Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 4 september 2013 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte van 13 december 2013 aan de zijde van Essent houdende verzoek tot tussentijds hoger beroep van het tussenvonnis;
- de akte van 13 december 2013 aan de zijde van R & A houdende bezwaar tegen verzoek wederpartij;
- de akte van 13 december 2013 aan de zijde van Essent tot instemming met het door laten gaan van de enquête van die datum en tot handhaving van het verzoek tot tussentijds hoger beroep van het tussenvonnis;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 13 december 2013.
2.Het verzoek en de beoordeling daarvan
incentivesaan R & A op te dragen en dat de primaire grondslag van de eerste vordering van R&A derhalve faalt;
incentivemoet worden aangemerkt als het door de opdrachtgever op de gebruikelijke wijze berekende, dan wel redelijke loon in de zin van artikel 7:405 lid 2 BW;