Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak t.a.v. feit 1 primair en subsidiair.
Bewijs t.a.v. feit 2.
- een dossier van Politie eenheid Oost-Brabant, Gezamenlijke Recherche Valkenswaard, met dossiernummer 2233120517 (onderzoek Oeverzwaluw), afgesloten d.d. 18 maart 2013, aantal doorgenummerde bladzijden: 3608 (hierna te noemen: eindpv).
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 november 2013.
Is [verdachte] bij jou in de buurt.
Jawel, ik geef hem je even.
oke, [verdachte] we mogen naar ons [medeverdachte]. Dat is ons [medeverdachte] aan de lijn. (…).
Ik mag niet mee.
: Ja we zijn er zo.
Ik weet niet waar jij hem afgetakt hebt voor jouw eigen pand.
Vijftig centimeter hebben ze hem voor mij zelf afgetakt.
vijftig centimeter verder. Ik ga eens even graven.
is goed jongen. Ik ben nog een drie kwartier onderweg. (….) Vijftig centimeter verder zit hij gewoon naar mijn huis toe.
Jij moet[verdachte] hebben natuurlijk
hoe is het met hem
rustig he (…) hij is vanavond pas weer thuis.
(…)onze [verdachte] die hebben ze gearresteerd. (…) en (…) hebben ze dat ding die hier binnen lag. [4]
hoe is het met de zoon.
die ligt nog in bed; ik zal even gaan kijken.
waar ben je ergens.
Ik lig op de bank en ons [medeverdachte] ligt aan de andere kant.
ik ben even de auto naar [getuige 7] brengen en (…) en dan ben ik weer thuis.
is goed
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest;
- onttrekking aan het verkeer van de onder verdachte in beslag genomen goederen.