In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1984, die verblijft in een kliniek in Utrecht. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd in verband met het medeplegen van moord en was voor het laatst verlengd op 16 september 2011. De officier van justitie heeft op 25 juli 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, welke vordering op 6 september 2013 ter openbare terechtzitting is behandeld. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De deskundige drs. M. Kossen heeft in zijn advies aangegeven dat de terbeschikkinggestelde grote stappen heeft gemaakt in zijn behandeling, maar dat huisvesting een obstakel vormt voor een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en heeft de beslissing over een mogelijke voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aangehouden. Dit om de reclassering de tijd te geven om een rapport op te stellen over de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, de deskundige en de rapporteur van de reclassering opgeroepen voor een nadere zitting, waarbij de voortgang van de situatie van de terbeschikkinggestelde zal worden besproken.
De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde zich moet richten op het verkrijgen van huisvesting en dat dit van groot belang is voor zijn verdere resocialisatie. De beslissing is genomen in het kader van artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van anderen voorop staat. De rechtbank heeft de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden, maar maximaal drie maanden, in afwachting van het rapport van de reclassering.