Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 20/000997-10
[verdachte],
De tenlastelegging.
- diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen (al dan niet door twee of meer verenigde personen), als omschreven in artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht en/of
- afpersing (al dan niet door twee of meer verenigde personen) als omschreven in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht,
Splitsing van de feiten.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
- Vordering tenuitvoerlegging: geheel toewijzen [3 maanden gevangenisstraf]
- Gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] tot een bedrag van € 1.702,12 onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 1.702,12 subsidiair 27 dagen hechtenis vermeerderd met de wettelijke rente.
- Gedeeltelijke toewijzing van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 2.680,55 en niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in het overige deel van de vordering, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 2.680,55 subsidiair 36 dagen hechtenis.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3].
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
Beslag.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 20/000997-10.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Poging tot doodslag, meermalen gepleegd.
Handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
Poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.