ECLI:NL:RBOBR:2013:7089

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2013
Publicatiedatum
23 december 2013
Zaaknummer
01/835229-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege (TBS)

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 12 december 2013 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege (TBS) van de terbeschikkinggestelde, die sinds 13 november 2006 ter beschikking was gesteld. De rechtbank had eerder, op 20 september 2013, de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd en het onderzoek ter terechtzitting geschorst om een reclasseringsrapport op te laten maken. Tijdens de openbare zitting op 12 december 2013 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen van Reclassering Nederland en de kliniek gehoord.

Het reclasseringsadvies van 18 november 2013 concludeerde dat het recidiverisico laag is en dat er geen risico op letselschade is. De kliniek had een traject voor onvoorwaardelijke beëindiging van de TBS in gang gezet, maar dit werd bemoeilijkt door nieuwe wetgeving. De terbeschikkinggestelde gaf aan bereid te zijn om mee te werken aan de voorwaarden van de reclassering, waaronder het niet plegen van strafbare feiten, het hebben van een controleerbare dagbesteding en het openstellen van zijn financiën voor de reclassering.

De rechtbank oordeelde dat de verpleging voorwaardelijk moest worden beëindigd, onder de voorwaarden die door de reclassering waren gesteld. De terbeschikkinggestelde verklaarde zich akkoord met deze voorwaarden, inclusief een bijzondere voorwaarde van forensisch psychiatrisch toezicht. De rechtbank benadrukte dat de terbeschikkinggestelde zich moet houden aan de voorwaarden om zijn kans op een succesvolle re-integratie in de samenleving te vergroten. De beslissing werd genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen. De rechtbank gaf opdracht aan Reclassering Nederland om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen bij de naleving van de voorwaarden.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/835229-05
Uitspraakdatum: 12 december 2013

Beslissing voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1984],
verblijvende te [woonplaats], [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 13 november 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 20 september 2013 met een jaar verlengd. De rechtbank heeft toen ook het onderzoek ter terechtzitting geschorst om de reclassering een maatregelrapport op te laten maken omtrent de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en de daarbij behorende voorwaarden.
Ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 december 2013 is de vraag behandeld of de verpleging voorwaardelijk dient te worden beëindigd. Hierbij zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord. Tevens zijn als deskundigen gehoord K.H.J. Natrop namens Reclassering Nederland en E.W.M. van den Broek namens de [kliniek].
Naast de in de beschikking van 20 september 2013 vermelde stukken die zich in het dossier bevinden is een reclasseringsadvies (voorbereiding voorwaardelijke beëindiging terbeschikkingstelling) van 18 november 2013 in het dossier gevoegd.

De beoordeling.

In voornoemd advies van de reclassering is onder meer het navolgende gesteld:

‘(…) Inschatting recidiverisico

Laag

Risico op onttrekken aan voorwaarden

Laag / gemiddeld
De [kliniek] was voornemens om met de heer [terbeschikkinggestelde] middels een langdurig transmurale behandeling naar een onvoorwaardelijke beëindiging van de ter beschikking toe te werken. Dit traject werd doorkruist door de nieuwe wetgeving waarbij de rechtbank niet meer gemachtigd is om vanuit een TBS met dwangverpleging over te gaan tot een onvoorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. De heer [terbeschikkinggestelde] vindt het jammer dat bovengenoemd traject niet meer mogelijk is maar zal, bij een voorwaardelijke beëindiging van de TBS, meewerken aan begeleiding van de reclassering.

Risico op letselschade

Ingeschat wordt dat er geen risico op letselschade is. Er is geen reden om aan te nemen dat er personen zijn die risico lopen op letsel.

Voorbereiding voorwaardelijke beëindiging van de TBS

Geadviseerd wordt om de TBS voorwaardelijk te beëindigen. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden gesteld:

Recidive

Als voorwaarde wordt gesteld dat de heer [terbeschikkinggestelde] zich niet schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten.

Huisvesting

Als voorwaarde wordt gesteld dat de heer [terbeschikkinggestelde] niet zonder overleg en toestemming van de reclassering zal verhuizen.

