ECLI:NL:RBOBR:2013:6835

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2013
Publicatiedatum
12 december 2013
Zaaknummer
01/839135-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot ontucht met minderjarigen en bezit van kinderporno

Op 12 december 2013 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het pogen om een ander te bewegen tot ontuchtige handelingen met minderjarigen en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd, had in de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 oktober 2012 in Nederland meermalen geprobeerd om een prostituee, aangeduid als [slachtoffer 1], te bewegen tot seksuele handelingen met zijn minderjarige kinderen door middel van beloftes van geld. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen was dat de verdachte opzet had tot het pogen een ander uit te lokken tot het seksueel binnendringen van zijn kinderen, maar dat hij wel degelijk opzet had op het laten begaan van ontucht met kinderen beneden de 16 jaar door [slachtoffer 1].

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 juni 2012 tot en met 15 januari 2013 meerdere afbeeldingen en filmpjes had verspreid en in bezit had gehad, waarop seksuele gedragingen zichtbaar waren waarbij personen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank achtte de verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar, gezien zijn psychische toestand, en legde een gevangenisstraf op van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden.

De rechtbank heeft de inbeslaggenomen goederen, waaronder een computer en een telefoon, onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt voor de gepleegde misdrijven. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, en de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/839135-13
Datum uitspraak: 12 december 2013
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te[geboorteplaats] op [geboortedatum 1]1978,
wonende te [woonplaats,adres],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 juni 2013, 3 september 2013 en 28 november 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 21 mei 2013.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 28 november 2013 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 oktober 2012 in
Heeswijk-Dinther en/of Den Haag, althans in Nederland, meermalen heeft
gepoogd om [slachtoffer 1]door in artikel 47, eerste lid onder 2e van het Wetboek
van Strafrecht vermelde middelen, door beloften en door het verschaffen van
inlichtingen, te bewegen tot het plegen van het navolgende strafbare feit, te
weten:
het verrichten van een of meer handeling(en), die bestaan uit of mede bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam van zijn, verdachtes,
kinderen, (te weten [slachtoffer 2]geboren op [geboortedatum 2] 2011 en/of [slachtoffer 3]
geboren op [geboortedatum 3]2009) in elk geval (een) kind(eren) die toen de
leeftijd van twaalf jaren nog niet had(den) bereikt,
immers heeft verdachte met dat opzet, meermalen, althans eenmaal, voornoemde
[slachtoffer 1]bezocht en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer 1]meermalen verzocht seks te
hebben met (zijn) minderjarige kind(eren) en/of aan voornoemde [slachtoffer 1]een of
meer sms-berichten en/of whatsapp berichten inhoudende de tekst: "2000 euro
nu 2 kids" verzonden en/of (daarbij) (een) geldbedrag(en), te weten (een)
bedrag(en) van in totaal EURO 2.000,- en/of 4.000,-, in elk geval (een)
