ECLI:NL:RBOBR:2013:5198
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde in een inrichting voor jeugdigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de plaatsing van een veroordeelde in een inrichting voor jeugdigen. De veroordeelde, geboren in 1994, was eerder op 8 september 2011 geplaatst in een inrichting voor jeugdigen naar aanleiding van een veroordeling voor poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen. De officier van justitie heeft op 6 augustus 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de PIJ-maatregel met 12 maanden, welke vordering op 10 september 2013 is behandeld tijdens een zitting achter gesloten deuren. Tijdens deze zitting zijn de veroordeelde, zijn vader, de raadsman en een getuige-deskundige gehoord.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar het verlengingsadvies van de gedragswetenschapper en de directeur van de inrichting, waaruit blijkt dat de veroordeelde een positieve ontwikkeling doormaakt. Hij heeft vaardigheden geleerd en gewerkt aan intrapsychische veranderingen, wat heeft geleid tot een afname van het recidiverisico. Desondanks zijn er recentelijk drie incidenten geweest, wat aanleiding gaf tot bezorgdheid over zijn impulsiviteit en agressiviteit. De rechtbank heeft ook de zorgen van de veroordeelde over de voortgang van zijn behandeling en de verlenging van de PIJ-maatregel in overweging genomen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de PIJ-maatregel met 1 jaar te verlengen, met de overweging dat dit in het belang is van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde en de veiligheid van anderen. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de veroordeelde de moed niet laat zakken en zich blijft inzetten voor het STP-programma. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 14h, 14i, 14j, 77s, 77t, 77u van het Wetboek van Strafrecht.