ECLI:NL:RBOBR:2013:6460
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.G. van den Broek
- H.M.H. de Koning
- F.M. Tadic
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep tegen verkeersbesluit inzake maximumsnelheid A270
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 november 2013 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep tegen een verkeersbesluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Eiser, een dagelijks gebruiker van het wegvak A270, had beroep ingesteld tegen het besluit om de maximumsnelheid op dit wegvak te verlagen naar 100 km/h. Het primaire besluit was genomen op 8 maart 2012, waarna TNO en de Bewonersvereniging Heikampen bezwaar maakten. Het bestreden besluit, dat op 16 augustus 2012 werd genomen, verklaarde het bezwaar van TNO gegrond en stelde de maximumsnelheid vast op 100 km/h tussen 23.00 en 07.00 uur, terwijl de snelheid gedurende de rest van de dag op 130 km/h bleef.
De rechtbank beoordeelde of eiser als belanghebbende kon worden aangemerkt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser stelde dat hij als dagelijks gebruiker van het wegvak belang had bij het besluit, maar de rechtbank oordeelde dat hij zich niet in voldoende mate onderscheidde van andere weggebruikers. Bovendien bevond zijn woning zich niet in de directe omgeving van het wegvak, waardoor het bestreden besluit geen directe gevolgen voor hem had. De rechtbank concludeerde dat eiser niet als belanghebbende kon worden aangemerkt en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een bijzonder, individueel belang bij verkeersbesluiten, en dat niet iedere weggebruiker automatisch als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank wees erop dat de wetgever een zekere begrenzing heeft beoogd voor de mogelijkheid om bezwaar te maken en beroep in te stellen tegen dergelijke besluiten.