ECLI:NL:RBOBR:2013:5246

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2013
Publicatiedatum
24 september 2013
Zaaknummer
01/825505-09
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar onder wijziging van de voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2009 ter beschikking was gesteld na het plegen van brandstichting met levensgevaar voor anderen en gevaar voor goederen. De officier van justitie had op 6 augustus 2013 verzocht om verlenging van de TBS met één jaar, wat werd behandeld tijdens een openbare zitting op 12 september 2013. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, haar raadsman mr. J. Geuze, en deskundigen van de Reclassering Nederland gehoord, waaronder mw. N.A.C.M. van de Kerkhof en psychiater J.R. Nijdam.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde, een vrouw met een licht verstandelijke beperking en een persoonlijkheidsstoornis, zich gedurende de huidige maatregel heeft gehouden aan de voorwaarden. De deskundigen hebben aangegeven dat het recidiverisico laag is, maar dat het belangrijk is om de ontwikkelingen van de terbeschikkinggestelde te blijven volgen, vooral na haar verwachte overplaatsing naar een andere instelling. De rechtbank heeft de verlenging van de TBS met één jaar gerechtvaardigd, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dit eisten.

De rechtbank heeft ook besloten om de voorwaarden van de terbeschikkingstelling te wijzigen, waarbij de terbeschikkinggestelde onder andere verplicht is om zich beschikbaar te houden voor gesprekken met haar toezichthouder van de Reclassering en zich te houden aan de richtlijnen van de reclassering op het gebied van alcohol en drugs. De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij, om een verantwoorde en gecontroleerde overgang naar een minder gestructureerde omgeving te waarborgen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/825505-09
Uitspraakdatum: 25 september 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1970],
thans verblijvende [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 13 september 2011 is betrokkene ter beschikking gesteld.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 6 augustus 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 september 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige mw. N.A.C.M. van de Kerkhof van de Reclassering Nederland, en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. J. Geuze gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • een adviesrapportage van de Reclassering Nederland van 4 juni 2013, opgemaakt en ondertekend door F.R.J. Brouwers, unitmanager, en mw. Y. Kleingeld, reclasseringswerker;
  • een psychiatrische rapportage

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van tweemaal opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar voor anderen te duchten is, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemde adviesrapportage van de Reclassering Nederland is het navolgende gesteld, verkort en zakelijk weergegeven.
Betrokkene is een vrouw met een licht verstandelijke beperking. In 2009 is betrokkene gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis NAC (met trekken van cluster B en C). Eind 2012 wordt door de behandelaar van [stichting] vastgesteld dat bij herhaald risico van sombere preoccupaties psychopathologie in engere zin wordt uitgesloten, idem valt haar persoonlijkheid beter te typeren in termen van temperament en een bijzondere (culturele) normatieve oriëntatie, dan in termen van een stoornis.
Betrokkene ontkent het indexdelict, derhalve is het moeilijk vast te stellen wat de oorzaken zijn geweest van het gepleegde delict. Wel was er in het verleden sprake van partner-relatieproblematiek en middelengebruik. Betrokkene was moeilijk in staat om op een adequate manier met deze problematiek om te gaan wat mogelijk heeft geleid tot het plegen van het indexdelict.
Betrokkene heeft zich bij haar veroordeling neergelegd, omdat er naar haar mening toch niets meer aan te doen zou zijn. Dit resulteert in het gegeven dat betrokkene zich gedurende de huidige maatregel steeds heeft geconformeerd aan de voorwaarden en het in de verwachting ligt dat zij dit ook gedurende haar resocialisatietraject zal blijven doen. Daarnaast is betrokkene intrinsiek gemotiveerd om een gedragsverandering te bewerkstelligen en biedt de huidige begeleiding en structuur haar ook de benodigde veiligheid om deze gedragsveranderingen in te kunnen zetten.
Onder de huidige beschermende omstandigheden is het recidiverisico laag. Van belang is dat betrokkene vertrouwen in de nieuw te starten ambulante begeleiding op gaat bouwen, zodat betrokkene ook met hen de problemen die ze tegen kan komen bespreekbaar gaat maken. Indien betrokkene spanningen gaat opbouwen, zich vermijdend op gaat stellen, dan wordt het risico mogelijk hoger.
Geadviseerd wordt om de maatregel TBS te verlengen voor de duur van een jaar. Deze tijd is naar mening van rapporteur nodig gezien de problematiek van betrokkene om de beoogde doelen van het reclasseringstoezicht te behalen. Daarnaast is er nog een jaar nodig om te zien hoe betrokkene omgaat met een wat minder gestructureerde omgeving en of zij daarin de vaardigheden die ze gedurende haar behandeling bij [stichting] heeft geleerd, vast kan houden.
De conclusies van psychiater Nijdam voornoemd in zijn rapportage luiden, verkort en zakelijk weergegeven, als volgt.
Bij betrokkene is sprake van een verstandelijke beperking, alcoholafhankelijkheid in langdurige remissie en een persoonlijkheid met afhankelijke en enige paranoïde kenmerken. De diagnostische conclusies van de kliniek zijn adequaat en conform de bevindingen van ondergetekende. Het recidiefrisico in de huidige behandelsetting, maar ook binnen het toekomstige behandel en begeleidingstraject is als laag en verantwoord te beschouwen. Het recidiefrisico ten aanzien van brandstichting is eveneens als laag te beschouwen. De risicoprognose is, zoals blijkt uit de stukken van, en uit het overleg met, de reclassering vooral op klinische en niet zozeer op basis van gestructureerde risicotaxatie bepaald, maar conform de inschatting van ondergetekende. Het geplande resocialisatietraject is op basis van bovenbeschreven overwegingen verantwoord en goed voorbereid en georganiseerd.
De behandeling of begeleiding en het risicomanagement, zoals weergegeven in recente rapportage door de reclassering, wordt als adequaat beoordeeld. Wel is van belang dat alvorens betrokkene daadwerkelijk zal worden uitgeplaatst een goed signalerings- of terugvalpreventieplan zal worden opgesteld. (…) Het advies is om de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar te verlengen.
De deskundige N.A.C.M. van de Kerkhof heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts onder meer het navolgende verklaard.
Het gaat goed met de terbeschikkinggestelde. Haar behandeling verloopt voortvarend. Een zeer positief punt is dat zij is gestopt met het gebruik van alcohol. Ze heeft veel geleerd en een behoorlijke vooruitgang geboekt, maar er is op dit moment nog het nodige te doen. De terbeschikkinggestelde is thans aangemeld voor een woning bij [stichting]. De verwachting is dat zij daar over ongeveer drie maanden kan worden geplaatst. Mede gelet hierop acht de reclassering het van belang de ontwikkelingen van de terbeschikkinggestelde in de komende periode te volgen. Het recidiverisico bij de terbeschikkinggestelde wordt op dit moment als laag ingeschat. Het is evenwel mogelijk dat bij haar ten gevolge van de plaatsing bij [stichting] zich meer spanningen gaan opbouwen. Gelet hierop wil de reclassering in de komende periode een soort van regiefunctie vervullen, teneinde de overgang van de terbeschikkinggestelde naar [stichting] succesvol te laten verlopen. Als de terbeschikkinggestelde stabiel blijft, zal de woning op haar naam worden gezet. Op het moment dat alle hulpverlening voldoende is georganiseerd en de plaatsing van de terbeschikkinggestelde bij [stichting] en haar aanmelding bij de sociale werkplaats zijn gerealiseerd, zal de reclassering de begeleiding overdragen aan de reguliere hulpverlening. Indien de terbeschikkingstelling nu zou worden beëindigd, dan zal de begeleiding door de reclassering worden stopgezet. De reclassering acht dat een onwenselijke situatie.
De terbeschikkinggestelde heeft zich kort gezegd op het standpunt gesteld dat zij ook in de komende periode graag begeleid wenst te worden door de reclassering. De begeleiding gaat goed en zij heeft er veel baat bij. De begeleiding dient echter bij voorkeur binnen een ander juridisch kader plaats te vinden dan de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden. De terbeschikkinggestelde ondervindt thans namelijk regelmatig praktische problemen als gevolg van deze maatregel. Zo is het haar vanwege de opgelegde maatregel niet toegestaan met familie dagjes uit te gaan naar bijvoorbeeld België of Duitsland.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met een half jaar bepleit. Hij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de verwachting is dat de terbeschikkinggestelde over ongeveer drie maanden kan worden geplaatst bij [stichting]. De raadsman acht een periode van een half jaar voor de reclassering voldoende om de overgang van de terbeschikkinggestelde naar [stichting] te realiseren en haar verdere ontwikkeling aldaar te monitoren. Daarna zou de begeleiding kunnen worden overgedragen aan de reguliere hulpverlening.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de reclassering en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, alsmede met het advies en conclusies van psychiater Nijdam voornoemd.
Uit de adviezen en de gegeven toelichting van de deskundige ter terechtzitting leidt de rechtbank af dat de terbeschikkinggestelde een zeer positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat er thans onder de huidige beschermende omstandigheden sprake is van een laag recidiverisico. De rechtbank stelt echter vast dat de terbeschikkinggestelde feitelijk nog niet is overgeplaatst naar [stichting]. De rechtbank acht het daarom wenselijk de ontwikkelingen van de terbeschikkinggestelde nadat deze overplaatsing is gerealiseerd te monitoren. Daarbij wordt opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde ook na deze overplaatsing nog steeds door de reclassering begeleid zal worden, waaronder in praktische zin (werk en financiën) en dat het de rechtbank niet verstandig voorkomt dat deze ondersteunende factor thans geheel wegvalt.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Anders dan de raadsman acht de rechtbank geen termen aanwezig de termijn van de terbeschikkingstelling met slechts een half jaar te verlengen. Met de psychiater en de reclassering acht de rechtbank het van belang dat de overplaatsing van de terbeschikkinggestelde naar [stichting] op een verantwoorde en gecontroleerde manier zal plaatsvinden. De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding de termijn van de maatregel met één jaar te verlengen.
De rechtbank acht het noodzakelijk de aan de terbeschikkinggestelde opgelegde bijzondere voorwaarden in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden te wijzigen. De rechtbank zal voor wat betreft de nader te stellen bijzondere voorwaarden aansluiting zoeken bij hetgeen daarover is overwogen in de reeds genoemde adviesrapportage van de reclassering.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde]ter beschikking is gesteld met
één jaar;
wijzigt de gestelde voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde in navolgende zin:
algemene voorwaarden
1.
de terbeschikkinggestelde zal zich niet schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten;
2.
de terbeschikkinggestelde zal ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
bijzondere voorwaarden
1.
meldingsgebod
de terbeschikkinggestelde dient zich beschikbaar te houden voor gesprekken met haar toezichthouder van de Reclassering Nederland met als doel gesprekken te voeren om zicht te houden op het verloop van haar behandeling dan wel verblijf, voor zolang de reclassering dat noodzakelijk acht; verder dient de terbeschikkinggestelde zich te houden aan de aanwijzingen die de reclassering haar geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarden;
2.
locatiegebod
de terbeschikkinggestelde dient, nadat zij is overgeplaatst naar [stichting] of een vergelijkbare instelling, aldaar te verblijven, voor zolang de reclassering of [stichting] dat noodzakelijk acht; indien terbeschikkingstelling op een andere locatie wordt geplaatst, geldt het locatiegebod voor die plaats; de terbeschikkinggestelde mag niet van adres veranderen zonder goedkeuring van de reclassering;
3.
behandelverplichting
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan de begeleiding door een door de reclassering aan te wijzen ambulante instelling, voor zolang de reclassering dat nodig acht; de terbeschikkinggestelde dient zich in de voor haar geïndiceerde zorginstelling te laten behandelen; zij dient zich te houden aan richtlijnen die de behandelaar geeft, ook indien dit inhoudt het nemen van door de behandelaar voorgeschreven medicatie;
4.
andere voorwaarden het gedrag van de terbeschikkinggestelde betreffende
de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de richtlijnen van de reclassering op het gebied van alcohol en drugs, ook indien dit inhoudt volledige abstinentie; de terbeschikkinggestelde dient mee te werken aan controles op de naleving van deze voorwaarde door middel van urinecontroles en/of blaastesten.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S.J.O. de Vries, voorzitter,
mr. E.W. van den Heuvel en mr. P.T. Heblij, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Weemers, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 september 2013.