Uitspraak
- het tussenvonnis van 6 februari 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 25 april 2013.
‘paper free hospital’) ontstaat. De software van Alert c.s. bestaat uit verschillende, onderling koppelbare modules.
Request for Informationvan 21 april 2008 (hierna: RFI) en een
Request for Proposalvan 15 oktober 2008 (hierna: RFP). Op basis van deze stukken, waarin TsZ uitgebreide informatie heeft opgenomen omtrent haar organisatie, haar administratieve processen, de bestaande ICT-omgeving en haar technische infrastructuur, gaat TsZ in gesprek met een aantal leveranciers, waaronder Alert c.s.
3.Terms and subject of the Agreement
5.Performance of the Implementation Services
6.Preparatory, Implementation and On-site Services and Schedules
11.Software Acceptance
13.Termination
- a)
- b)
- c)
- d)
- e)
19.Warranties and Undertakings
- The Software will be fit for normal use by the Customer and for the objects set out in the Implementation Plan, for which the Customer acquired the Software,
- As per the Go-Live date, the Software will have the agreed properties and will satisfy the Specifications, at peak hours also;
- (…)
- The Software is fit to be used for proper exchange of data with third parties, as far as indicated in the Specifications or Implementation Plan;
- (…).
30.General
‘yes’);
no’)
‘Roadmap’).
‘no’die volgens TsZ absoluut noodzakelijk zijn om met de Software te kunnen werken, zijn door partijen gelabeld als
‘Needs deel 1’(Bijlage 2 bij het Implementatieplan).
- In de huidige versie
- In een toekomstige versie (roadmap)
- Dat het ontwikkeld moet worden (needs & wishes)
- Dat de functionaliteit niet door ALERT® wordt ondersteund.
- Facturatie en omzetbepaling (iSOFT module Toren)
- Keuken.
- Radiologie informatie Systeem (iSOFT moduele RADI).
De noodzakelijke functionaliteit voor het TSz is in de huidige versie van Alert® nog niet beschikbaar. Hiervoor zijn afspraken met ALERT gemaakt in de vorm van Roadmap, Needs & Wishes, inclusief opleverdata:
De opleverdatum van versie 2.6.0.4 is 15 november 2010
De opleverdatum van versie 2.6.1 is 31 maart 2011
De opleverdatum van versie 2.6.2 is 30 september 2011
- De betreffende versies worden uiterlijk 2 weken na de opleverdatum beschikbaar gesteld aan het TSz.
- In versie 2.6.2 van ALERT® zijn alle needs deel 1 van het TSz opgenomen.
- De GoLive datum, ziekenhuisbreed, is vastgesteld op 31 maart 2012.
- (…)
- De planning betreft op dit moment de activiteiten uit Deel 1 (vervanging ZIS). Voor Deel 2 (de vernieuwing) wordt een zelfde planning op een nader te bepalen tijdstip opgesteld.”
(‘2010/11 MARKET ENABLER ROADMAP’):
‘As-Is and To-Be documentation’) en dat Alert c.s. een tijdelijke (test)configuratie zal realiseren. Daarnaast wordt afgesproken dat de uren die TsZ investeert om het personeel van Alert c.s. meer vertrouwd te laten raken met de zorgmarkt, zullen worden uitgeruild tegen het extra werk dat Alert c.s. moet verrichten in verband met de (in het Implementatieplan niet voorziene) tijdelijke configuratie. Alert c.s. zegt toe dat zij TsZ vóór 24 december 2010 zal laten weten of fase 2 van het deelproject Primair Proces van start kan gaan.
Week 1 and 2, (…) used to complete AS-IS. (…)
Week 3 the working groups describe the improvement. This will be written in the conclusion of the AS-IS document.
Week 4 the AS-IS document will be discussed by the working group and will be finished.
Week 5 we are going to start writing the TO-BE situation (…).
Completion of TO-BE situation in late February
Then restart the other working groups and start fase 2 (in-patient, out-patient, surgery and ER).
- “ALERT Project Management at TweeSteden location;
- Deliver until 12:00 on 09-Feb-2011 the action plan for the assessment for the Functional Work Group Phase I and Radiology;
- Friday, 11-Feb-2011 deliver date for the plan Phase II and III (functional Work Group);
- ALERT will start an assessment of actual DIP – Detailed Implementation Plan (functionality, deadline, milestones, methodology, plan, resources, etc.) – 25-Feb-2011;
- Consequences on contract (new DIP);
- Needs clarification.”