geldbedrag(en) in het vooruitzicht gesteld danwel beloofd"
art. 244 jo. 46a jo. 47 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 oktober 2012 in
Heeswijk-Dinther en/of Den Haag, althans in Nederland, meermalen heeft
gepoogd om [slachtoffer 1]door in artikel 47, eerste lid onder 2e van het Wetboek
van Strafrecht vermelde middelen, door beloften en door het verschaffen van
inlichtingen, te bewegen tot het plegen van het navolgende strafbare feit, te
weten:
het plegen van een of meer ontuchtige handelingen met zijn, verdachtes,
kinderen (te weten [slachtoffer 2]geboren op [geboortedatum 2] 2011 en/of [slachtoffer 3]
geboren op [geboortedatum 3]2009) in elk geval (een) kind(eren) die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, en bestaande die
ontuchtige handelingen uit het plassen en/of poepen over (een van)
voornoemd(e) kind(eren) en/of uit het brengen van het handje van (een van)
voornoemd(e) kind(eren) in en/of tegen de vagina, in elk geval uit een of meer
ontuchtige handelingen,
immers heeft verdachte met dat opzet, meermalen, althans eenmaal, voornoemde
[slachtoffer 1]bezocht en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer 1] meermalen verzocht seks te
hebben met (zijn) minderjarige kind(eren) en/of aan voornoemde [slachtoffer 1]een of
meer sms-berichten en/of whatsapp berichten inhoudende de tekst: "2000 euro nu
2
kids" verzonden en/of (daarbij) (een) geldbedrag(en), te weten (een)
bedrag(en) van in totaal EURO 2.000,- en/of 4.000,-, in elk geval (een)
geldbedrag(en) in het vooruitzicht gesteld danwel beloofd"
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 oktober 2012 in
Heeswijk-Dinther en/of Den Haag, althans in Nederland, meermalen het plegen
van ontucht en/of het hebben van geslachtsgemeenschap met, [slachtoffer 1], door
(zijn) minderjarige kinderen (te weten[slachtoffer 2]geboren op [geboortedatum 2]
2011 en/of [slachtoffer 3]geboren op [geboortedatum 3]2009), in elk geval (een)
minderjarig(e) kind(eren) met (een) derde(n) opzettelijk heeft bevorderd,
door, meermalen, althans eenmaal,
-voornoemde [slachtoffer 1]te bezoeken en/of
-(daarbij) voornoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft verzocht seks te hebben met
(zijn) minderjarige kinderen en/of
-een of meer sms-berichten en/of whatsapp berichten heeft verzonden
inhoudende de tekst: "2000 euro nu 2 kids" en/of
-(daarbij) een geldbedrag heeft beloofd, te weten een bedrag van in totaal
2.000,- en/of 4.000,-;
en bestaande die ontuchtige handelingen en/of de geslachtsgemeenschap uit het
plassen en/of poepen over (een van) voornoemd(e) kind(eren) en/of uit het
brengen van het handje van (een van) voornoemd(e) kind(eren) in en/of tegen de
vagina, in elk geval uit een of meer ontuchtige handelingen;
art 250 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 15 januari 2013 in
Heeswijk-Dinther en/of Den Haag en/of Enschede, althans in Nederland, één of
meermalen (telkens) een aantal afbeelding(en),
te weten 54 foto's en/of 2 filmpjes, in elk geval een aantal foto's en/of
filmpjes en/of (een) gegevensdrager(s) te weten een mobiele telefoon (merk:
HTC) bevattende 54 foto's en/of 2 filmpjes, in elk geval een aantal foto's
en/of filmpjes,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of verworven en/of in
bezit gehad en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten:
Whatsapp) de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een)
seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal en/of oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte)
houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 15 januari 2013 in
Heeswijk-Dinther en/of Den Haag en/of Enschede, althans in Nederland, één of
meermalen (telkens) een aantal afbeelding(en), te weten 54 foto's en/of 2
filmpjes en/of (een) gegevensdrager(s) te weten een mobiele telefoon (merk:
HTC) bevattende 54 foto's en/of 2 filmpjes, heeft verspreid en/of aangeboden
en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten: whatsapp) de toegang heeft
verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en)
zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een
kindje dat geheel naakt zit in een blauwgroen gekleurd kunststoffen zitje
in een badje. Het zitje staat in een geel/lichtgroen kleurig vermoedelijk
badje. De foto is zodanig gemaakt dat het hoofdje vooraan in beeld te zien
is. Te zien is dat er een straal vloeistof op de buik van het kindje terecht
komt (betreft de afbeeldingen met bestandsnamen [bestandsnamen]
" zoals
beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een
kind wat op de rug ligt. Het kind is gekleed in een rompertje. Te zien is
een gedeelte van een vrouwenlichaam. Te zien zijn een gedeelte van de
bovenbenen en het kruis. Het kind ligt tussen de benen. Het lichaam van de
vrouw is naakt in beeld te zien. Te zien is dat de schaamlippen zich ter
hoogte van het hoofd van het kind bevinden (betreft de afbeeldingen met de
bestandsnamen [bestandsnamen]
zoals beschreven in
proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van het
onderlichaam van een vrouw. Het kruis, de vagina en schaamlippen zijn
centraal in beeld te zien. Te zien is het hoofdje van een kind wat tussen
de benen ligt. Te zien is dat de schaamlippen het hoofdje van het kind raken
(betreft de afbeeldingen met de bestandsnamen[bestandsnamen]
" zoals beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van het
kruis van een volwassen vrouw waarop is ingezoomd. Verder is een hand te
zien van een volwassen persoon. Deze heeft een handje vast van een kind. Het
handje, althans de vingers zijn kennelijk gedeeltelijk in de vagina
gebracht. Het handje is zover ingebracht dat de knokkels van de vingers niet
meer waarneembaar zijn maar zich in/tussen de schaamspleet/vagina bevinden
(betreft de afbeeldingen met de bestandsnamen[bestandsnamen]
zoals beschreven in
proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een
gedeelte van de bovenbenen en een gedeelte van het onderbeen en een voet van
een volwassen persoon. De lichaamsdelen die te zien zijn, zijn naakt. Te
zien is dat deze persoon wijdbeens boven een geel/lichtgroen kunststoffen
badje staat. In het badje staat een kunststof blauw/groen kunststoffen zitje
en op het zitje zit een kindje. Het kindje is geheel naakt (betreft de
afbeeldingen met de bestandsnamen[bestandsnamen]
zoals beschreven in
proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding een kindje
wat op de rug ligt. Van het kindje is het hoofd en een gedeelte van het
rompje in beeld te zien is. Te zien is dat het kind tussen de benen ligt van
een volwassen vrouw. Het kindje is kennelijk gekleed in een rompertje. De
schaamlippen van de vrouw bevinden zich vlak bij het hoofdje van het kind.
Het hoofdje raakt het linker bovenbeen op de plaats waar de billen overgaan
naar de benen (betreft de afbeeldingen met de bestandsnamen
