ECLI:NL:RBOBR:2013:6981

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
01/889102-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een hoogbegaafde man met pedofiele voorkeur en diverse zedendelicten

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 december 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man die ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 7 mei 2007. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd op 25 juli 2013. De officier van justitie heeft op 22 oktober 2013 verzocht om een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, wat behandeld werd op de openbare zitting van 6 december 2013. Tijdens deze zitting zijn de officier van justitie, deskundigen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord. De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder adviezen van de kliniek, een psychiatrisch rapport, een psychologisch rapport en een reclasseringsadvies. De terbeschikkinggestelde heeft een geschiedenis van ernstige zedendelicten, waaronder verkrachting en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. De deskundigen hebben unaniem geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten om de termijn met één jaar te verlengen in plaats van twee jaar, met de overweging dat de kliniek binnenkort sluit en dat er meer duidelijkheid moet komen over de voortgang van de behandeling en de mogelijke vervolginstelling. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van de delicten en het recidiverisico, en heeft de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit in acht genomen. De rechtbank heeft de veiligheid van anderen als een belangrijke factor in de beslissing meegenomen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/889102-05
Uitspraakdatum: 20 december 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1975],
verblijvende [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 mei 2007 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van het gerechtshof d.d. 25 juli 2013 met een jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 22 oktober 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 december 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundigen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van [kliniek], de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 27 september 2013;
  • het psychiatrisch rapport d.d. 27 september 2013, opgemaakt door C.G. Huisman;
  • het psychologisch rapport d.d. 29 september 2013, opgemaakt door A.J. de Groot;
  • het reclasseringsadvies d.d. 29 november 2013, opgemaakt door J. van Wely en F.R.J. Brouwers;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde;
  • een brief van de raadsman van terbeschikkinggestelde d.d. 2 december 2013, met als bijlage de eigen bijdrage van terbeschikkinggestelde betreffende de verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling;
  • het ter terechtzitting van 6 december 2013 door de raadsman overgelegde risicotaxatieverslag d.d. 20 november 2013.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van:
- verkrachting;
- een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,
is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, invoeren en uitvoeren, meermalen
gepleegd;
- een gewoonte maken van een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een
afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit
hebben;
- een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is
betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en invoeren;
- een gewoonte maken van een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een
afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien
jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in
voorraad hebben;
- met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen
plegen;
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven,
meermalen gepleegd,
terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van [kliniek] is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) De heer [terbeschikkinggestelde] is een hoogbegaafde man (IO=143) met een persoonlijkheidsstoornis N.A.O. met narcistische trekken, trekken van PDD-NOS en een pedofiele voorkeur voor jonge vrouwen van het niet-exclusieve type en middelenmisbruik. (…) Afgelopen periode zijn er weinig behandelvorderingen gemaakt gericht op de interne risicofactoren. De narcistische dynamiek en de hoge mate van rigiditeit bij de heer [terbeschikkinggestelde] kleuren het verloop. De heer [terbeschikkinggestelde] is volhardend in het vasthouden van zijn eigen theorieën met betrekking tot de totstandkoming van zijn delicten. Het lustaspect wordt daarin weggelaten en hij heeft in zijn beleving uitsluitend gehandeld uit een wens tot het zoeken van prikkels en spanningen. Daarnaast rationaliseert hij elke overweging, de emotionele beleving is niet in zicht gekomen en het verhaal blijft een theoretische verhandeling waardoor er weinig dynamiek in de behandeling zit en interne risicofactoren nog onveranderd aanwezig zijn. Dit ontkennen van pedofiele gevoelens werkt risicoverhogend.(…) De komende tijd wordt meer ingezet op het handicap model. We gaan meer uit van de beperkingen van de heer [terbeschikkinggestelde] en zetten niet meer maximaal in op het verkrijgen van inzicht op emotioneel niveau. Dit houdt dat er begeleid verlof wordt aangevraagd. Op basis van het verloop van dit verlof, de begeleidbaarheid van hem en het blijven voldoen aan voorwaarden kan uitbreiding plaatsvinden naar onbegeleid verlof en uiteindelijk naar oriëntatie op de mogelijkheden tot beëindiging van de opname en de verblijfsituatie na ontslag. De prognose blijft dat de heer [terbeschikkinggestelde] langdurende begeleiding, toezicht en controle nodig heeft. (…) De behandeling van de pedofolie is gericht op het hanteren van pedoseksuele gevoelens en voorkoming van het tot uiting brengen ervan. Gezien het feit dat er geen overeenstemming is met de heer [terbeschikkinggestelde] over de diagnose pedofilie is een doelgerichte behandeling gericht op een betere coping niet van de grond gekomen, dit maakt dat in de toekomst extern toezicht en controle hierbij vooralsnog noodzakelijk blijven bij de heer [terbeschikkinggestelde]. Gedragssymptomen of persoonlijkheidskenmerken als rigiditeit, narcisme, beperkte empathie en (hiermee) beperkte sociale vermogens zijn grotendeels onveranderbaar en de behandeling is derhalve met name gericht op het verkrijgen van inzicht in deze symptomen of kenmerken en het hiermee leren omgaan. Naast behandeling van deze symptomen is behandeling van de verslavingsproblemen van de heer [terbeschikkinggestelde] aangewezen ten tijde van zijn huidige TBS opname. Op de langere termijn zal het middelengebruik van de heer [terbeschikkinggestelde] overwegend middels controle en toezicht te beïnvloeden zijn. (…) Wij adviseren u de maatregel met 2 jaar te verlengen (…)”
In voornoemd psychiatrisch rapport is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) De diagnostische conclusies van de kliniek komen overeen met die van onderzoeker. (…) Het risico op gewelds- (…) en/of seksuele delicten wordt bij nu staken van behandeling en verblijf van betrokkene buiten een klinische setting door onderzoeker op klinische gronden als matig tot hoog geschat. De risicoprognose van de kliniek op langere termijn wordt als hoog afgegeven. Onderzoeker komt op matig tot hoog. (…) Betrokkene dient een aanvang te maken met zijn eerste stappen naar begeleid verlof. (…) De behandeling van betrokkene is toe aan een vervolgfase. Betrokkenes beperkingen, op basis van zijn psychopathologie, zijn in essentie verder niet echt meer bewerkbaar. Er moet van worden uitgegaan dat er blijvende beperkingen zijn met name op basis van zijn autistiforme problematiek maar ook op basis van zijn persoonlijkheidskenmerken. Gezien de gepleegde pedofiele indexdelicten, de duur en de frequentie daarvan, leidt dit bij behandelaars nog tot onvoldoende vertrouwen als het gaat om het risicomanagement. (…) Geadviseerd wordt de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen en wel met een termijn van twee jaren. Betrokkene moet nog een begin gaan maken met zijn onbegeleid verlof, er moet nog gezocht worden naar een passende kliniek in het kader van toekomstig transmuraal verlof. Uitgaande van het handicapmodel bij betrokkene is langdurige zorg en toezicht noodzakelijk. Geadviseerd wordt de maatregel van terbeschikkingstelling en de dwangverpleging te continueren (…) “