Dagbesteding

Als voorwaarde wordt gesteld dat de heer [terbeschikkinggestelde] een controleerbare dagbesteding heeft en/of zich inspant deze te vinden. Hij zal niet zonder overleg met en toestemming van de reclassering veranderen van eventuele werkgever.
De heer [terbeschikkinggestelde] gaat een eigen zaak opstarten in de handel van antiek en curiosa. Mocht dit niet van de grond komen, dat wil zeggen dat hem dit onvoldoende (dag)structuur biedt dan wel hij hiermee onvoldoende inkomsten genereert dan gaat hij op zoek naar (vrijwilligers) werk.

Middelengebruik

Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene geen drugs gebruikt. Indien vermoeden is van gebruik zal hij meewerken aan urinecontroles. Voorts wordt als voorwaarde gesteld dat betrokkene openheid geeft over zijn alcoholgebruik. Dit mag
zijn dagelijks functioneren op geen enkele wijze belemmeren.

Financiën

Als voorwaarde wordt gesteld dat de heer [terbeschikkinggestelde] zijn financiën inzichtelijk maakt voor de reclassering. Indien externe begeleiding op het gebied van financiën nodig is, dient betrokkene hieraan zijn medewerking te verlenen.

Netwerk

Als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene openheid geeft over zijn netwerk. Hij geeft de reclassering toestemming contact op te nemen met zijn netwerk. Betrokkene wordt achteraf op de hoogte gesteld van de inhoud van de gesprekken.

Reclasseringsbegeleiding

Als voorwaarde wordt gesteld dat de heer [terbeschikkinggestelde] zich begeleidbaar opstelt en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Betrokkene geeft openheid van zaken.(…)’
De terbeschikkinggestelde verklaart:
Ik ken de inhoud van het reclasseringsrapport. De daarin voorgestelde voorwaarden en de algemene voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zijn met mij ter zitting besproken. Voorts is met mij een bijzondere voorwaarde ter zitting besproken die niet is opgenomen in het reclasseringsadvies van 18 november 2013. Deze voorwaarde houdt in dat ik word verplicht om indien noodzakelijk, op verzoek van de reclassering in het kader van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht, met de reclassering en de [kliniek] te overleggen over het begeleidingstraject en dat ik kan worden verplicht mee te werken aan een tijdelijke terugplaatsing in de [kliniek] van maximaal 2 (twee) keer 7 (zeven) weken, volgens het protocol van de crisisplaatsing, indien dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht.
Ik ben het eens met alle voorgestelde voorwaarden (inclusief voornoemde bijzondere voorwaarde van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht welke niet in het reclasseringsadvies van 18 november 2013 is opgenomen) en ben bereid om mij daaraan te houden.
De deskundige E.W.M. van den Broek, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
De kliniek kan zich vinden in voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en de voorwaarden die daarvoor worden gesteld door de reclassering. De door de rechtbank met terbeschikkinggestelde besproken voorwaarde van forensisch psychiatrisch toezicht welke niet in het reclasseringsadvies van 18 november 2013 is opgenomen hoort wat mij betreft zeker wel als voorwaarde bij de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gesteld te worden.
De deskundige K.H.J. Natrop, optredend namens Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Ik ben het eens met mevrouw Van den Broek. De door de rechtbank met terbeschikkinggestelde besproken voorwaarde van forensisch psychiatrisch toezicht welke per abuis niet in het reclasseringsadvies van 18 november 2013 is opgenomen hoort wat mij betreft zeker ook als voorwaarde bij de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gesteld te worden.
De officier van justitie vordert dat de dwangverpleging voorwaardelijk wordt beëindigd onder de voorwaarden die de reclassering in haar rapport heeft gesteld en de aanvullende bijzondere voorwaarde van forensisch psychiatrisch toezicht welke ter zitting met terbeschikkinggestelde is besproken.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft onder meer aangevoerd:
Cliënt en ik kunnen ons vinden in het reclasseringsadvies en de daarin gestelde voorwaarden. Wij kunnen ons ook vinden in de aanvullende bijzondere voorwaarde van forensisch psychiatrisch toezicht welke ter zitting met terbeschikkinggestelde is besproken. Ik verzoek de rechtbank de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen onder de voorwaarden die de reclassering in haar rapport heeft gesteld en de aanvullende bijzondere voorwaarde van forensisch psychiatrisch toezicht welke ter zitting is besproken.
Gelet op al het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk dient te worden beëindigd. De terbeschikkinggestelde wordt hiermee in staat gesteld te bewijzen dat hij zich op een aanvaardbare wijze in de samenleving kan handhaven. Ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen stelt de rechtbank voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde.
De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard tot naleving van na te melden voorwaarden.
Gezien de artikelen: 38, 38a, 38d, 38g en 38h van het Wetboek van Strafrecht.