[bestandsnamen]
zoals beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een
volwassen persoon die door de knieën (op de hurken) zit met de achterzijde
van het lichaam naar een spiegel gekeerd. De persoon is gekleed in een kort
hemdje en verder draagt de persoon een zwarte string onderbroek en witte
sokken (betreft de afbeeldingen met de bestandsnamen [bestandsnamen]
zoals beschreven in
proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding zien is
een kindje wat kennelijk op de rug ligt. Het hoofdje is naar links gekeerd.
Van het kindje is het hoofd en een gedeelte van het rompje in beeld te zien
is. Te zien is dat het kind tussen de benen ligt van een volwassen vrouw.
Het kindje is kennelijk gekleed in een rompertje. De schaamlippen van de
vrouw bevinden zich vlak bij het hoofdje van het kind. Het hoofdje raakt de
binnenzijde van het rechter bovenbeen een paar centimeter onder de
schaamlippen (betreft de afbeeldingen met de bestandsnamen
[bestandsnamen]
zoals beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding waarop te
zien is een vrouw die door de knieën (gehurkt) voor de spiegel zit met de
achterzijde van het lichaam naar de spiegel gericht. De vrouw draagt alleen
zwarte sokken en draagt nog iets om haar middel, zwart en wit van kleur.
Onder haar naakte billen ligt een kind op zijn rug op de grond. Het kind is
gekleed in een rompertje (betreft de afbeeldingen met de bestandsnamen
[bestandsnamen]
zoals beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een
kindje wat kennelijk op de rug ligt. Van het kindje is het hoofd, een
gedeelte van het rompje en de handjes die het voor zijn borst houdt in beeld
te zien. Te zien is dat het kind tussen de benen ligt van een volwassen
vrouw. Het kindje is kennelijk gekleed in een rompertje. De schaamlippen van
de vrouw bevinden zich vlak boven het hoofdje van het kind (betreft
afbeeldingen met de bestandsnamen [bestandsnamen]
zoals beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een
kindje wat op de rug ligt. Het hoofdje ligt gekeerd op de linkerwang. Vlak
boven het kindje is een lichaamsdeel zichtbaar van een ander persoon
(betreft afbeeldingen met de bestandsnamen [bestandsnamen]
zoals
beschreven in proces-verbaal 2012112436-18) en/of
- een videobestand en/of een gegevensdrager bevattende een videobestand (duur
15, 53 honderdste seconden) waarop een kindje liggend op de buik te zien
is. In eerste instantie is ingezoomd op een situatie waarbij het lijkt dat
is ingezoomd op vrouwenborsten in een BH. Als het beeld wordt uitgezoomd
blijkt het te gaan om een baby die op de buik ligt en om wiens blote billen
een BH is gelegd (betreft videobestanden met de bestandsnamen
[bestandsnamen] zoals beschreven in
proces-verbaal 2012112436-18);
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde feit, te weten de verdenking ter zake onder meer het verspreiden en het in bezit hebben van kinderporno, voldoet aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. Gelet op het onderliggende dossier is het zowel voor de verdediging als voor de rechtbank voldoende duidelijk op welke afbeeldingen de tenlastelegging doelt. Het primair tenlastegelegde is naar het oordeel van de rechtbank voldoende feitelijk omschreven. Niet is vereist dat de in algemene zin omschreven gedragingen naar specifieke afbeeldingen verwijzen.
De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak.

