ECLI:NL:RBOBR:2013:5245
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.N.M. Rijlaarsdam
- J.M.P. Willemse
- N.M. Spelt
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege na verlenging van TBS
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 september 2013 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een ter beschikking gestelde. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 22 maart 2013, waarbij de rechtbank de Reclassering Nederland had opgedragen een rapport op te stellen over de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging. Dit rapport, opgesteld door mw. H.M.G. Siemeling, concludeerde dat er geen bezwaar was tegen de voorwaardelijke beëindiging, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Tijdens de openbare terechtzitting op 12 september 2013 zijn verschillende deskundigen en de ter beschikking gestelde zelf gehoord. De deskundige mw. A.M. Verhaert uitte zorgen over de risico's van een voorwaardelijke beëindiging zonder proefverlof, terwijl de raadsman en de deskundige mw. H.M.G. Siemeling het advies van de Pro Justitia rapporteurs steunden. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, onder strikte voorwaarden, waaronder het onderhouden van reclasseringscontact en het meewerken aan behandeling. De rechtbank overwoog dat er geen sprake was van psychopathie en dat de ter beschikking gestelde niet in een gesloten setting verder behandeld diende te worden. De beslissing werd genomen in het belang van de ter beschikking gestelde, gezien de lange duur van de terbeschikkingstelling en de noodzaak voor een goede behandelrelatie. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging gedetailleerd uiteengezet, waaronder het verbod op contact met het slachtoffer en de verplichting tot medewerking aan reclassering en behandeling.