Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Cargo Masters B.V.,
[H.],
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
“kosten voor het doen vervoeren”.
3.De beoordeling
“Onverminderd het in lid 5 van dit artikel bepaalde verjaart elke vordering door het enkele verloop van negen maanden.”. Lid 5 van dat artikel ziet op een zich bij Cargo Masters en [L.] niet voordoende situatie, zodat artikel 21 lid 1 onverminderd geldt. Lid 3 van artikel 21 luidt vervolgens:
“De in de leden 1 en 2 genoemde termijnen, vangen aan op de dag (…) volgende op die waarop de benadeelde met de schade bekend is geworden. Onverminderd het hiervoor bepaalde , vangen voornoemde termijnen voor vorderingen met betrekking tot beschadiging, waardevermindering of verlies van de zaken aan op de dag volgende op die van aflevering. Onder dag van aflevering wordt verstaan; de dag waarop de zaken uit het vervoermiddel zijn afgeleverd (…).”. De zaken waarop de schadevergoedingsvordering van [L.] ziet zijn uiterlijk op 1 juni 2012 bij hem afgeleverd. Deze datum wordt door [L.] bij conclusie van antwoord genoemd en Cargo Masters meldt bij conclusie van antwoord in reconventie een minder gespecificeerd moment van aflevering, namelijk “eind mei 2012”. Als wordt uitgegaan van een afleveringsdatum van 1 juni 2012 en daardoor van 2 juni 2012 als ingangsdatum van de termijn uit artikel 21 lid 1 van de Fenex-voorwaarden, eindigt de verjaringstermijn op 1 maart 2013, tenzij de verjaring is gestuit.
“Alle handelingen en werkzaamheden geschieden voor rekening en risico van de opdrachtgever.”.Lid 2 van dat artikel luidt:
“De expediteur is – onverlet het bepaalde in artikel 16 – niet aansprakelijk voor enige schade, tenzij de opdrachtgever bewijst dat de schade is ontstaan door schuld of nalatigheid van de expediteur of diens ondergeschikten.”.Voor beantwoording van de vraag of Cargo Masters ter afwering van haar aansprakelijkheid een beroep toekomt op artikel 11 van de Fenex-voorwaarden is naar het oordeel van de kantonrechter bepalend of Cargo Masters op grond van het bepaalde van artikel 16 van de Fenex-voorwaarden aansprakelijk is. Artikel 16 lid 3 luidt:
“Indien de zaken niet zonder vertraging ter bestemming worden afgeleverd in de staat, waarin ze ter beschikking zijn gesteld, is de expediteur voor zover hij de vervoerovereenkomst, welke hij met een ander zou sluiten, niet zelf uitvoerde, verplicht de opdrachtgever onverwijld te doen weten welke vervoersovereenkomsten hij ter uitvoering van zijn verbintenis aanging. Hij is tevens verplicht alle documenten ter beschikking te stellen, waarover hij beschikt of die hij redelijkerwijs kan verschaffen, voor zover deze althans kunnen dienen tot verhaal van opgekomen schade.”.Artikel 16 lid 5 luidt:
“Komt de expediteur een verplichting als in het derde lid bedoeld niet na, dan is hij, naast vergoeding van de schade die de opdrachtgever overigens dientengevolge leed, een schadeloosstelling verschuldigd gelijk aan de schadevergoeding die de opdrachtgever van hem had kunnen verkrijgen, wanneer hij de overeenkomst die hij sloot, zelf had uitgevoerd, verminderd met de schadevergoeding die de opdrachtgever mogelijkerwijs van de vervoerder kreeg.”