In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“ Als gekeken wordt naar de klinische factoren kan gesteld worden dat er nauwelijks sprake is van probleembesef. Betrokkene kan benoemen dat hij problemen moet bespreken, zodat spanningen niet blijven oplopen, maar het lukt hem niet om dit besef om te zetten tot proactief handelen (probleeminzicht). Tevens gaat hij voorbij aan problemen op het gebied van seksualiteit, waaruit de delicten zijn voortgekomen. […] Het empathisch vermogen is vanuit zijn persoonlijkheidsproblematiek beperkt. […] De sociale en relationele vaardig-heden van betrokkene zijn beperkt, waardoor hij binnen de kliniek wel eens in problemen komt. […] Betrokkenes copingvaardigheden zijn binnen de huidige setting voldoende. Bij langdurige problemen bestaat er twijfel of betrokkene deze vaardigheden op een adequate wijze kan aanwenden. […]
Uit de
Toekomstige factorenkomt naar voren dat het voorziene resocialisatietraject mogelijk geen doorgang meer kan vinden, daar betrokkene uit medische overwegingen het gebruik van libidoremmende medicatie heeft moeten staken. […] Voor wat betreft de materiële indicatoren is er nog niets gewaarborgd. […] Ondanks het feit dat betrokkene wel een adequate dagbesteding wil is hiervoor nog onvoldoende geregeld. De vaardigheden van betrokkene schieten tekort om een sociaal en maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. Het sociale netwerk bestaat uit een beperkt aantal netwerkleden die hem voldoende ondersteuning kunnen bieden. Wanneer betrokkene buiten zal wonen, bestaat de kans dat betrokkene zich eenzaam zal gaan voelen. Eenzaamheid kan als mogelijke risicofactor worden aangewezen.
In het risicotaxatierapport van oktober 2008 is de SVR-20 ingevuld. Aangezien er vanuit behandeloogpunt weinig ontwikkeling is waargenomen zijn de resultaten nog steeds van toepassing. […]
Het risicomanagement zal moeten bestaan uit controle en bijsturing van het gedrag. M.b.t. controle zal dit kunnen gebeuren via gebruik van een zogenaamde beeldtelefoon. […]
Ook is denkbaar dat een cirkel van netwerkvrijwilligers betrokkene monitort naast het personeel dat betrokkene op onverwachte momenten opzoekt als hij onbegeleid verlof heeft. Het hangt echter van het Ministerie af of deze dat ook bij verdere dan de huidige vrijheden goedkeurt.
Betrokkene is voornamelijk met zichzelf bezig. Het risicomanagement zal vele jaren moeten duren ook als betrokkene buiten een kliniek zou wonen. […]
Als gekeken wordt naar het verloop van betrokkenes verloven, kan gesteld worden dat deze positief verlopen. Ondanks het feit dat betrokkenes aanvankelijke positieve houding na het staken van de libidoremmende medicatie is veranderd, stelt hij zich doorgaans begeleidbaar op en vinden er tijdens de verloven geen incidenten plaats. […]
Tijdens de huidige verloven is de kans klein dat betrokkene tot een dergelijk grooming proces zal kunnen overgaan. Om die reden wordt het recidiverisico op korte termijn, bij een voortzetting van het huidige verlof, als laag ingeschat. Eenzelfde inschatting wordt gemaakt mocht het beperkte onbegeleide verlof iets worden uitgebreid. […]
Bij verdere uitbreidingen van betrokkenes verlof (zonder libidoremmende medicatie) zal de kans op een mogelijk recidief toenemen. […]
Het recidiverisico op de lange termijn, bij een hypothetisch ontslag, wordt als hoog ingeschat. De vaardigheden van betrokkene schieten tekort om zelfstandig een sociaal en maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. Daarnaast is het onwaarschijnlijk dat zijn seksuele neigingen op enig moment niet weer de kop op zullen steken. Wanneer alle zorg bij een hypothetisch ontslag zal wegvallen, bestaat de kans dat betrokkene uiteindelijk zal vereenzamen. Vereenzaming mag tevens als één van de risicofactoren aangeduid worden. […]
Zoals elders in dit stuk beschreven moet geen verdere verandering of groei verwacht worden van therapieën. Anderzijds moet ervan worden uitgegaan dat betrokkenes stoornis nog steeds in stand is. Betrokkene zal zeker de wil hebben om niet te recidiveren. Echter, hij is de afgelopen jaren niet in staat gebleken werkelijk open te zijn over zijn seksuele verlangens. Betrokkene vermijdt dit of geeft de antwoorden die gepast overkomen (vermijdende copingstijl en de ontwijkende trekken van de persoonlijkheidsstoornis). M.a.w. het is op grond van het beeld dat we al jaren zien, niet te verwachten dat betrokkene zelf aan de bel zal trekken als hij ongewenste verlangens krijgt. […]
Nu zal er gekeken moeten worden of en zo ja welke vorm van resocialisatie veilig te realiseren is. Het gaat daarbij om een intensieve vorm van controle (ook al zal dit niet waterdicht zijn).
Wij adviseren de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met 1 jaar”.