In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2009 ter beschikking was gesteld na het plegen van brandstichting met levensgevaar voor anderen en gevaar voor goederen. De officier van justitie had op 6 augustus 2013 verzocht om verlenging van de TBS met één jaar, wat werd behandeld tijdens een openbare zitting op 12 september 2013. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, haar raadsman mr. J. Geuze, en deskundigen van de Reclassering Nederland gehoord, waaronder mw. N.A.C.M. van de Kerkhof en psychiater J.R. Nijdam.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde, een vrouw met een licht verstandelijke beperking en een persoonlijkheidsstoornis, zich gedurende de huidige maatregel heeft gehouden aan de voorwaarden. De deskundigen hebben aangegeven dat het recidiverisico laag is, maar dat het belangrijk is om de ontwikkelingen van de terbeschikkinggestelde te blijven volgen, vooral na haar verwachte overplaatsing naar een andere instelling. De rechtbank heeft de verlenging van de TBS met één jaar gerechtvaardigd, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dit eisten.
De rechtbank heeft ook besloten om de voorwaarden van de terbeschikkingstelling te wijzigen, waarbij de terbeschikkinggestelde onder andere verplicht is om zich beschikbaar te houden voor gesprekken met haar toezichthouder van de Reclassering en zich te houden aan de richtlijnen van de reclassering op het gebied van alcohol en drugs. De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij, om een verantwoorde en gecontroleerde overgang naar een minder gestructureerde omgeving te waarborgen.