In voornoemd extern advies opgemaakt d.d. 19 mei 2013 doorI. Maksimovic, psychiater, is onder meer het navolgende gesteld:
"(…)Bij betrokkene is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven met borderline en antisociale kenmerken. Bij hem is sprake geweest van een ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens in de zin van afhankelijkheid (dan wel misbruik) van diverse middelen, die thans gedeeltelijk in remissie is onder toezicht.
(…)Gelet op het gunstige toestandsbeeld van betrokkene en het ontbreken van geweldsincidenten in afgelopen jaren, wordt de kans op herhaling bij het wegvallen van de TBS structuur niet als imminent hoog geschat. Op den duur zou die wel middelmatig kunnen worden, zonder externe ondersteuning, als betrokkene volledig aan zichzelf zou worden overgelaten zonder dat er voldoende geregeld is qua woon-, werk- en financiële omstandigheden en zonder dat begeleiding (waar betrokkene op terug kan vallen als het nodig is) geregeld is. Dit geeft ook de richting voor het beleid in de komende periode - men dient toe te werken aan het tot stand brengen van de factoren buiten de kliniek, die in een extramurale fase zouden zorgen dat de kans op delictzettende gedrag wordt geminimaliseerd.
De klinische inschatting is, dat door het chronische karakter van betrokkenes persoonlijkheidsstoornis het recidiverisico niet valt uit te sluiten. Het positieve is, dat betrokkene, door de verandering in de uiting van zijn persoonlijkheidsstoornis, zijn frustratie in afgelopen jaren niet heeft geuit in de vorm van fysieke agressie naar anderen, maar eerder in de vorm van zelfbeschadigend gedrag (…).
Het is echter niet onaannemelijk dat betrokkene, zonder externe ondersteuning, op den duur, mede door het gebruik van middelen, terug zou kunnen vallen in het delictzettend gedrag. Voor de bestendiging van de weerbaarheid ten aanzien van stress, i.e. voor de verdere stabilisatie van betrokkenes persoonlijkheidsstoornis, is het van belang dat de psychiatrische zorg wordt gecontinueerd. Dit kan echter ook op den duur in een ambulante setting plaatsvinden, in de vorm van een forensisch psychiatrische ambulante steunende en structurerende begeleiding.
(…)Ondergetekende schat in dat het risico op gewelddadig gedrag zonder TBS kader op den duur matig is, gelet op de positieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren (het ontbreken van agressieve incidenten ondanks frustraties).
(…)Het tot stand komen en bestendigen van de beschermende factoren (wonen, werken, dagbesteding, netwerk en op den duur ambulante begeleiding) zou de kans op herhaling minimaliseren. Het is niet uit te sluiten, dat de resocialisatie met vallen en opstaan zal verlopen, maar dat dient als zodanig te worden geaccepteerd en verdisconteerd in het beleid. In de steunende en structurerende begeleiding/behandeling van betrokkene (zij het intramuraal, zij het extramuraal) moet aandacht worden besteed aan de rol van het gebruik van middelen (als copingmechanisme, als verzetsmiddel, als zelfbeschadigend iets - want daardoor komt betrokkene niet verder in de resocialisatie). Het is wel te verwachten dat betrokkene incidenteel terug zal vallen in bet middelengebruik. De zaak is om dat zo veel als mogelijk te beperken, gelet op de kwetsbare persoonlijkheid van betrokkene. Qua resocialisatie is bet belangrijk, dat betrokkene wordt ondersteund wanneer hij, vanuit zijn persoonlijkheidsstoornis, niet in staat is om tijdelijk daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen.
(…) De kliniek pleit (in het voorlopige verlengingsadvies) voor een meer behoudend tempo.
(…) Er wordt geadviseerd om de TBS te verlengen met één jaar.
(…) Er wordt geadviseerd om de verpleging te continueren. Verder wordt er geadviseerd om dat jaar te gebruiken voor het tot stand brengen van omstandigheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.(…)"