- “Monday 14 february product managers of Alert Porto will come to get understanding about current status (As-Is and To-Be).
- The assessment is performed by Alert Porto: this creates more direct involvement of Porto.
- Based on this assessment a new planning and capacity will be discussed, especially for Phase II of the Primary Process. One method should be used, agreed by all. (…)”
- the system would be developed for the Dutch market by the JBZ
- The TSz Alert configuration will be deployed per functionality. (…)
- Content configuration during Phase 1, Phase 2 and Phase 3 with the emphasis on Phase 3.
- 31 December 2011: Ending Phase 2 including the TOT’s and content collected during Phase 1 and 2.
- 1 January 2012 - 1 April 2012: Alert makes the system (version 2.6.2) ready for deployment based upon everything that is collected during Phase 1 and 2.
- 1 April 2012 – 1 December 2012: Phase 3
- 1 December 2012 – 1 January 2013: Acceptation Testing
- 1 January – 15 February 2013: Train end users
- GoLive: Date planned in the end of February or March 2013.
balance in the project”.
the ALERT software development site in the Netherlands’.
- That Alert will accept our proposal to come to a new planning without any conditions and will cooperate to the best of it ability to reach a new planning on short notice;
- That Alert guarantees that it is still fully committed to implement the Alert software at the Dutch market and the TweeSteden in particular and that it is still willing and able to fulfil all its obligations arising out of the Agreement with TweeSteden;
- That Alert agrees that there is no ground for additional payments;
- That Alert agrees to supply enough qualified people for the timely product development and timely implementation and will be available on location at the TweeSteden whenever necessary.
, especially the last part of that sentence about the new date for GoLive is not said during the steering committee session of 3 March. The TSz representatives and [G] van Gunst (SQWin) disagree with this.
- (…) Alert failed to translate the Implementation Plan into Portugese or English. (…)
- Alert does not follow the three phases (…) agreed upon in the Implementation Plan.
- Alert has agreed upon the approach towards go-live and the big bang go-live scenario, but later has indicated that it does not really support a big bang-go live. (…)
- When it became clear that the initial planning possibly would not be feasible any more due to the delays in the project, Alert has not cooperated to conclude a realistic new planning, but frustrated the discussions by stating that either the original go-live date should be maintained (which is absolutely not realistic) or substantial extra payments should be made in case of a postponement of the go-live date.
with other systems. The interfaces are identified in Annex 3 to the Agreement. According to the planning agreed upon in the Implementation Plan all interfaces had to be delivered and implemented on different dates, the last interfaces had to be delivered on June 16, 2011. We now have to conclude that none of the interfaces have been delivered at all. (…)
contains all the functionalities agreed upon in the scoping analysis, including “yes”, “roadmap” functionalities regarding: Patiëntregistratie, Spreekuurplanning, Opnameplanning en -registratie, Ordermanagement, OK-planning, SEH, Verrichtingen en DBC registratie, Management informatie, Dossier, Brieven, Medicatie voorschrijven en toedienen, Technische eisen;
contains the “Need part I” functionalities;
contains a working solution for the “episode” issue as explained above;
contains all the functionalities agreed upon for medication, and;
includes interfaces as listed in annex 3 to the Implementation Plan.
that the software will be compliant to Dutch statutory rules and regulations in time (within the new planning that is to be confirmed by us) and that Alert will meet all other obligations under the Agreement with TSz.
‘pilot customer’of
‘development site’is geworden, zodat er geen aanleiding is voor een financiële compensatie van TsZ op dit punt: volgens Alert c.s. zijn de
‘Design and Development’activiteiten en de Functionele Analyse afgerond in het kader van het JBZ project. Ook uit de rest van haar reactie op de brief van TsZ blijkt dat Alert c.s. zich niet herkent in de door TsZ geformuleerde punten van kritiek en dat – wat Alert c.s. betreft – TsZ ook zelf verantwoordelijk is voor de vertraging die het project heeft opgelopen. In reactie op het zevende en achtste verzoek (
‘demand’) van TsZ schrijft Alert c.s.:
and article 7:408 Dutch Civil Code and article 3.3 of the Agreement.
- Alert c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan TsZ van een schadevergoeding ter grootte van € 4.620.253,97, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente vanaf 16 november 2011 tot aan de dag van algehele voldoening,
- Alert c.s. hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure.
