In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een GBA-specialist/gegevensbeheerder, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard. Eiseres was disciplinair ontslagen vanwege een vermeend plichtsverzuim dat verband hield met het plaatsen van een grievende advertentie op Marktplaats. De rechtbank oordeelde dat het gestelde plichtsverzuim niet voldoende was komen vast te staan. De rechtbank nam de feiten als vaststaand aan, waaronder het feit dat eiseres op de dag van de advertentie op haar werkplek aanwezig was en dat er geen bewijs was dat zij betrokken was bij het plaatsen van de advertentie. De rechtbank concludeerde dat de overige verweten gedragingen niet zodanig ernstig waren dat het disciplinaire ontslag gerechtvaardigd was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de gemeente en droeg hen op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten van eiseres vergoedde. De uitspraak benadrukt het belang van deugdelijk bewijs in het ambtenarentuchtrecht en dat disciplinaire maatregelen evenredig moeten zijn aan het plichtsverzuim.