ECLI:NL:RBOBR:2013:6509

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 november 2013
Publicatiedatum
22 november 2013
Zaaknummer
01/825530-11
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 november 2013 uitspraak gedaan over de terbeschikkingstelling van een verdachte, die eerder op 31 januari 2013 was opgelegd met voorwaarden. De rechtbank heeft besloten om de terbeschikkingstelling met voorwaarden om te zetten naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Dit besluit is genomen na een vordering van de officier van justitie, die op 18 oktober 2013 was ingediend, en na een openbare terechtzitting op 11 november 2013. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. D. Moszkowicz, en deskundige I.E.F. Vlottes gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde herhaaldelijk de opgelegde voorwaarden heeft overtreden, wat voortvloeit uit zijn psychische stoornis. De deskundige heeft aangegeven dat het voor de Reclassering Nederland onmogelijk is gebleken om een geschikte plek voor de terbeschikkinggestelde te vinden die recht doet aan zijn problematiek. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verpleging van overheidswege eist, gezien de niet-naleving van essentiële voorwaarden van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft daarom besloten tot omzetting van de terbeschikkingstelling naar verpleging van overheidswege, waarbij de terbeschikkinggestelde verplicht wordt opgenomen in een forensische psychiatrische kliniek.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825530-11
Uitspraakdatum: 25 november 2013

Beslissing alsnog verpleging van overheidswege

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1985],
verblijvende in [kliniek 1].

Het onderzoek van de zaak.

Bij onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank van 31 januari 2013 onder bovenstaand parketnummer is (onder meer) opgelegd:
Terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van 2 jaar waarbij de rechtbank de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van terbeschikkinggestelde stelt:
-Betrokkene pleegt geen strafbare feiten;
-Betrokkene verleent zijn medewerking aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn
identiteit nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt ter inzage aan een identiteits-
bewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;
-Betrokkene verleent zijn medewerking aan het reclasseringstoezicht, als bedoeld in artikel
14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daar onder begrepen;
-Betrokkene moet zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzake-
lijk acht. Betrokkene moet zich melden bij Reclassering Nederland, momenteel op adres
Polluxstraat 114, 5613 ES Eindhoven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
-Betrokkene wordt verplicht om zich op te laten nemen in Forensisch Psychiatrische Kliniek
De [kliniek 2] te [plaats], waarbij betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen
die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur zullen
worden gegeven;
-Betrokkene wordt geboden om zich op het adres van de Forensisch Psychiatrische Kliniek
De [kliniek 2] te [plaats] te bevinden, zolang de reclassering dit noodzakelijk
acht;
-Betrokkene wordt verplicht om, indien na de forensische klinische behandeling een 24-uurs
woonvoorziening is geïndiceerd of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de
reclassering daar te verblijven en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voor-
ziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit nood-
zakelijk acht;
-Betrokkene wordt verboden om alcohol en drugs te gebruiken, zolang de reclassering dit
noodzakelijk acht. De controle op de naleving van deze voorwaarde zal ondersteund
worden door middel van bloedonderzoeken of urineonderzoek en/of een ander controle-
middel;
-Indien een medicamenteuze behandeling wordt geïndiceerd door de behandelaar/psychiater
dient betrokkene zijn medewerking te verlenen;
-Betrokkene dient de overeenkomst zorg-reclassering-cliënt waarin de behandelafspraken
worden opgenomen, te ondertekenen. Dit is in het kader van het Forensisch Psychiatrisch
Toezicht;
-Indien betrokkene zich bevindt in een ambulant resocialisatietraject en een time-out in de
FPK is geïndiceerd, dan dient betrokkene zijn medewerking te verlenen aan de opname in
het kader van de time-out.
De vordering van de officier van justitie d.d. 18 oktober 2013 strekt ertoe dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van de rechtbank d.d. 11 november 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige I.E.F. Vlottes en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. D. Moszkowicz, gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- een advies overtreding voorwaarden van Reclassering Nederland, toezichtunit
’s-Hertogenbosch Zuid d.d. 26 juli 2013, betreffende de terbeschikkinggestelde;
  • een advies algemeen van Reclassering Nederland, toezichtunit ’s-Hertogenbosch Zuid d.d. 13 september 2013, betreffende de terbeschikkinggestelde;
  • een advies overtreding voorwaarden van Reclassering Nederland, toezichtunit
’s-Hertogenbosch Zuid d.d. 7 oktober 2013, betreffende de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

