ECLI:NL:RBOBR:2013:6675
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het recht op IVA-uitkering wegens niet-duurzame arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 2 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over het recht op een IVA-uitkering. Eiseres, die zich op 3 januari 2011 ziek meldde vanuit de Werkloosheidswet, stelde dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De rechtbank beoordeelde het besluit van de Uwv, dat eiseres met ingang van 31 december 2012 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar niet op een IVA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat de Uwv terecht had vastgesteld dat eiseres weliswaar volledig arbeidsongeschikt was, maar niet duurzaam. Dit oordeel was gebaseerd op de medische rapportages van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die concludeerde dat er voldoende mogelijkheden voor herstel waren door de ingezette revalidatiebehandelingen.
Eiseres voerde aan dat de Uwv haar medische beperkingen had onderschat en dat er geen rekening was gehouden met de combinatie van haar aandoeningen. De rechtbank oordeelde echter dat de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig had gehandeld en dat er geen nieuwe objectieve medische informatie was overgelegd die de conclusie van de verzekeringsarts zou kunnen ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de inschatting van de kans op herstel van eiseres realistisch was, gezien de aard van de behandelingen die zij ontving.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Wel werd de Uwv veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die op € 944,00 werden begroot. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.