ECLI:NL:RBOBR:2013:7091

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2013
Publicatiedatum
23 december 2013
Zaaknummer
01/825061-09
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel en aanhouding van de beslissing omtrent voorwaardelijke beëindiging van verpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 12 december 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1985 en verblijvende in een kliniek. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd vanwege bedreiging met zware mishandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS met één jaar te verlengen, ingewilligd. De beslissing om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen is aangehouden, zodat de reclassering een rapport kan opstellen over de mogelijkheden en voorwaarden voor een eventuele beëindiging van de verpleging.

De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde en haar raadsman gehoord, evenals deskundigen die betrokken zijn bij haar behandeling. Het advies van de psychiater en de directeur van de inrichting, waarin de voortgang van de terbeschikkinggestelde wordt besproken, is meegenomen in de beoordeling. De terbeschikkinggestelde heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt, zoals medicatietrouw en het verkrijgen van onbegeleid verlof, maar er zijn ook zorgen over haar beperkte draagkracht en de kans op terugval in middelengebruik.

De rechtbank heeft besloten dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS-maatregel vereisen. De beslissing om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen is aangehouden voor maximaal drie maanden, in afwachting van het rapport van de reclassering. De rechtbank heeft de reclassering opgedragen om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken, en zal de terbeschikkinggestelde en de rapporteur van de reclassering oproepen voor een nadere zitting.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825061-09
Uitspraakdatum: 12 december 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1985],
verblijvende in [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 november 2009 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij vonnis van deze rechtbank van 21 december 2011 met twee jaar verlengd, welke beslissing is bevestigd bij arrest van het gerechtshof Arnhem van 6 april 2012.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 31 oktober 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 december 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en haar raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van H. de Boer, psychiater, en J.H.M. Nijhuis, directeur en hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 13 september 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van bedreiging met zware mishandeling, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
‘(…) Patiënte is een 28-jarige matig zwakzinnige vrouw met psychotische en middelenproblematiek, die is opgegroeid binnen de Sinti-cultuur. In de periode voor het indexdelict heeft moeder patiënte waarschijnlijk nog enige structuur kunnen bieden. Het wegvallen van moeder is een schokkende gebeurtenis geweest voor patiënte waarbij zij door gebrekkige copingvaardigheden niet in staat is geweest deze adequaat te hanteren. Door de combinatie van het wegvallen van structuur, het niet in staat zijn om hulp te vragen, de bedoelingen van anderen niet in kunnen schatten en boosheid richting haar omgeving vanuit haar paranoïde beleving, is patiënte tot het indexdelict gekomen. Vervolgens is terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd.
Positief is dat patiënte antipsychotische medicatie gebruikt en medicatietrouw is. Door de combinatie van medicatie, structuur, duidelijkheid en invloed van familie is haar empathie naar de omgeving, haar vaardigheden, zelfredzaamheid en de attitude ten opzichte van behandeling toegenomen, ondanks haar lage intelligentie niveau. Daarentegen is de vijandigheid en angst voor contacten afgenomen. Tevens is er geen sprake geweest van een terugval in het gebruik van middelen.
Patiënte beschikt over een geringe draagkracht. Mede als gevolg van haar lage intelligentie is zij sterk beperkt in de mate waarin zij kan profiteren van de behandeling en in het niveau van functioneren wat zij in de toekomst kan bereiken. Tevens is op basis van haar cognitieve beperkingen sprake van chronische kwetsbaarheid. Momenteel accepteert patiënte het behandelbeleid en daarmee de antipsychotische medicatie en het zich onthouden van
middelen. Gezien het beperkte probleembesef van patiënte is de verwachting dat patiënte mogelijk met haar medicatiegebruik stopt bij het beëindiging van de huidige maatregel en mogelijk opnieuw cannabis en alcohol gaat gebruiken. Dit zal leiden tot een snelle verslechtering van het toestandsbeeld. In combinatie met haar beperkte sociale vaardigheden en gebrekkige inzicht in haar beperkingen zal dit het recidiverisico snel doen stijgen. Dit beeld komt overeen met de risicotaxatie.
