ECLI:NL:RBOBR:2013:6841
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag met honkbalknuppel en springveer
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 16 december 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een mededader het slachtoffer meermalen met een honkbalknuppel en een springveer op het hoofd heeft geslagen. Dit geweld leidde ertoe dat het slachtoffer enkele dagen in coma heeft gelegen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van poging tot doodslag tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De zaak is aanhangig gemaakt met twee parketnummers, waarbij de eerste dagvaarding dateert van 12 augustus 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat er geen gronden zijn voor schorsing van de vervolging. De tenlastelegging omvatte onder andere de poging tot moord en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging met betrekking tot een tweede slachtoffer, omdat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij die geweldpleging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel opzettelijk en met voorbedachten rade heeft gehandeld ten aanzien van het eerste slachtoffer, en dat er voldoende bewijs was voor de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer door de wijze van handelen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de gevolgen voor het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer.