Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 augustus 2012
- de akte overlegging producties, tevens nadere onderbouwing schade, tevens akte wijziging eis van Arte
- de akte van depot met depotnummer 78-2012 d.d. 19 oktober 2012, waarbij namens Arte originele stalen zijn gedeponeerd
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte tot uitlaten wijziging eis tevens akte uitlaten producties en overlegging producties van [gedaagde]
- het proces-verbaal van comparitie van 11 december 2012
- het faxbericht van mr. N.A.D. Plasmans-Noesen d.d. 2 januari 2013
- het faxbericht van mr. G.R.A.G. Goorts d.d. 3 januari 2013
- het faxbericht van mr. N.A.D. Plasmans-Noesen d.d. 4 januari 2013
- de akte wijziging eis van Arte
- de akte overlegging productie van [gedaagde].
2.De feiten
“De werknemer verbindt er zich toe noch de fabrieks- of zakengeheimen van de werkgever aan derden bekend te maken, noch enige daad van oneerlijke concurrentie te stellen of hieraan deel te nemen noch de naam en de faam van de werkgever in het gedrang te brengen”.
“Het niet-concurrentiebeding is van toepassing op de werknemer. Dit betekent dat de werknemer na zijn vertrek uit de onderneming geen soortgelijke activiteiten zal uitoefenen als loontrekkende of als zelfstandige, waardoor hij de onderneming nadeel zou kunnen berokkenen. Gezien het internationale karakter van de onderneming is het beding van toepassing in België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. Dit gedurende één jaar na het einde van de overeenkomst. …”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
De rechtbank acht zich op grond van artikel 2 lid 1 EEX-Verordening bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van Arte. Het Nederlandse recht is van toepassing, nu Arte daarvoor heeft gekozen en [gedaagde] daarmee heeft ingestemd.
(Productie 7a). In dit document wordt onder meer melding gemaakt van het volgende:
(volgt opsomming van instellingen, rb.
).
(Productie 7b). Het ene document bevat informatie over verhouding, prijzen en leveranciers van de bestanddelen van HST 300 (een volgens Arte bij haar ontwikkelde inkt), alsmede de verwerkingsparameters (snelheid, verschillende temperaturen). Het andere document bevat informatie over verhouding, prijzen en leveranciers van de bestanddelen van Pigment PI 3000 (volgens Arte eveneens van haar).
(Productie 7c ). Dit document bevat een lijst van ingrediënten en de te gebruiken hoeveelheden van “HST 703”. De titel geeft volgens Arte aan dat dit document met geheime informatie is bedoeld voor Loymina.
(Productie 7e). Hieronder bevinden zich onder meer de volgende e-mailberichten:
info@loymina.ru). Hieronder bevinden zich de volgende een e-mailberichten:
- Een e-mailbericht d.d. 22 februari 2010 van [G] aan [gedaagde]. Hierin vraagt [G] aan [gedaagde] of hij zou kunnen helpen bij de ontwikkeling van nieuwe producten als de klant van [G] de machine zou kopen, omdat er in China niemand is die de nat-in-natmachine kan bedienen.
- Een e-mailbericht d.d. 22 februari 2010 van [gedaagde] aan [G], waarin [gedaagde] aangeeft dat hij graag wil helpen bij het opstarten van de machine en de klant wil helpen bij technische en technologische vragen.
- Een e-mailbericht d.d. 23 februari 2010 van [gedaagde] aan [G], waarin [gedaagde] meedeelt dat met dit systeem behang van zeer hoge kwaliteit geproduceerd kan worden, als je maar weet hoe. [gedaagde] verwijst daarbij naar de ontwerpen van Arte.
- Een e-mailbericht d.d. 6 april 2010 van [gedaagde] aan [G], waarin [gedaagde] meedeelt dat met de Marburger machine dessins in een speciale oppervlakte-print stijl kunnen worden gedrukt, als je maar weet hoe. [gedaagde] geeft aan dat hij op 22 april naar Marburger kan komen en patronen kan meebrengen, die in deze stijl zijn gedrukt op een nat-in-nat machine.
- Een e-mailbericht d.d. 7 april 2011 (
- Een e-mailbericht d.d. 7 april 2011 (
- Een e-mailbericht d.d. 24 april 2010 van [G] aan [gedaagde], waarin [G] meedeelt dat zijn klant erover denkt [gedaagde] te vragen als adviseur voor het nat-in-nat printen. Volgens [G] wil de klant bevestigd zien dat [gedaagde] nog steeds deze adviestaak voor hem kan doen.
- Een e-mailbericht van [gedaagde] aan [G], waarin [gedaagde] meedeelt dat hij het werk als technisch adviseur in Shanghai graag aanneemt, maar dat de formaliteiten nog moeten worden besproken en samengevat in een contract.
(de heer [A], één van de statutair directeuren van Arte,rb.
)heeft gehoord dat hij een gesprek met [H] wil voeren, omdat hij denkt dat [H] de bindmiddelen ook bij andere klanten afzet.
Nu Arte afstand heeft gedaan van de eventuele wanprestatie in die zin dat [gedaagde] het bepaalde in artikel 6 van de arbeidsovereenkomst heeft overtreden, kan Arte geen beroep doen op artikel 39 lid 2 Trips. Artikel 39 lid 2 Trips kent als voorwaarde dat sprake is van een contractuele plicht tot geheimhouding. Voorts komt aan Trips geen rechtstreekse werking toe, aldus [gedaagde].
zonderconcurrentiebeding. In casu was sprake van een concurrentiebeding (artikel 7 van de arbeidsovereenkomst).
8.027,50(2,5 punten × tarief € 3.211,00)
3.211,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 3.211,00)