ECLI:NL:RBOBR:2013:6342

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2013
Publicatiedatum
12 november 2013
Zaaknummer
01/049149-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar en aanhouding van de beslissing omtrent voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 oktober 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die ter beschikking was gesteld na veroordelingen voor twee verkrachtingen en drie (pogingen tot) diefstallen met geweld. De rechtbank heeft de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aangehouden en het onderzoek hiervoor voor onbepaalde tijd geschorst, met een maximum van drie maanden. De officier van justitie had verzocht om een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, wat door de rechtbank is toegewezen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar het advies van de kliniek waar de betrokkene verblijft. Dit advies beschrijft de positieve ontwikkeling van de betrokkene, die sinds maart 2013 zelfstandig woont en geen incidenten heeft vertoond. De deskundige heeft aangegeven dat de betrokkene goed functioneert in zijn huidige situatie, maar dat er nog steeds behoefte is aan begeleiding en ondersteuning om het risico op recidive te minimaliseren. De rechtbank heeft besloten dat er een rapport van de reclassering moet komen om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken.

De rechtbank heeft de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als belangrijke factoren meegenomen in haar beslissing. De verlenging van de terbeschikkingstelling is noodzakelijk geacht om de veiligheid te waarborgen, terwijl tegelijkertijd de mogelijkheid voor de betrokkene om op termijn tot beëindiging van de terbeschikkingstelling te komen, wordt onderzocht. De rechtbank heeft de betrokken partijen, waaronder de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, opgeroepen voor een nadere zitting om de voortgang te bespreken.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/049149-01
Uitspraakdatum: 30 oktober 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1961],
verblijvende te [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 04 april 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 13 november 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 18 september 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 oktober 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van kliniek [kliniek] d.d. 30 juli 2013, ondertekend door drs. M. Verhees (hoofd behandeling), drs. F.J.P. Walschot (psychiater) en H.M. van Bussel (directeur organisatie en plv. hoofd van de inrichting);
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van twee verkrachtingen en drie (pogingen tot) diefstallen met geweld, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
"(…)Betrokkene is een 51-jarige zwakbegaafde man met een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale, narcistische en borderline kenmerken en bekend met misbruik van alcohol aan wie naar aanleiding van verkrachting en diefstal met geweld een TBS met dwangverpleging is opgelegd.
Ten tijde van het delict was er bij betrokkene sprake van zichzelf wegcijferen in zijn relatie
tegenover een sterke behoefte aan waardering, aandacht en geborgenheid. Hij gebruikte alcohol om makkelijker in contact te komen met vrouwen.
Er was bij betrokkene sprake van een gering empathisch vermogen en een grote mate van
krenkbaarheid. De gewelddadigheid die betrokkene liet zien in de delicten is te verklaren vanuit het feit dat betrokkene niet alleen aandacht verlangde, maar deze ook opeiste/afdwong. Hiernaast speelde ook de behoefte aan macht.
Betrokkene heeft geprofiteerd van het behandel- en verpleegaanbod. Zijn ziekte-besef is groeiende, hij is beter in staat grenzen aan te geven en die van anderen te respecteren en is in staat gevoelens en cognities bespreekbaar te maken. Daarnaast is hij abstinent gebleken van alcohol. Hij beschikt over een adequate dagstructuur en laat zich begeleiden en sturen door sociotherapie. De copingvaardigheden van betrokkene zijn gegroeid.
Ten tijde van het opstellen van voorliggend verlengingsadvies verblijft betrokkene sinds ruim drie maanden in een zelfstandige verlofwoning van de kliniek in [plaats].
Betrokkene ontvangt hierbij tweewekelijkse begeleiding vanuit [kliniek], waarbij
risicofactoren, log- en kasboek en lopende bijzonderheden worden besproken. Daarnaast ontvangt betrokkene ambulante woonbegeleiding vanuit [stichting]. Zij ondersteunen betrokkene bij praktische zaken zoals het beheren van financiën en het behouden van overzicht op gebied van administratie.
Tevens heeft de begeleiding van [stichting] een signalerende en ondersteunende functie met
betrekking tot het risicomanagement; zorgelijke signalen zijn bekend bij de begeleiding en worden, bij waarneming, doorgegeven aan de medewerkers van de kliniek.
Het huidige transmurale verlofkader biedt betrokkene een gevoel van ruimte en zelfstandigheid en doet hem zichtbaar goed. Het lijkt te leiden tot meer ontspanning. Tevens is er sprake van minder frustraties bij betrokkene. Op gebied van sociale relaties hebben zich de afgelopen periode en aantal turbulenties voorgedaan. Betrokkene is geneigd zaken zoveel mogelijk zelfstandig op te lossen vanuit zijn gerichtheid op autonomie en zelfstandigheid. Ondersteuning in en begeleiding bij het tijdig bespreekbaar maken van spanningen, al dan niet gerelateerd aan relatievorming, zal gedurende langere tijd de aandacht dienen te krijgen teneinde het delictrisico laag te houden.