In voornoemd psychologisch rapport is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) Er is bij betrokkene sprake van PDD-NOS, pedofilie en misbruik van alcohol en cannabis (in remissie onder toezicht staand). Anders dan de kliniek, wordt geen persoonlijkheidsstoornis geclassificeerd op basis van het onderhavige onderzoek. De kliniek classificeert op haar beurt geen PDD-NOS. Laag risico op seksuele geweldsdelicten binnen het huidige risicomanagement (gesloten intramuraal verblijf zonder verlofkader). Matig risico op seksuele geweldsdelicten in de vrije maatschappij, zonder toezicht en begeleiding. Wordt klinisch bezien of het brede risico op (seksueel) geweld kan worden verengd naar het risico op daadwerkelijke delictrecidivering (verkrachting van meisje onder tien jaar) dan is hier nog een niet te verwaarlozen – maar geen uitgesproken hoge – kans op, mocht betrokkene zonder steun en toezicht in de vrije maatschappij komen te verblijven. (…) De kliniek schat de risico’s iets hoger in. Geadviseerd wordt om spoedig begeleid verlof aan te vragen, betrokkene over te plaatsen naar een ander FPC en vanuit hier – rekening houdend met zijn autisme – geleidelijk een resocialisatietraject gestalte te geven. (…) Geadviseerd wordt om de maatregel tbs te verlengen met de duur van twee jaar. Geadviseerd wordt om het bevel tot verpleging hierbij te continueren. (…)”
In voornoemd rapport van de reclassering is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) Thans is het recidiverisico als laag/gemiddeld te beschouwen, dankzij het verblijf en de behandeling in een hoog beveiligde setting. Om inzicht te krijgen in het recidive- en gevaarsrisico buiten de beveiligde setting, is het noodzakelijk om op gefaseerde wijze betrokkene vrijheden te geven en te laten deelnemen aan het maatschappelijk verkeer om te kunnen oordelen op welke wijze hij de risicomanagementplanning geïntegreerd heeft. Uit de risicotaxatie-instrumenten Risc en Static-99 komt een hoog gemiddeld recidiverisico naar voren. Daar betrokkene nog geen gebruik heeft kunnen maken van begeleid en onbegeleid verlof, wordt het inschatten van het risico op onttrekking aan de voorwaarden bemoeilijkt. (…) De reclassering is van mening dat de modaliteit van voorwaardelijke beëindiging nog niet aan de orde is. Betrokkene is nog niet in de gelegenheid gesteld om te starten met begeleid en onbegeleid verlof waardoor de risico’s op recidive nog onvoldoende in te schatten zijn. (…) Daarnaast is de reclassering niet in de gelegenheid op technische gronden een plan van aanpak op te stellen, daar hij niet is geïndiceerd voor een klinische behandeling in een FPK of FPA in het kader van de voorwaardelijke beëindiging. Dit belet tevens de reclassering om voorwaarden te formuleren. (…)”
De terbeschikkinggestelde heeft onder meer verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Kort geleden is er een aanvraag ingediend voor begeleid verlof. Er is nooit overeenstemming geweest over de diagnostiek. Ik wil aan een overplaatsing naar een FPK of FPA meewerken. De ervaring leert dat het behandeltraject daardoor geen vertraging oploopt. Ik zit nu al acht jaar binnen. Het resocialisatie probleem wordt steeds groter. Ik word de dupe van de traagheid van het verloftraject. De in de brief genoemde getuige Jacqueline was destijds mijn mentor. Zij heeft mijn gedrag gezien, ook toen mijn moeder was overleden. Ik heb toen geen delictgedrag vertoond en me ook niet afgezonderd. Ik vraag mij af of de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd.
De deskundige F.M. Ponte, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij het verlengingsadvies van de inrichting.
Zij heeft voorts onder meer het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De aanvraag voor begeleid verlof is in november ingediend. Wij zijn nu in afwachting van het antwoord hierop, dit zal minimaal acht weken duren. Wij wilden de aanvraag al in een eerder stadium doen, maar er zijn voorwaarden aan verbonden. De heer [terbeschikkinggestelde] heeft zich niet altijd daaraan kunnen houden, waardoor het even heeft geduurd. Wat betreft de noodzaak van libidoremmende medicatie geldt, dat dit altijd per persoon wordt beoordeelden dat naar de problematiek wordt gekeken. Op dit moment hebben we geen zicht op zijn lustgevoelens. Er is sprake van hyperseksualiteit, vandaar ook de libidoremmende medicatie.
De opbouw naar meer vrijheid is voorzichtig. Het krijgen van meer vrijheid is ook wennen. Begeleid verlof is voor een periode van ongeveer een half jaar. Daarna wordt er toegewerkt naar dagbesteding en werk. Dit gebeurt eerst vanuit de kliniek en in de omgeving van Utrecht. In de fase van begeleid verlof kan er nog niet “buiten” worden gewerkt. Bij onbegeleid verlof is het buiten werken in Eindhoven ook lastig, want dan is de heer [terbeschikkinggestelde] uit zicht. Eind 2015 gaat de kliniek naar verwachting sluiten. Het streven is om voor die tijd een overplaatsing gerealiseerd te hebben. Wij hopen dat de heer [terbeschikkinggestelde] dan in de fase van transmuraal verlof zit.
