ECLI:NL:RBOBR:2013:5743

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 oktober 2013
Publicatiedatum
17 oktober 2013
Zaaknummer
01/035004-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een betrokkene wegens recidivegevaar en psychische problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 oktober 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die eerder ter beschikking was gesteld na het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen en schennis van de eerbaarheid. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. De betrokkene, geboren in 1944, verblijft in een kliniek en heeft in het verleden al meerdere keren verlenging van zijn terbeschikkingstelling ondergaan. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een openbare zitting op 14 oktober 2013, waarbij de officier van justitie, deskundigen en de betrokkene zelf aanwezig waren.

De deskundigen hebben in hun rapportages aangegeven dat de betrokkene nog steeds een hoog recidivegevaar vertoont. Ondanks enige vooruitgang in zijn probleembesef, blijft hij afhankelijk van professionele begeleiding en controle. De deskundigen hebben benadrukt dat zonder adequate begeleiding en een ondersteunend netwerk, de kans op delictrecidive aanzienlijk blijft. De rechtbank heeft de argumenten van de deskundigen en de officier van justitie meegewogen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om expliciete vervolgstappen voor de kliniek op te nemen in haar beslissing, zoals door de raadsvrouwe van de betrokkene was verzocht. De rechtbank heeft de beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, gebaseerd op de noodzaak van externe controle en begeleiding, en de onzekere prognose van de betrokkene zonder deze ondersteuning. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden unaniem tot dit oordeel zijn gekomen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01/035004-03]
Strafrecht
Parketnummer: 01/035004-03
Uitspraakdatum: 18 oktober 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1944],
verblijvende bij [kliniek],
adres [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 december 2003 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 28 september 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 20 augustus 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van dhr. drs. M.W.J. de Haas, hoofd behandeling, dhr. drs. M. Badr, psychiater en mw. H.M. van Bussel, Locatiedirecteur Behandeling en Zorg plv. hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 19 juli 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd en schennis van de eerbaarheid, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
4.3 Recidivegevaar.
Prognose met betrekking tot de duur van het benodigd risicomanagement.
“Hoewel betrokkene iets heeft gewonnen aan probleembesef en inzicht, is hij nog steeds blijvend beperkt in zelfreflectief, intrinsiek probleembesef, het kunnen opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk. Daarbij is hij nog steeds aangewezen op bijsturing door professionals om aanzetten tot exhibitioneren te onderkennen en situaties met kinderen gepast te hanteren. Het verdere traject is gebaseerd op externe controle en professionele zorg voor wat betreft sociale en maatschappelijke inbedding door middel van opname in een RIBW. De inschatting is dat betrokkene voor de rest van zijn leven onder begeleiding dan wel controle van de hulpverlening zal moeten blijven. Deze controle zal zich moeten richten op het terugdringen van vereenzaming door middel van het uitbreiden van zijn netwerk (aanbieden netwerk via beschermd wonen met activiteiten), het vinden en vasthouden van een passende dagbesteding en op inname van libidoremmende medicatie”.
Recidive gevaar t.a.v. het TBS indexdelict.
“Zonder passend onderdak, begeleiding en toezicht blijft de kans op delictrecidive aanwezig, vooral zonder een extern dwangkader waarmee betrokkene kan worden bijgestuurd zoals wel blijkt uit de voorvallen bij verruiming van zijn verlofkader. Als de begeleiding en TBS-kader komt te vervallen, zal betrokkene snel vereenzamen, contact met minderjarigen opzoeken en een groomingproces starten mogelijk na het stoppen met de medicatie. De mogelijkheid dat betrokkene weer zal exhibitioneren kan, ondanks de medicatie, ook niet uitgesloten worden.
Betrokkene beschikt niet over woonruimte, passende daginvulling en een ondersteunend sociaal netwerk. Het plan om externe contacten en daginvulling op te bouwen is niet afdoende gelukt. Betrokkene is liever op zichzelf in de natuur wat het vergroten van het volwassen netwerk bemoeilijkt. Zonder professionele hulp bestaat de kans dat betrokkene overvraagd wordt door de complexe gang van zaken in de samenleving. Zonder hulp van een professioneel netwerk in de vorm van controle en begeleiding/ondersteuning zal hij zijn risicofactoren niet blijvend adequaat kunnen hanteren”.
(…..)
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis (zie Box 2; 2.1).
“De prognose is dat het TBS-kader nog minimaal een jaar nodig zal zijn om, naar aanleiding van de voorvallen in de afgelopen jaar, betrokkene betrouwbaar en veilig over te plaatsen naar een vorm van Begeleid Wonen”.