‘launching customer’en ontwikkelpartner JBZ. Het tijdpad voor de te ontwikkelen ‘Nederlandse’ functionaliteiten – inclusief tussentijdse oplevermomenten – was door Alert c.s. vastgelegd in de ‘Roadmap’, die zij in de aanloop naar de Framework Agreement en bij aanvang van het project aan TsZ heeft gepresenteerd. Naast de uitbreidingen/aanpassingen die zouden worden ontwikkeld op basis van de Roadmap, wilde TsZ ook nog kunnen beschikken over een aantal andere, specifiek voor haar te ontwikkelen, deelfunctionaliteiten. Deze deelfunctionaliteiten – 47 stuks – zijn door partijen vastgelegd in de bij het Implementatieplan behorende lijst ‘Needs deel 1’. Ten slotte moest Alert c.s. een aantal koppelingen tot stand brengen tussen haar Software en (bestaande) software van andere leveranciers van TsZ. Ook deze koppelingen zijn vastgelegd in (de bijlagen bij) het Implementatieplan. Dit alles leidt de rechtbank tot de conclusie dat ten tijde van het vaststellen van het Implementatieplan voor beide partijen duidelijk was aan welke eisen de Software uiteindelijk moest (gaan) voldoen. Tussen partijen is verder niet in geschil dat zij voor de implementatie van de Software een vaste prijs (
‘fixed-price’) zijn overeengekomen en dat deze vaste prijs in maandelijkse termijnen door TsZ moest worden voldaan.
‘as is’en
‘to be’documenten vertraging op en omstreeks januari/februari 2011 komen partijen gezamenlijk tot het inzicht dat de in het Implementatieplan beschreven planning niet (langer) haalbaar is. In de maanden daarna wordt geprobeerd in overleg tot een aangepaste planning te komen, maar tot overeenstemming daarover komt het niet. Op 27 mei 2011 beschrijft TsZ in een email aan Alert c.s. dat de onderhandelingen tussen partijen over de nieuwe planning in een impasse zijn geraakt, dat inmiddels sprake is van een
‘huge delay’en dat de activiteiten binnen het project grotendeels stilliggen. TsZ geeft in deze email in niet mis te verstane bewoordingen aan dat zij overweegt haar verdere betalingen op te schorten en brengt bij Alert c.s. in herinnering dat partijen een vaste prijs zijn overeengekomen voor de implementatie van de Software. Verder geeft zij aan dat TsZ (dus) niet zal instemmen met de financiële voorwaarde die Alert c.s. blijkens haar email van 19 mei 2011 heeft verbonden aan haar instemming met de door TsZ voorgestelde nieuwe planning.
‘unjustifiable, disrespectful and surprising’. Bezien tegen die achtergrond acht de rechtbank het gerechtvaardigd dat bij TsZ de vrees is ontstaan dat Alert c.s. haar (bestaande) contractuele verplichtingen niet tijdig zou kunnen of willen nakomen en dat TsZ hierin, mede gelet op de strekking van de verwachte tekortkoming, aanleiding heeft gezien om de onzekerheidsexceptie van artikel 6:263 BW te hanteren. Dit leidt tot de conclusie dat TsZ niet in schuldeisersverzuim is geraakt door in de eerste helft van juni 2011 haar betalingen aan Alert c.s. op te schorten. Dat betekent dat de rechtbank toekomt aan een (nadere) beoordeling van de vraag of TsZ bevoegd was de Framework Agreement op 2 november 2011 buitengerechtelijk te ontbinden.
Termination for cause’). Alert c.s. heeft hiertegen allereerst het verweer gevoerd dat TsZ zich niet heeft gehouden aan de in artikel 11 van de Framework Agreement omschreven acceptatieprocedure en dat die omstandigheid in de weg staat aan een beroep van TsZ op de in artikel 13.1. genoemde ontbindingsgronden. TsZ betwist dat de Framework Agreement op de door Alert c.s. voorgestane wijze moet worden uitgelegd en stelt dat artikel 11.7. geen exclusieve, maar slechts een aanvullende grond voor ontbinding is, die in de overeenkomst is opgenomen ter voorkoming van discussies tussen partijen over het aantal kansen dat Alert c.s. dient te krijgen om fouten in eenmaal opgeleverde software op te lossen.