Na een voortraject -kort samengevat- van voorlopige hervatting van de verpleging van overheidswege op 26 juli 2013 door de rechter-commissaris, de tijdelijke opname van de terbeschikkingstelde met voorwaarden ex artikel 509jbis van het Wetboek van Strafvordering voor een periode van maximaal zeven weken zoals bepaald door de meervoudige kamer en de verlenging van deze opname op 20 september 2013 door de meervoudige kamer voor wederom maximaal zeven weken, heeft de rechter-commissaris op 17 oktober 2013 de voorlopige hervatting van de verpleging van overheidswege bevolen. Hierop is op 18 oktober 2013 voormelde vordering van de officier van justitie bij de rechtbank ingediend.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik vind de [kliniek 2] wel geschikt voor mij. Ze hebben gezegd dat ik daar altijd welkom ben. De psychiater is bij mij geweest. Hij had een Duitse achternaam. Ik zou heel erg blij zijn als ik weer naar Eindhoven kan gaan, mijn moeder woont daar namelijk. Ik wil graag twee keer per week op bezoek en één keer per dag bellen. Ik mag géén GSM gebruiken, anders zit ik de hele dag te bellen. Mijn moeder heeft een evenwichtstoornis. Ik zit al vier weken in een separeercel. Ik ben boos geworden, omdat iemand mijn Koran had doorgescheurd. Mijn christelijke rozenkrans is ook afgepakt.
Ik geloof in het Leger des Heils en de islam. Ik ben bang om HIV te krijgen. Ik ben detentie- ongeschikt vanwege een trauma. Ik heb namelijk een hersenbloeding gehad. Daar is een enkelvoudige rapportage van. Ik ben boos geworden in de[kliniek 1] omdat deze meneer (opmerking griffier: de terbeschikkinggestelde wijst de deskundige dhr. Vlottes aan) niet wilde dat ik naar de sport ging. Ik ging naar de patio en was vergeten mijn rozenkrans mee te nemen. Toen ik terugkwam, was deze weg. Toen ben ik ontzettend boos geworden en in de separeercel beland. Die rozenkrans is erg duur, van robijn en ik heb deze van mijn peetmoeder gehad. Ik ben een Koerd uit Irak, maar heb wel een Turks paspoort. Ik ben ongewenst verklaard met mijn Nederlandse paspoort. “Ik wil weg van de[kliniek 1] anders hang ik mezelf op”, dat heb ik inderdaad gezegd. Ik heb niet gezegd dat ik anderen iets aan zou doen gezegd. Als je een Koran weg wilt gooien moet je die in de fik zetten. En nooit verscheuren. Daarom werd ik zo boos. Ik ben geen gewelddadige jongen. Ik heb vijf vrijspraken gehad voor mijn strafzaak. Mijn voorwaardelijke invrijheidsstelling is er niet afgehaald. Het is gewoon onrechtmatig wat ze allemaal met mij doen.
De deskundige I.E.F. Vlottes, werkzaam als werkbegeleider/toezichthouder bij Reclassering Nederland te Eindhoven, heeft bij de behandeling ter terechtzitting het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Voor elke FPK in Nederland geldt dat zij deze terbeschikkinggestelde niet kunnen plaatsen. Het is voor de Reclassering Nederland onmogelijk gebleken voor de terbeschikkinggestelde een plek te vinden die recht doet aan zijn problematiek binnen het kader van TBS met voorwaarden en waarbij de nodige maatregelen in geval van crisis getroffen kunnen worden. De terbeschikkinggestelde overtreedt keer op keer de gestelde voorwaarden. Dat vloeit voort uit zijn stoornis, maar wil dus wel zeggen dat hij niet in staat is zich te conformeren aan de voorwaarden en afspraken.
Achteraf bezien had het advies voor de strafzaak beter kunnen inhouden, een deels voorwaardelijke straf met voorwaarden. Dan waren er meer mogelijkheden geweest om in geval van crisis de benodigde maatregelen te treffen. Naast een voorwaardelijke straf is namelijk een civielrechtelijke maatregel met dwangmedicatie mogelijk, en die maatregel is niet mogelijk naast TBS met voorwaarden.
In antwoord op de vraag die de raadsman mij stelt, vind ik het alsnog opleggen van een dwangverpleging niet proportioneel, maar het is niet aan de reclassering om daar een mening over te geven. . De terbeschikkinggestelde krijgt momenteel dwangmedicatie.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde voert het woord overeenkomstig de door hem overgelegde pleitnota, waarvan de inhoud geacht wordt hier te zijn opgenomen en welke pleitnota aan deze uitspraak zal worden gehecht.
Voorts houdt de raadsman een brief voor van de zus van de terbeschikkinggestelde en verzoekt deze tevens aan deze uitspraak te hechten.
De officier van justitie persisteert bij de gedane vordering tot het opleggen van alsnog verpleging van overheidswege.
De rechtbank is van oordeel dat de eis die de raadsman stelt, te weten het laten opstellen van een nieuw multidisciplinair advies, niet zonder meer voortvloeit uit de wet of de jurisprudentie rondom artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft voorts, gelet op het uitgebreid gemotiveerde vonnis van 31 januari 2013 en de recente, hiervoor genoemde, adviezen van de Reclassering Nederland, ook geen behoefte aan het laten opstellen van een nieuw multidisciplinair onderzoek. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht.
Ten slotte ziet de rechtbank, gelet op hetgeen de deskundige hierover op zitting heeft aangevoerd, geen heil in het opnieuw onderzoek doen naar een mogelijke plaats voor de terbeschikkinggestelde binnen een andere forensisch psychiatrische kliniek. De reclassering Nederland heeft daar al voldoende onderzoek naar gedaan.
Uit het onderzoek ter terechtzitting en de hiervoor genoemde adviezen van de Reclassering Nederland, is gebleken dat de ter beschikking gestelde de bovengenoemde bijzondere voorwaarden, met name het zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling zullen worden gegeven, niet heeft nageleefd.
Blijkens artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht kan de enkele vaststelling dat de terbeschikkinggestelde een voorwaarde niet heeft nageleefd, al leiden tot omzetting van de TBS met voorwaarden in een TBS met dwangverpleging.
De rechtbank is met het openbaar ministerie van oordeel dat het huidige juridisch kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden onvoldoende is gebleken om de terbeschikkinggestelde op een veilige wijze te behandelen en te resocialiseren, zodat zij alsnog de verpleging van overheidswege zal bevelen.
Nu een essentiële voorwaarde verbonden aan de terbeschikkingstelling, namelijk het laten opnemen in een forensische psychiatrische kliniek en houden aan de aanwijzingen van die kliniek niet is gerealiseerd en niet te realiseren valt en een dwingend kader -vanwege voornoemde redenen- geboden is, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verpleging van overheidswege eist.

BESLISSING

Beveelt, dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Aldus gegeven door
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. J.M.P. Willemse-Schwering en mr. B. Damen, leden,
en mr. P. van Etteger-Lubbers, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 25 november 2013.
Mr. Damen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.