Advies verlenging TBS maatregel
“Gezien het feit dat de klinische observaties en de risicotaxaties aangeven dat de kans op delictrecidive hoog is als het TBS-kader nu zou komen te vervallen, het belang van externe professionele sturing en controle in het risicomanagement, de noodzaak om uit te stromen naar een vorm van Begeleid Wonen waarbij voldoende sturing en controle aanwezig is, het nog niet participeren binnen een externe dagbesteding, het nog recent her-opgestarte Onbegeleid Verlof maken dat wij adviseren een verlenging van de terbeschikkingstelling van 1 jaar en continuering van de verpleging van overheidswege”.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat niet goed met mij. Ik zit mijn tijd vol te maken bij de [kliniek] en ik heb al drie jaar geen therapie meer. Tevens is het traject begeleid wonen stilgelegd omdat ik vorig jaar in het bezit was gekomen van een bankpas. Achteraf bleek dit in strijd te zijn met de geldende regels. Gelet op mijn lichamelijke klachten zou ik het liefst in een aanleunwoning bij een bejaardenhuis worden geplaatst.
De deskundige M.W.J. de Haas, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft wel degelijk deelgenomen aan diverse therapieën de afgelopen jaren. Er is een behandelplan waarin diverse modules zijn opgenomen. De incidenten die in juli en november 2012 hebben plaatsgevonden, hadden te maken met betrouwbaarheid, afspraken nakomen en te snel initiatief nemen. Dat zijn aspecten waarop men, gezien de problematiek en psychodynamiek van betrokkene, alert moet zijn. Alhoewel het verlofkader van betrokkene bleef bestaan, zijn de vrijheden van betrokkene na het incident dat plaatsvond in juli 2012 aangepast. Momenteel zit betrokkene in stap vier van het onbegeleid verlofkader. In november 2013 wordt gekeken hoe het huidige verlof van betrokkene is verlopen en of het verstandig is om het TMV op te starten. Als dat goed verloopt, zouden we na zes maanden contact op kunnen nemen met de reclassering teneinde een goede prognose te laten maken en om te kijken hoe je de controle het beste vorm kan geven. Voorts kan ik mededelen dat momenteel al wordt gekeken naar een RIBW. De RIBW zet betrokkene echter pas op de wachtlijst als het Ministerie daarvoor toestemming heeft gegeven. Door de twee incidenten die in 2012 hebben plaatsgevonden, is het traject een jaar opgeschort.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De rapportage spreekt voor zich. Er is nog steeds sprake van een recidiverisico. De deskundige is de mening toegedaan dat de terbeschikkingstelling met één jaar dient te worden verlengd. Het is goed om over een jaar te kijken hoe het traject, dat de deskundige heeft geschetst, ervoor staat. Ik verzoek de rechtbank de vordering verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar toe te wijzen
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het laatste incident vond bijna een jaar geleden plaats, dus vrij kort na de vorige verlengingszitting. Toen de bij betrokkene aangetroffen USB-stick schoon werd bevonden, werd zijn verlof hervat. Het RMP bevatte echter dusdanig kleine stappen dat het twintig weken duurde om weer op het oude niveau te komen. De voortgang van betrokkenes resocialisatie is traag. Het is belangrijk – mede gelet op zijn leeftijd en fysieke problemen – dat voortvarender aan zijn resocialisatie wordt gewerkt. Tot op heden zijn geen stappen ondernomen om betrokkene in een RIBW of een andere begeleide woonvorm te plaatsen. Er zijn grote wachtlijsten bij de RIBW’s, zeker voor zedendelinquenten. Daarom is het van belang dat betrokkene zo snel mogelijk wordt ingeschreven bij een RIBW. Gezien de leeftijd van betrokkene zou tevens kunnen worden gedacht aan een aanleunwoning. Tevens zou bij een eventuele plaatsing rekening moeten worden gehouden met de fysieke toestand van betrokkene. Betrokkene heeft al vier-en-een-half jaar begeleide verloven en heeft drie-en-een-half jaar onbegeleide verloven zonder dat ooit delictgerelateerd gedrag is geconstateerd. Het recidivegevaar hangt rechtstreeks af van de externe prothese die ingezet wordt om het recidivegevaar tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Zolang de kliniek daar geen stappen in onderneemt zal betrokkene – volgens dezelfde kliniek - onveranderd recidivegevaarlijk blijven. Ik verzoek de rechtbank om de terbeschikkingstelling van betrokkene met één jaar te verlengen en in die beslissing op te nemen welke expliciete vervolgstappen door de kliniek dienen te worden gezet.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. De rechtbank ziet geen aanleiding om in haar beslissing expliciete vervolgstappen voor de kliniek op te nemen, zoals door de raadsvrouwe is verzocht.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
éénjaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.W. van den Heuvel, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kapteijns, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 oktober 2013.