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is met de raadsman en de officier van justitie van oordeel dat er geen feiten en omstandigheden uit het dossier naar voren komen waaruit kan worden afgeleid dat er sprake is geweest van opzet tot het pogen een ander uit te lokken tot het seksueel binnendringen van (zijn) kinderen.

Bewijsmotivering

Feit 1

Uit de bewijsmiddelen blijken de volgende feiten.
Verdachte is via een internetsite in contact gekomen met de toen 17-jarige [persoon A] Verdachte en deze [persoon A]hebben mobiele telefoonnummers uitgewisseld en contact met elkaar gehad via de berichtenservice “Whatsapp”. Via deze berichtenservice stuurde [persoon A]seksueel getinte foto’s van zichzelf in de veronderstelling dat zij daar geld voor zou ontvangen. Vervolgens heeft verdachte via deze berichtenservice er bij [persoon A]op aangedrongen dat zij seksuele handelingen met haar baby-zusje zou verrichten, daar foto’s van zou maken en deze aan hem zou sturen. Verdachte beloofde geld te sturen in ruil voor deze foto’s. [persoon A]heeft uiteindelijk aan het verzoek van verdachte voldaan. Zij maakte foto’s van seksuele gedragingen tussen haar en haar baby-zusje. Verdachte beschreef van te voren aan [persoon A]welke seksuele gedraging hij wilde zien. Een van die seksuele gedragingen betrof het plassen door [persoon A] over de baby. Een andere seksuele gedraging betrof het brengen van het handje van de baby tegen de vagina van [persoon A]. De foto’s stuurde [persoon A]via de berichtenservice Whatsapp meteen na het maken ervan aan verdachte.
Enkele dagen later vraagt verdachte via de berichtenservice Whatsapp aan een aan hem bekende prostituee, [slachtoffer 1] of zij seks wil hebben met zijn kinderen. Dit verzoek heeft verdachte herhaald en verdachte heeft aan [slachtoffer 1]geld geboden. Verdachte heeft aan [slachtoffer 1]een sms-bericht gestuurd met de inhoud: “2000 euro nu 2 kids”. Ook via de berichtenservice Whatsapp heeft verdachte aan[slachtoffer 1] geld geboden. Verdachte heeft voorts aan[slachtoffer 1] een aantal van de foto’s gezonden die [persoon A] had gemaakt van seksuele gedragingen met haar baby-zusje. [slachtoffer 1] heeft niet aan de verzoeken van verdachte voldaan.
Ongeveer twee maanden later heeft verdachte via een internetsite contact gekregen met twee prostituees, [prostituees]. Deze prostituees waren met elkaar bevriend en hebben tezamen via de berichtenservice Whatsapp contact gehad met verdachte. Aldus werd een afspraak gemaakt elkaar te ontmoeten in een hotel. Verdachte liet op de dag van de afspraak weten dat hij op zijn kind moest passen en dit kind naar het hotel wilde meenemen. Verdachte vroeg om over zijn kind te plassen. Ook heeft verdachte aan [prostituees]een aantal foto’s gezonden die [persoon A] had gemaakt van de seksuele gedragingen met haar baby-zusje. Verdachte is niet op de afgesproken plaats verschenen.
Uit deze gang van zaken blijkt dat verdachte gedurende langere tijd verzoeken heeft gedaan die gericht waren op seksuele handelingen tussen volwassen vrouwen en zeer jonge kinderen. In het geval van [persoon A]– van wie verdachte veronderstelde dat ze volwassen/meerderjarig was - heeft dit tot daadwerkelijke ontucht tussen [persoon A] en een zeer jong kind geleid. De foto’s die verdachte van die ontuchtige handelingen ontving heeft hij vervolgens gebruikt om andere vrouwen over te halen hetzelfde te doen. De belofte dat ze geld zouden krijgen heeft als middel gediend om de vrouwen te bewegen. De vraag of verdachte erop uit was dat de vrouwen ontucht met zijn eigen kinderen zouden plegen, beantwoordt de rechtbank ontkennend. Weliswaar spreekt verdachte in zijn verzoeken aan [slachtoffer 1]over zijn eigen kinderen maar hij heeft zijn kinderen nooit bij haar in de buurt gebracht. In het geval van [prostituees] evenmin. De rechtbank gaat er veeleer vanuit dat het spreken over zijn eigen kinderen door verdachte werd ingezet in de veronderstelling dat [slachtoffer 1], net als [persoon A] een of meer kinderen in haar omgeving zou hebben en bereid zou zijn om met dat kind of die kinderen seksuele handelingen te verrichten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte het opzet heeft gehad op het door[slachtoffer 1] laten begaan van het misdrijf ontucht met kinderen beneden de 16 jaar, niet zijnde de eigen kinderen van verdachte.