Het multidisciplinair behandelteam voorziet dat patiënte, gezien haar psychotische problematiek, beperkte probleeminzicht en verstandelijke beperking, blijvend afhankelijk is van een gestructureerde omgeving waarin getracht wordt toe te werken naar een respectievelijke stabilisatie van haar toestandsbeeld en het vergroten van haar zelfstandigheid en zelfredzaamheid teneinde het recidive risico te verlagen. De meest wenselijke situatie is dat patiënte spoedig vanuit de TBS uit zal stromen richting een zorginstelling in de nabijheid van de woonplaats van haar familie.
In de komende behandelperiode is dit het hoofddoel: oefenen met vrijheden, verantwoordelijkheden en het toepassen van vaardigheden binnen een sociaalmaatschappelijk context. Einddoel is plaatsing in een (forensische) (L)VG-zorginstelling in de regio van herkomst. Er vindt reeds overleg plaats met Lunetzorg.
Als middel om dit te bereiken zal patiënte de aankomende periode haar vroegsignalering blijven hanteren om tijdig haar waarschuwingssignalen te herkennen. Daarnaast zal patiënte in muziek therapie blijven volgen met als doel versterken eigen identiteit en bevorderen en vergroten zelfvertrouwen. Patiënte zal de Libermantraining 'omgaan met vrije tijd' binnen een aantal maanden afronden en daarnaast staat ze aangemeld voor de Libermantraining 'omgaan met verslaving'.
Momenteel heeft patiënte de mogelijkheid om semi- en onbegeleid op verlof te gaan om zo te oefenen met meer zelfstandigheid buiten de kliniek. Verlofdoelen zijn het toepassen, bestendigen en verder uitbreiden van coping-, sociale en maatschappelijke vaardigheden, het toetsen van de omgang van patiënte met de ruimere beschikbaarheid van stressfactoren in de maatschappij, het vergroten van haar zelfvertrouwen, ontspanning en het onderhouden van het sociaal netwerk.
Advies verlenging TBS maatregel
Op grond van hetgeen beschreven is in het verlengingsadvies achten wij voortzetting van de terbeschikkingstelling aangewezen. Wij adviseren u, zo u besluit te verlengen, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar.’
De deskundige W.H. van Veen, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het verlengingsadvies is van 13 september 2013. Er zijn sindsdien drie maanden verstreken. Het gaat heel goed met terbeschikkinggestelde. Ze heeft onbegeleid verlof en de verloven verlopen prima. Daarom adviseren wij de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar en daarnaast het onderzoek ter terechtzitting te schorsen om te onderzoeken of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk kan worden beëindigd.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik vind dat een goed idee. Ik ben daar wel aan toe.
De officier van justitie wijzigt haar vordering in die zin dat zij thans verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling vordert en aanhouding van de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege teneinde de reclassering een rapport te laten opmaken omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder, de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde kan worden beëindigd.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft de rechtbank verzocht het advies van de deskundige W.H. van Veen over te nemen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en teneinde de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden om op termijn tot een beëindiging van de terbeschikkingstelling te kunnen komen, is de rechtbank van oordeel dat thans dient te worden onderzocht of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
Daarom dient de Reclassering Nederland een nader maatregelrapport op te stellen, waarin de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege worden onderzocht.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, zal de rechtbank op grond van artikel 509t lid 5 van het Wetboek van Strafvordering de beslissing op een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd, maar maximaal drie maanden, aanhouden in afwachting van het rapport van Reclassering Nederland. Daarnaast is de rechtbank, gelet op artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, zodat de terbeschikkingstelling zal worden verlengd met één jaar.

DE BESLISSING

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar;
- houdt de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan en schorst daartoe het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, tot ten hoogste drie maanden, teneinde de reclassering een rapport te laten opmaken omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder, de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde kan worden beëindigd. Indien een rapport van de reclassering daartoe aanleiding geeft dient dhr. W.H. van Veen (van [kliniek]) opgeroepen te worden;
- beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde en de rapporteur van de reclassering tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting, met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr. P.J.A. van de Laar, advocaat te Eindhoven;
- stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.A. Waals, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 december 2013.
Mr. W.T.A.M. Verheggen is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.