‘Without limiting any other rights or remedies available to the Parties, at law or an equity and without prejudice to what is set forth in this Agreement’) wijst erop dat partijen de
‘rights or remedies’die hen in het geval van een achterblijvende prestatie ten dienste stonden juist niet hebben willen beperken, maar hebben willen vastleggen welke procedure de daarmee geconfronteerde partij zou moeten volgen, zoals het versturen van een
‘prior written notice’en het in acht nemen van een minimale termijn voor herstel van 60 dagen. De tekst onder (a) en (d) van artikel 13.1. bevat geen beperking in de zin dat in alle gevallen eerst de procedure van artikel 11 zou moeten worden gevolgd. Dat ligt naar het oordeel van de rechtbank ook niet in de rede: ook in de fase die voorafgaat aan de (eerste, tweede of derde) oplevering van software kan zich de situatie voordoen dat de leverancier tekortschiet in een
‘material obligation’. Er zijn bovendien velerlei tekortkomingen denkbaar die niet zien op
‘bugs, defects and/or failures’in de software, maar betrekking hebben op andere contractuele verplichtingen. In al die gevallen brengt het ‘verplicht’ moeten doorlopen van de in artikel 11 beschreven opleverings-/acceptatieprocedure partijen niet verder. Dit alles leidt ertoe dat de rechtbank de artikelen 11 en 13 van de Framework Agreement aldus zal uitleggen dat de genoemde ontbindingsgronden in zoverre naast elkaar bestaan, dat de in artikel 11 beschreven procedure alleen behoeft te worden doorlopen indien en voor zover de ontbinding is gebaseerd op gesteld tekortschieten in de vorm van
‘bugs, defects and/or failures’in
opgeleverdesoftware.
‘in any of its material obligations’. In andere woorden: zonder contractuele verplichting geen tekortkoming. Dat betekent dat de rechtbank bij de beoordeling van de door TsZ gestelde tekortkomingen van Alert c.s. steeds eerst zal moeten vaststellen waartoe Alert c.s. zich jegens TsZ heeft verplicht en op welk moment de betreffende (deel)prestatie opeisbaar is geworden. De rechtbank zal bij de bespreking van de gestelde tekortkomingen de volgorde aanhouden die TsZ in haar ingebrekestelling van 10 oktober 2011 heeft gekozen en waarop zij in de dagvaarding heeft voortgeborduurd.
de Software bevat niet de overeengekomen functionaliteiten uit de scoping analyse, kent ernstige ontwerpfouten en is ongeschikt voor de Nederlandse markt
‘yes’, aan TsZ de garantie heeft gegeven dat die ‘yes-functionaliteiten’ vanaf versie 2.6.0.2. van de Software beschikbaar zouden zijn. Deze uitleg van de ‘kruisjes’ in de scoping analyse vindt naar het oordeel van de rechtbank echter geen basis in de Framework Agreement, het Implementatieplan of in de andere gedingstukken. De scoping analyse betreft een werkdocument, dat was bedoeld om gezamenlijk in kaart te brengen aan welke technische en functionele eisen de uiteindelijk op te leveren Software zou moeten voldoen en op basis waarvan partijen een inschatting hebben gemaakt van de ontwikkelstappen die nog moesten worden gezet om dat doel te bereiken. Het belangrijkste doel van de scoping analyse was dat het voor Alert c.s. duidelijk werd wat de achtergrond en het belang was van de diverse functionaliteiten die op de GoLive-datum in de Software aanwezig moesten zijn. Naar het oordeel van de rechtbank mocht TsZ aan de ‘kruisjes’ in de scoping analyse, mede gelet op het bepaalde in artikel 19.1 van de Framework Agreement, in redelijkheid niet de betekenis hechten dat de ‘yes-functionaliteiten’ eerder dan op de Go-Livedatum definitief beschikbaar zouden zijn. Dat betekent dat het (gestelde) ontbreken van (een groot deel van de) ‘yes-functionaliteiten’ in versie 2.6.0.5. van de Software niet kwalificeert als een tekortkoming in een ‘material obligation’. De rechtbank wijst er in dat verband verder nog op dat is gesteld noch gebleken dat het (gesteld) niet beschikbaar zijn van bepaalde (concrete) ‘yes-functionaliteiten’ in de tussentijds beschikbaar gestelde versies van de Software merkbaar van invloed is geweest op het verloop van het project en/of het ontstaan van de vertraging. Hierbij past dat TsZ zich ook niet eerder dan in juli 2011 heeft verdiept in de aanwezigheid van de ‘yes-functionaliteiten’ in (de reeds in het eerste kwartaal van 2011 aan haar beschikbaar gestelde) versie 2.6.0.5.