Feit 2

Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad ziet artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht vooreerst op een afbeelding van een gedraging van expliciet seksuele aard, zoals die aan de hand van de afbeelding zelf kan worden vastgesteld, waaronder begrepen het op zinnenprikkelende wijze tonen van de geslachtsdelen of de schaamstreek. Het gaat hierbij om een gedraging die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Voorts ziet art. 240b van het Wetboek van Strafrecht op een afbeelding die weliswaar niet een gedraging van expliciet seksuele aard in de hiervoor aangegeven zin toont, maar die, gelet op de wijze waarop zij is tot stand gekomen eveneens strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Hierbij kan het gaan om een afbeelding van iemand in een houding of omgeving die weliswaar op zichzelf of in andere omstandigheden ‘onschuldig’ zou kunnen zijn, maar die in het concrete geval een onmiskenbaar seksuele strekking heeft.
Bij verdachte zijn 11 unieke foto’s en 1 videofilmpje aangetroffen op zijn mobiele telefoon. Van deze 11 foto’s zijn meerdere, dezelfde, afbeeldingen aangetroffen, in totaal 54. Ook van het videofilmpje is een tweede identiek bestand aangetroffen. Gelet hierop gaat de rechtbank, anders dan de officier van justitie, uit van het aantal unieke exemplaren: 11 foto’s en 1 videofilmpje.
De rechtbank zal deze 11 foto’s hierna bespreken met de nummers van de afbeeldingen zoals vermeld in het eindproces-verbaal op de pagina’s 489 t/m 494. Het videofilmpje zal worden aangeduid met de bestandsnaam vermeld op pagina 496 van het eindproces-verbaal.
De afbeeldingen 35 t/m 37 en 51 t/m 54 en de videofilmpjes met bestandsnamen [bestandsnamen]laten naar het oordeel van de rechtbank geen seksuele gedraging zien als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
De afbeeldingen 15 t/m 18 en 19 t/m 21 bevatten naar het oordeel van de rechtbank (een) seksuele gedraging(en) als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Op de afbeeldingen 15 t/m 18 is te zien dat het hoofdje van een kind de schaamlippen van een vrouw raakt en op de afbeeldingen 19 t/m 21 is te zien dat het handje, althans de vingers, van een kind, dat door een hand van een volwassen vrouw wordt vastgehouden, deels in de vagina van de vrouw wordt gebracht. Gelet op de wijze waarop deze afbeeldingen tot stand zijn gekomen is de rechtbank van oordeel dat deze afbeeldingen strekken tot het opwekken van een seksuele prikkeling. Immers, verdachte voerde met medeverdachte[persoon A] seksueel getinte gesprekken via de Whatsapp en heeft daarbij [persoon A] verzocht en aanwijzingen gegeven om met haar mobiele telefoon voornoemde foto’s te maken.
De afbeeldingen 1 t/m 10, 11 t/m 14, 22 t/m 30, 31 t/m 34, 38 t/m 41, 42 t/m 45 en 46 t/m 50 dienen naar het oordeel van de rechtbank in samenhang te worden bezien met de hiervoor genoemde kinderpornografische afbeeldingen 15 t/m 18 en 19 t/m 21.
[persoon A] heeft verklaard dat zij deze afbeeldingen (foto’s) op één dag achtereenvolgens met tussenpozen van enkele minuten heeft gemaakt en verzonden naar verdachte. Deze afbeeldingen zijn derhalve gemaakt in één fotosessie, zodat naar het oordeel van de rechtbank tussen de betreffende afbeeldingen een zodanige samenhang bestaat wat betreft inhoudelijke kenmerken en/of wijze van totstandkoming dat de hele serie afbeeldingen als kinderpornografisch kan worden aangemerkt.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
Subsidiair
in de periode van 1 juni 2012 tot en met 31 oktober 2012 in Nederland, heeft
gepoogd om [slachtoffer 1]door in artikel 47, eerste lid onder 2e van het Wetboek
van Strafrecht vermelde middelen, door beloften, te bewegen tot het plegen van het navolgende strafbare feit, te weten:
het plegen van ontuchtige handelingen met kinderen die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, en bestaande die ontuchtige handelingen uit het plassen over kinderen en/of uit het brengen van het handje van kinderen in en/of tegen de vagina, in elk geval uit een of meer ontuchtige handelingen,
immers heeft verdachte met dat opzet, voornoemde [slachtoffer 1]bezocht en voornoemde [slachtoffer 1] meermalen verzocht seks te hebben met kinderen en aan voornoemde [slachtoffer 1]een sms-bericht inhoudende de tekst: "2000 euro nu 2 kids" verzonden en Whatsappberichten verzonden waarbij een geldbedrag in het vooruitzicht is gesteld dan wel beloofd.
primair
in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 15 januari 2013 in Heeswijk-Dinther en/of Den Haag en/of Enschede, althans in Nederland, meermalen afbeeldingen,
te weten 9 foto's, in elk geval een aantal foto's,
heeft verspreid en/of verworven en/of in bezit gehad en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten: Whatsapp) de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen (onder meer) bestonden uit:
het aanraken van de geslachtsdelen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het vaginaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

