In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 december 2013 uitspraak gedaan over de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde, die in 1980 ter beschikking was gesteld. De rechtbank heeft de vordering afgewezen en de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1954, verblijft in een kliniek en heeft te maken met een TBS-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de bijzondere voorwaarde van volledige abstinentie van cannabis heeft gehouden, wat heeft geleid tot de voorlopige hervatting van de verpleging op 22 november 2013. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen en de reclassering in overweging genomen, die mogelijkheden zagen voor voortzetting van het resocialisatietraject onder gewijzigde voorwaarden. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde de kans gegeven om zich te houden aan de nieuwe voorwaarden, waaronder het verbod op drugsgebruik, met uitzondering van gecontroleerd cannabisgebruik. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde en de kans op een succesvolle resocialisatie. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de officier van justitie, deskundigen en de raadsman van de terbeschikkinggestelde.