In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 oktober 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 55-jarige man, die lijdt aan een ernstige en chronische vorm van schizofrenie van het paranoïde type. De man was ter beschikking gesteld na een poging tot doodslag en zijn terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 10 oktober 2011. De officier van justitie heeft op 12 augustus 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke vordering op 8 oktober 2013 ter openbare terechtzitting is behandeld. Tijdens deze zitting zijn de officier van justitie, deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord.
De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder een behandelrapportage van de kliniek en rapporten van psychiater A.W.M.M. Stevens en klinisch psycholoog B. van Giessen. Deze rapporten gaven aan dat de terbeschikkinggestelde een verhoogd risico op gewelddadig gedrag vertoonde en dat hij aangewezen bleef op externe controle en toezicht. De deskundigen adviseerden unaniem om de terbeschikkingstelling en dwangverpleging met twee jaar te verlengen, gezien de ernst van zijn psychische aandoening en het risico dat hij voor anderen vormde.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste, en heeft de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is op 22 oktober 2013 uitgesproken. De rechtbank heeft de inhoud van de adviezen van de deskundigen overgenomen en de terbeschikkinggestelde heeft zich niet verzet tegen de verlenging.