‘episodes’een andere betekenis toekent dan op de Nederlandse zorgmarkt met haar DBC-systeem gebruikelijk is, waardoor de serie zorgactiviteiten binnen een DBC (het zorgpad) niet administratief kan worden gekoppeld – en dat Alert c.s. de afgesproken tijdelijke oplossing voor dit probleem, die behoorde tot de Needs deel I, niet op 30 september 2011 (in versie 2.6.2. van de Software) heeft opgeleverd. Hier komt de rechtbank toe aan het bespreken van de vraag of de in het Implementatieplan aangegeven tussentijdse opleverdata hebben te gelden als fatale termijnen, in die zin dat het niet-nakomen daarvan op zichzelf reeds voldoende is om te kunnen spreken van een tekortkoming in een
‘material obligation’in de zin van artikel 13.1 aanhef en onder (a) van de Framework Agreement.
‘material obligation’. Zij acht daarbij de volgende omstandigheden van belang:
- In artikel 6.2. van de Framework Agreement is bepaald dat het Implementatieplan, eenmaal vastgesteld,
- In artikel 19, waarin de door Alert c.s. verstrekte
- Op pagina 10 van het Implementatieplan is aangegeven dat (onder meer) de start en eindtijden per te plannen activiteit zijn
‘material obligation’in de zin van artikel 13.1. aanhef en onder (a) van de Framework Agreement: de in artikel 19.1 van de Framework Agreement door Alert c.s. geboden garanties aangaande de beschikbare functionaliteiten en de geschiktheid van de Software voor de Nederlandse markt, hebben steeds betrekking op de versie van de Software per de datum van GoLive en (dus) niet op eerdere versies.
Alert c.s. heeft het Implementatieplan en de daarin opgenomen implementatieaanpak niet gevolgd
‘big bang’) en dat Alert c.s. – anders dan TsZ – de in het Implementatieplan afgesproken planning en aanpak niet volgde. Alert Portugal was, aldus TsZ, niet eens bekend met de in het Implementatieplan gemaakte afspraken, doordat het Implementatieplan niet in het Portugees of Engels was vertaald.
‘material obligation’in de zin van artikel 13.1 aanhef en onder (a) van de Framework Agreement. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking – in aansluiting op hetgeen hiervoor onder 4.16. reeds is overwogen – dat het Implementatieplan geen ‘harde’ verplichtingen bevat en dat zowel de in dit plan opgenomen tussentijdse oplevertermijnen als de afgesproken aanpak van aanvang af vatbaar waren voor aanpassingen en/of nadere onderhandelingen. De enige harde verplichting van Alert c.s. was om (uiterlijk) op 31 maart 2012 Software op te leveren die geschikt was voor normaal gebruik binnen de organisatie van TsZ, alle overeengekomen functionaliteiten bevatte en voldeed aan de afgesproken specificaties (zie ook het bepaalde in artikel 6:39 BW). Tot oplevering van de ‘definitieve’ versie van de Software is het echter niet gekomen.
Alert c.s.’ projectorganisatie en projectmanagement is inadequaat;
‘material obligation’. De rechtbank heeft partijen in haar brief van 18 april 2013 nadrukkelijk uitgenodigd om ter comparitie – voor zover relevant in het licht van de gestelde tekortkomingen – in te gaan op de concrete verplichtingen die partijen jegens elkaar zijn aangegaan en het de raadslieden van beide partijen toegestaan om gebruik te maken van spreekaantekeningen. Dit heeft er echter niet toe geleid dat TsZ concreet heeft aangegeven welke contractuele verplichting(en) Alert c.s. op zich heeft genomen aangaande de projectorganisatie en het projectmanagement. TsZ verwijt Alert c.s. dat zij ‘te weinig’ mensen heeft ingezet, dan wel mensen heeft ingezet die ‘onvoldoende deskundig en ervaren’ waren, maar zij heeft niet met concrete feiten of omstandigheden onderbouwd aan welke specifieke verplichtingen Alert c.s. in dat verband zou hebben moeten voldoen. De omstandigheid dat er ‘talrijke’ wisselingen zouden zijn geweest in het management van Alert Nederland en dat er in de beleving van TsZ grote problemen waren in de communicatie tussen Alert Nederland en Alert Portugal, maakt nog niet dat Alert c.s. is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen. Het had, mede in aanmerking genomen het uitvoerige verweer van Alert c.s. op dit punt, op de weg gelegen van TsZ om ter comparitie nader aan te geven welke concrete contractuele verplichtingen Alert c.s. ten aanzien van de organisatie en het management van het project op zich zou hebben genomen, hetgeen zij heeft nagelaten.