Praktische ondersteuning zal naar verwachting ook gedurende langere tijd noodzakelijk blijven, om zo de inbedding in de maatschappij geleidelijk en op positieve wijze te laten verlopen, betrokkene te ondersteunen bij zijn beperkte vaardigheden op dit gebied en het niveau van spanning laag te houden.(…) De vastgestelde persoonlijkheidsproblematiek maakt betrokkene blijvend kwetsbaar op gebied van intieme relatie, het behouden van overzicht en het reguleren van (seksuele) spanningen. Betrokkene heeft op deze gebieden in zijn behandeling een positieve ontwikkeling doorgemaakt. De huidige inbedding in de zelfstandige woning is nog pril. Derhalve is het van belang dat betrokkene vooralsnog begeleid en ondersteund wordt. Afhankelijk van het verloop de komende periode kan bekeken worden in hoeverre deze ondersteuning en controle bij verdere resocialisatie onder het kader van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging dient plaats te vinden, of dat het betrekken van de reclassering middels een onderzoek naar de mogelijkheden voor voorwaardelijke
beëindiging, aan de orde is.(…) Gezien het prille verblijf in de zelfstandige woning, de gebleken ondersteuningsbehoefte op gebied van sociale contacten en relatievorming. Gezien de als verhoogd ingeschatte risico op recidive op de middellange termijn bij acute beëindiging van de dwangverpleging.
Gezien de beperkte vaardigheden op gebied van zelfredzaamheid en de neiging tot het niet tijdig bespreekbaar maken van frustraties, adviseren wij een verlenging van de ter beschikkingstelling van 1 jaar en continuering van de verpleging van overheidswege.(…)"
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik woon momenteel sinds 5 maart 2013 zelfstandig in [plaats]. Ik ervaar de woonbegeleiding als een stukje steun bij mijn herintreding in de maatschappij. Ik zou het fijn vinden als de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
De deskundige M.J.J.C. Smits, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Op 23 oktober 2013 heeft er een evaluatie plaatsgevonden. Op het moment dat het verlengingsadvies geschreven werd, woonde betrokkene pas kort zelfstandig in [plaats]. Sinds het verlengingsadvies zijn inmiddels drie maanden verstreken. Het zelfstandig wonen van betrokkene gaat goed. Er zijn geen incidenten geweest. Ik wil de rechtbank adviseren om een opdracht aan de reclassering te geven om een maatregelrapport op te stellen. De huidige periode rechtvaardigt een serieus kijken naar de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
De taxatie van de risicofactoren is hetzelfde gebleven. Ik zie echter iemand die heel erg zijn best doet. Het blijft wel nodig dat betrokkene wordt geprikkeld om te praten, maar dit hoeft mijns inziens niet meer binnen een kader van verpleging van overheidswege. In overleg met de reclassering kunnen we het risico ook binnen het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege managen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering. Hoewel er wat zorgen zijn over het recidiverisico op de middellange termijn, hoor ik dat er geen incidenten zijn geweest sinds betrokkene zelfstandig woont en dat zijn gedrag goed te noemen is. Het lijkt mij een juist advies dat de reclassering een maatregelrapport opstelt teneinde te bezien of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk kan worden beëindigd.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Mijn voorstel is om de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en de reclassering de opdracht te geven om een maatregelrapport op te stellen. Cliënt zit sinds maart 2013 in een goede omgeving en het gaat erg goed met hem. Cliënt zat daarvoor in een andere omgeving en daar was nogal wat weerstand van derden. Het moment is nu gekomen om te bezien of een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege mogelijk is. Het lijkt mij voor cliënt ook een prima podium om te bewijzen wat hij kan en het positieve beeld dat nu van hem wordt geschetst, te bevestigen..
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en teneinde de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden om op termijn tot een beëindiging van de terbeschikkingstelling te kunnen komen, is de rechtbank van oordeel dat thans dient te worden onderzocht of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
Daarom dient de Reclassering Nederland een maatregelenrapport op te stellen, waarin de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege worden onderzocht.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, zal de rechtbank op grond van artikel 509t lid 5 van het Wetboek van Strafvordering de beslissing op een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd, maar maximaal drie maanden, aanhouden in afwachting van het rapport van Reclassering Nederland.
Daarnaast is de rechtbank, gelet op artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, zodat de terbeschikkingstelling zal worden verlengd met één jaar.

DE BESLISSING

De rechtbank:
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar;
- houdt de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan en schorst daartoe het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, tot ten hoogste drie maanden, teneinde de reclassering een rapport te laten opmaken omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder, de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde kan worden beëindigd;
- beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde, de deskundige M.J.J.C. Smits en de rapporteur van de reclassering tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting, met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr. F.J. Koningsveld, advocaat te Breda.
- stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H. Renneberg, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. F. Schneider, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 oktober 2013.
Mr. Schneider is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.