden totdat schadeloosstelling is betaald, dit op straffe van een dwangsom van € 30.000,=
- een veroordeling tot vergoeding van immateriële schade ad
€ 2.500,= per persoon
- dat zij per 30 september 2011 de woning de woning aan de [adres] in [woonplaats] van de woningstichting zijn gaan huren
- dat uit onderzoek door een deskundige is gebleken, dat die woning met asbest besmet was
- dat die besmetting is ontstaan doordat de vorige huurder Novilon-vloerbedekking verwijderd had
- dat de besmetting aan het licht kwam toen de lijmresten die daarvan achtergebleven waren alsnog verwijderd moesten worden
- dat de woningstichting hen naar aanleiding van het onderzoek de toegang tot de woning ontzegd heeft, zaken heeft afgevoerd en de woning heeft laten reinigen; zij, [huurders], zijn elders ondergebracht en mochten pas op 22 december 2011 terugkeren
- dat zij al bij de eerste inspectie maar ook later tegen die lijmresten bezwaar gemaakt hebben
- dat zij gezondheidsschade hebben geleden doordat zij dertien dagen in die woning gewerkt hebben voordat hen de toegang werd ontzegd vanwege die besmetting
- dat zij voorts schade hebben geleden doordat zij zaken die in beslag genomen zijn vanwege die besmetting niet of beschadigd teruggekregen hebben dan wel nieuw moesten aanschaffen
- dat zij mentale schade geleden hebben
- dat zij de woningstichting voor die schades aansprakelijk achten omdat haar bij het aangaan van de huurovereenkomst bekend was dat er asbesthoudende vloerbedekking in de woning zat.
2. De woningstichting stelt daar het volgende tegenover, voor zover van belang:
- dat haar de asbestbesmetting niet bekend was toen de huur werd aangegaan
- dat zij niet wist dat er asbesthoudende vloerbedekking in de woning had gezeten
- dat de asbestbesmetting is ontstaan doordat die vloerbedekking is verwijderd
- dat zij niet wist en niet kon weten dat de woning door die verwijdering asbestbesmet is geraakt
- dat de besmetting het huurgenot schaadde en zij dus gehouden was die ongedaan te maken
- dat die besmetting haar echter niet was toe te rekenen zodat zij niet voor gevolgschade aansprakelijk is
- dat de wet haar niet tot onderzoek verplicht
- dat naar redelijkheid en billijkheid het enkele feit dat zij een professioneel verhuurster is nog niet meebrengt dat zij de woning op asbestbesmetting had moeten onderzoeken alvorens die te verhuren
- dat zo’n onderzoeksplicht er wel zou zijn als er een concrete aanleiding is het uit te voeren; zo’n aanleiding was er niet, want zij kon niet weten dat de beperkte foam- en lijmresten van de vloerbedekking die de vorige huurder verwijderd had, asbestverdacht waren
- dat zij niet kon weten dat de vloerbedekking van de vorige huurster asbesthoudend was; die had de vorige huurster al eigenhandig en zonder overleg met de woningstichting verwijderd toen de woningstichting haar eerste inspectie bij de vorige huurster uitvoerde
- dat er tot voor enkele jaren niet veel informatie over asbesthoudend materiaal bekend was
- dat het beroep van [huurders] op het asbesthandboek van (woningverhuurkoepel) Aedes niet opgaat: ten eerste heeft de woningstichting een eigen verantwoordelijkheid en ten tweede is dat handboek van december 2011, dus van na de datum van aangaan van de huurovereenkomst; ten derde is de weergave van de regels in dat rapport dubieus
- dat [huurders], als de woningstichting aansprakelijk zou zijn, geen vergoeding kunnen vorderen van zaken die zij niet eens terug willen en van zaken die zij inmiddels teruggekregen hebben
- dat [huurders] niet meer kunnen vorderen dan de vervangingswaarde zoals die door [taxateur] getaxeerd is (productie 2 bij antwoord)
- dat het opgeslagen houden van zaken overbodig is
- dat zij ten aanzien van de vloerbedekking en de gordijnen slechts bereid is, [huurders] haar overnamekosten ad
€ 3.000,= te vergoeden
- dat [huurders] de gestelde gezondheidsschade niet onderbouwd hebben
- dat [huurders] niet vier weken maar twaalf dagen aan de asbestbesmetting zijn blootgesteld
- dat de vorderingen van [huurders] overigens afgewezen moeten worden.
Beoordeling
(Inleiding tweede bladzijde): ‘ Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 is op 1 maart 2006 in werking getreden. Het (..) is bedoeld om emissies van asbestvezels te voorkomen bij: (..) – het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit een bouwwerk of object’.
2005erkenning van de wetgever gekregen.
- dat het gevaar van asbesthoudendheid van
oudevloerbedekking bij de woningstichting bekend is
- dat de woningstichting zich tegenover de huurders afficheert als waakzaam terzake asbest.
de woningstichting in de proceskosten van [huurders] veroordeeld, waaronder ook de nakosten.
BESLISSING
r
€ 5.682,= vermeerderd met de wettelijke rente daarover voor zover en voor zolang dit bedrag vanaf 7 maart 2013 onbetaald blijft;
€ 750,= wegens gemachtigdensalaris, alsmede in de nakosten van € 75,= als bijdrage in de kosten van gemachtigdensalaris en – voor zover de woningstichting niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet - de kosten van betekening;
Wijst af het meer of anders gevorderde.