DE BESLISSING.

De rechtbank:
 Beëindigt de verpleging van overheidswege voorwaardelijk voor de duur van het gegeven bevel tot terbeschikkingstelling.
 Stelt daarbij als algemene voorwaarden:
- de terbeschikkinggestelde maakt zich gedurende de terbeschikkingstelling niet schuldig aan een strafbaar feit en
- de terbeschikkinggestelde verleent medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit en
- de terbeschikkinggestelde verleent medewerking aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
 Stelt daarbij als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
De terbeschikkinggestelde moet zich binnen 3 dagen volgend op de onherroepelijke uitspraak melden bij Reclassering Nederland, Toezichtunit Utrecht. Hierna moet terbeschikkinggestelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De terbeschikkinggestelde moet zich houden aan de aanwijzingen en afspraken die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in andere bijzondere voorwaarden.
Huisvesting
De terbeschikkinggestelde zal niet zonder overleg en toestemming van de reclassering verhuizen.
Dagbesteding
De terbeschikkinggestelde heeft een controleerbare dagbesteding en/of spant zich in deze te vinden. Hij zal niet zonder overleg met en toestemming van de reclassering veranderen van eventuele werkgever.
De terbeschikkinggestelde gaat een eigen zaak opstarten in de handel van antiek en curiosa. Mocht dit niet van de grond komen, dat wil zeggen dat hem dit onvoldoende (dag)structuur biedt dan wel hij hiermee onvoldoende inkomsten genereert dan gaat hij op zoek naar (vrijwilligers) werk.
Middelengebruik
De terbeschikkinggestelde gebruikt geen drugs. Indien vermoeden is van gebruik zal hij meewerken aan urinecontroles. De terbeschikkinggestelde geeft voorts openheid over zijn alcoholgebruik. Dit mag zijn dagelijks functioneren op geen enkele wijze belemmeren.
FinanciënDe terbeschikkinggestelde maakt zijn financiën inzichtelijk voor de reclassering. Indien externe begeleiding op het gebied van financiën nodig is, dient terbeschikkinggestelde hieraan zijn medewerking te verlenen.
NetwerkDe terbeschikkinggestelde geeft openheid over zijn netwerk. Hij geeft de reclassering toestemming contact op te nemen met zijn netwerk. Terbeschikkinggestelde wordt achteraf op de hoogte gesteld van de inhoud van de gesprekken.
Reclasseringsbegeleiding
De terbeschikkinggestelde stelt zich begeleidbaar op en zal zich gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Terbeschikkinggestelde geeft openheid van zaken.
Forensisch Psychiatrisch Toezicht
De terbeschikkinggestelde wordt verplicht om indien noodzakelijk, op verzoek van de reclassering in het kader van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht, met de reclassering en de [kliniek] te overleggen over het begeleidingstraject. Terbeschikkinggestelde wordt verplicht, indien dit door de reclassering noodzakelijk wordt geacht, mee te werken aan een tijdelijke terugplaatsing naar de [kliniek] van maximaal 2 (twee) keer 7 (zeven) weken, volgens het protocol van de crisisplaatsing.
 Geeft opdracht aan Reclassering Nederland, de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. M.A. Waals en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 december 2013.
Afstand van rechtsmiddelen door de terbeschikkinggestelde en de officier van justitie.
Mr. W.T.A.M. Verheggen is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.