Er is nu zeker geen sprake van een behandelimpasse. De heer [terbeschikkinggestelde] heeft wel moeite met autoriteit. Hij kan zich moeilijk overgeven aan de behandeling met betrekking tot de zedenproblematiek, dat roept strijd op. Het is daarom ook lastig om de heer [terbeschikkinggestelde] over te plaatsen. Wij hebben met de heer [terbeschikkinggestelde] overeenstemming over het traject. Als hij nu wordt overgeplaatst naar een FPK of FPA, loopt de behandeling vertraging op. Ik zou dat niet adviseren. Het is nu eerst afwachten hoe het begeleid verlof gaat. Wij hebben met de heer [terbeschikkinggestelde] overeenstemming op de meeste punten. Hij moet leren omgaan met zijn problematiek en dat heeft zeker nog wel twee jaar nodig. Door het overlijden van zijn moeder hebben wij gezien dat hij zijn gevoelens goed kan uiten en ook dat is een onderdeel van de behandeling. Hij staat daar wel voor open. Dat hij toen niet is teruggevallen is logisch, omdat hij in een klinische setting verblijft.
De deskundige J.E.M. van Wely, optredend namens de reclassering, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij het reclasseringsadvies.
Zij heeft voorts onder meer het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Wij hebben een aanvraag ingediend bij het IFZ. De FPK De Woenselse Poort heeft de aanvraag op basis van het dossier afgewezen, evenals de FPA De Loo en de FPK Assen. Wij kunnen daarom geen plan van aanpak opstellen.
De officier van justitie heeft onder meer aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Weliswaar zijn er op punten verschillen, maar de deskundigen zijn het in grote lijnen met elkaar eens dat verlenging met twee jaar nodig is. Verder wordt aangegeven dat wellicht overplaatsing dient plaats te vinden, maar dit zal volgens deskundige Ponte tot vertraging van het traject kunnen leiden.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit zijn aan de orde. De heer [terbeschikkinggestelde] zit al acht jaar in de TBS. Er is nog steeds sprake van een voorlopige diagnose. In januari 2011 zou er al verlof worden aangevraagd, maar dat is niet gebeurd. De in de rapportages gemaakte fouten gaan een eigen leven leiden. Op basis daarvan wordt de heer [terbeschikkinggestelde] wel beoordeeld en afgewezen. De heer [terbeschikkinggestelde] kan de discussie over de diagnose niet laten rusten, want hoe kan hij anders goed worden behandeld. Hij heeft geen persoonlijkheidsstoornis, maar een ontwikkelingsstoornis. Ik vind het pijnlijk om te horen dat de heer [terbeschikkinggestelde] in strijd is met de kliniek. De kliniek laat alles ernstig zitten, het verlof gaat traag en er is maar een halve diagnose. Bij de kliniek zijn er nu ook steeds andere mensen in verband met de afbouwfase. De kliniek gaat sluiten. Een overplaatsing zou volgens de kliniek niet goed zijn in verband met vertraging, maar in de kliniek blijven leidt juist tot vertraging van het traject. De heer [terbeschikkinggestelde] kan in de kliniek weinig laten zien, dat moet hij buiten de kliniek kunnen doen. In het laatste risicotaxatieverslag d.d. 20 november 2013 wordt het risico op korte termijn laag ingeschat. Ik verzoek u de terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar te verlengen.
De rechtbank verenigt zich met voornoemde adviezen van de inrichting, psychiater Huisman en psycholoog De Groot, voor wat betreft de noodzaak van verlenging met het oog op het recidiverisico. Anders dan de deskundigen, is de rechtbank evenwel van oordeel dat niet met twee jaar, maar met één jaar dient te worden verlengd. In dit verband overweegt de rechtbank
het van belang te vinden om een vinger aan de pols te houden, mede gelet op het feit dat de kliniek binnen afzienbare tijd gaat sluiten. De rechtbank hecht er aan over een jaar wederom de voortgang van de behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde] en het ingezette traject te toetsen. De rechtbank wenst op de volgende terechtzitting voorts meer duidelijkheid over een mogelijke vervolginstelling voor de heer [terbeschikkinggestelde] .
De rechtbank overweegt verder dat onderhavige verlenging geen strijdigheid oplevert met de door de raadsman genoemde beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit , in aanmerking genomen de ernst van de indexdelicten, de problematiek van de heer [terbeschikkinggestelde], de behandelduur en het recidiverisico.
Gelet op al het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
een jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S. van Lokven, voorzitter,
mr. E.M.J. Raeijmaekers en mr. M. Senden, leden,
in tegenwoordigheid van mr. B.J. van Vugt-Jansen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 december 2013.
mr. S. van Lokven is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.