Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijsmotivering.
- Ten aanzien van de bemonstering van de schroefdraad op het pistool (#2) concludeert het NFI dat de bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek iets waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal van verdachte bevat dan wanneer de bemonstering géén celmateriaal van verdachte bevat.
- Ten aanzien van de bemonstering van de patroonhouder die in het pistool zat (#6) concludeert het NFI dat de bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zeer veel waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] (en twee willekeurige onbekende personen) bevat dan wanneer de bemonstering geen celmateriaal van verdachte bevat (maar wel van medeverdachte [medeverdachte 3] en drie willekeurige onbekende personen).
- Ten aanzien van de bemonstering van de binnenzijde van het pistool (#10) concludeert het NFI dat de bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] (en twee willekeurige onbekende personen) bevat dan wanneer de bemonstering celmateriaal van medeverdachte [medeverdachte 3] en drie willekeurige onbekende personen bevat, en
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 1].
Motivering van de hoofdelijkheid.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
27 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.