1
primair vrijspraak.
Ten aanzien van 1 subsidiair en 2 primair:
Een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van 3 jaren. Bijzondere voorwaarden conform het advies van de reclassering; zie rapport van 19 november 2013. Als extra voorwaarde dient te worden opgenomen dat verdachte zijn computer en internetgedrag moet laten controleren door de reclassering.
Onttrekking aan het verkeer van:
1
computer, merk Packard Bell, kleur zwart en 1 telefoon, merk Samsung Galaxy, kleur zwart.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende ten bezware van verdachte in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige misdrijven. Hij heeft de 17-jarige [persoon A] foto’s laten maken van seksuele handelingen met haar baby-zusje van nog geen één jaar oud. Hij heeft haar hiervoor een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld. Na ontvangst van deze foto’s heeft hij een aantal van deze afbeeldingen naar andere personen verzonden, waaronder [slachtoffer 1] Verdachte heeft [slachtoffer 1] met de belofte van een geldbedrag trachten uit te lokken om seksuele handelingen met jonge kinderen te plegen.
Verdachte is er niet voor teruggeschrokken om een minderjarig meisje bij zijn strafbare handelen te betrekken. Daarnaast is mede door zijn toedoen een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het baby-zusje van [persoon A], hetgeen voor haar in de toekomst wellicht (ernstige) psychische gevolgen kan hebben.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte het volgende mee.
De psychiater W.H. Braam (in samenwerking met L.P.A. Voogd, psychiater in opleiding) en de psycholoog M. van Heteren hebben in hun rapportages samengevat geconcludeerd dat bij verdachte geen sprake is van pedofilie maar van parafilia NAO, zich uitend in het verleggen van zijn seksuele grenzen. Daarnaast is volgens hen sprake van zwakbegaafdheid. Zij adviseren verdachte met betrekking tot de tenlastegelegde feiten licht verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Ter voorkoming van recidive wordt geadviseerd om verdachte een reclasseringstoezicht op te leggen en een poliklinische behandeling in een forensische polikliniek gericht op zijn parafilia NAO te laten ondergaan.
De rechtbank neemt de conclusies en adviezen van deze deskundigen over en maakt deze tot de hare.
Verdachte heeft zich bereid verklaard om zich te laten behandelen voor zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden.
De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp, te weten de mobiele telefoon van het merk Samsung Galaxy, bevattende pornografische afbeeldingen, vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is
met behulp van welke de onder 1 subsidiair en 2 primair bewezenverklaarde feiten zijn begaan en van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp, te weten een computer van het merk Packard Bell, kleur zwart, bevattende pornografische afbeeldingen, aan het verkeer onttrokken dient te worden verklaard, omdat blijkens het onderzoek ter terechtzitting dit voorwerp bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven is aangetroffen, terwijl dit voorwerp kan dienen tot het begaan of ter voorbereiding van soortgelijke misdrijven en dit voorwerp toebehoort aan verdachte en van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36b, 36c, 36d, 46a, 47, 57, 240b, 247.

DE UITSPRAAK

T.a.v. feit 1 primair:
Vrijspraak
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde
heeft begaan.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 2 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1 subsidiair:
poging om een ander door beloften te bewegen tot het
met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen
plegen.
T.a.v. feit 2 primair:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar
is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben of zich met gebruikmaking van
een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregel.
T.a.v. feit 1 subsidiair, feit 2 primair:
Gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3
Jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar
feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan
het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld
in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d,
tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen
die worden gegeven door de reclassering;
- zich zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 dagen na vrijlating, zal
melden bij de Reclassering van het Leger des Heils te Eindhoven (adres: Dr.
Cuyperslaan nr. 80 te Eindhoven; telefoon nr. 088-0901140). Hierna moet
veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit
noodzakelijk acht.
- zich ambulant zal laten behandelen voor zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag bij de Forensische Polikliniek van de Pompestichting te Nijmegen (Kairos) of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven. De behandeling is een
groepsbehandeling voor zedendelinquenten met een verstandelijke beperking en
ziet er qua duur en intensiteit als volgt uit:
Een jaar intensieve behandeling, twee keer per week drie en een half uur.
Vervolgens een half jaar één keer per week een halve dag (vier uur) en hierna
een jaar lang nazorg, éénmaal per week twee uur.
waarbij de Reclassering Nederland, Regio's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6,
5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de
naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te
begeleiden.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten:
1
computer, merk Packard Bell, kleur zwart, en 1 telefoon, merk Samsung Galaxy, kleur zwart.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip dat de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk is aan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
Mr. E.C.P.M. Valckx, voorzitter,
Mr. J.M.P. Willemse en mr. P.A. Buijs, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken op 12 december 2013.