Alert c.s. heeft continue deadlines niet gehaald, waardoor het project substantieel is vertraagd
‘material obligation’. Dat betekent dat TsZ niet bevoegd was de Framework Agreement te ontbinden op basis van artikel 13.1. aanhef en sub (a) van de Framework Agreement.
‘Any representation or warranty contained herein shall be false or misleading in any material respect as of the date made or deemed to have been made’. TsZ heeft aangevoerd dat Alert c.s. een valse, althans misleidende garantie heeft afgegeven door bij het invullen van de scoping analyse aan te geven dat verschillende functionaliteiten al in de Software (versie 2.6.0.2.) aanwezig waren en dat TsZ op grond daarvan terecht de in artikel 13.1. aanhef en onder (d) van de Framework opgenomen ontbindingsgrond heeft inroepen.
‘representation or warranty’niet kent, zodat de betekenis van artikel 13.1. aanhef en onder (d) door middel van uitleg moet worden vastgesteld (zie hiervoor onder r.o. 4.10.). Het Angelsaksische rechtssysteem, waarin het concept van
‘representations and warranties’van groot belang is binnen het contractenrecht, biedt de rechtbank daarbij een richtsnoer. De term
‘representation’ziet binnen dat systeem op een verklaring van één van partijen omtrent (op het moment van de
‘representation‘) bestaande feiten, terwijl een
‘warranty’in beginsel betrekking heeft op een (in de toekomst) te leveren contractuele prestatie. Het afgeven van een
‘representation’of een
‘warranty’heeft ingrijpende juridische consequenties – schending ervan geeft de wederpartij het recht de overeenkomst te vernietigen dan wel te beëindigen – zodat dergelijke verklaringen veelal expliciet in de overeenkomst worden opgenomen.
‘false or misleading representation or warranty’waarop TsZ zich in de onderhavige zaak beroept (TsZ geeft niet aan om welk type verklaring het wat haar betreft zou gaan), bestaat uit het in de scoping analyse verschaffen van gesteld onjuiste informatie omtrent de aanwezigheid van bepaalde functionaliteiten in versie 2.6.0.2. van de Software (de ‘kruisjes’ in de kolom ‘yes’). Tussen partijen is niet in geschil dat de scoping analyse
‘yes’,
‘no’en
‘Roadmap’– pas geruime tijd ná de totstandkoming van de Framework Agreement tot stand is gekomen. Dat betekent dat ten tijde van het sluiten van de Framework Agreement geen sprake kan zijn geweest van een onjuiste voorstelling van zaken aan de zijde van TsZ ten aanzien van het al dan niet reeds aanwezig zijn van bepaalde functionaliteiten in de Software, zodat geen sprake kan zijn van een valse of misleidende
‘representation’op dat punt. Verder is gesteld noch gebleken dat Alert c.s. bij het sluiten van de Framework Agreement enige toezegging heeft gedaan aangaande de aanwezigheid van bepaalde functionaliteiten in de bestaande versie of in opvolgende tussentijdse versies van de Software. In artikel 19 van de Framework Agreement, waarin de door Alert c.s. verstrekte
‘Warranties and Undertakings’zijn opgenomen, zijn alleen
‘warranties’gegeven ten aanzien van de functionele mogelijkheden van de uiteindelijk – per datum Go-Live – op te leveren Software. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat Alert c.s. geen
‘warranty’heeft afgegeven ten aanzien van de functionele mogelijkheden van eerdere versies van de Software. Dat leidt ertoe dat de indeling door Alert c.s. van bepaalde functionaliteiten in de kolom
‘yes’van de scoping analyse niet kan worden gekwalificeerd als een
‘warranty’in de zin van artikel 13.1. aanhef en onder (d) van de Framework Agreement en dat TsZ aan het (gesteld) onjuist zijn van die indeling geen ontbindingsbevoegdheid kan ontlenen.
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)