ECLI:NL:RBOBR:2013:6676
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege in het kader van terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 november 2013 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een ter beschikking gestelde. De ter beschikking gestelde was eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 15 mei 2001 en de terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 17 juli 2013. De rechtbank had op die datum bepaald dat Reclassering Nederland een rapport moest opstellen over de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Dit rapport, opgesteld door mw. J. van Wely, concludeerde dat er geen bezwaar was tegen de voorwaardelijke beëindiging, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Tijdens de openbare zitting op 18 november 2013 zijn de officier van justitie, deskundigen en de ter beschikking gestelde zelf gehoord. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de raadsman van de ter beschikking gestelde in overweging genomen. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk diende te worden beëindigd, onder de voorwaarden dat de ter beschikking gestelde zich niet aan enig misdrijf schuldig maakt, meewerkt aan identificatie en zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de ter beschikking gestelde en de maatschappij, met inachtneming van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafrecht.