ECLI:NL:RBOBR:2013:4993

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
9 september 2013
Publicatiedatum
6 september 2013
Zaaknummer
01/035177-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met wijziging van voorwaarden na beëindiging van dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 9 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die in 2002 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, waarbij de dwangverpleging inmiddels was beëindigd. De terbeschikkinggestelde, een 47-jarige man, heeft in het verleden zijn dochter structureel misbruikt en heeft sindsdien verschillende stappen gezet in zijn resocialisatieproces, waaronder het vinden van werk en het opbouwen van sociale contacten. De reclassering heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de nog aanwezige risico's en de noodzaak voor voortdurende begeleiding. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling te verlengen, gegrond verklaard. De rechtbank heeft ook de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling gewijzigd, zodat de terbeschikkinggestelde in een woning van een stichting kan verblijven of zelfstandige woonruimte kan realiseren, met voortzetting van de begeleiding. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/035177-01
Uitspraakdatum: 9 september 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1966],
verblijvende te [verblijfplaats].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 30 mei 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 11 juli 2012 met één jaar verlengd. De dwangverpleging is door het gerechtshof te Arnhem op 29 augustus 2011 voorwaardelijk beëindigd.
De behandeling van onderhavige verlenging is door de rechtbank op 4 juli 2013 aangehouden op verzoek van en vanwege de afwezigheid van de raadsman.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 15 mei 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 augustus 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige J.C.J. Bekkers, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. P. Saris gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van Vincent van Gogh GGZ ondertekend door dhr. A.R.P. Kogeldans (unitmanager) en dhr. J. van Esch (reclasseringswerker) d.d. 17 april 2013;
  • het omtrent de terbeschikkinggestelde opgemaakte rapport van psychiater J.L.M. Dinjens d.d. 4 april 2013;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van “met iemand beneden de leeftijd van 12 jaar handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd”, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van dhr. A.R.P. Kogeldans en dhr. J. van Esch is onder meer, kort en zakelijk weergegeven, het navolgende gesteld:
De heer [terbeschikkinggestelde] is een thans 47-jarige man die op 30 mei 2002 werd veroordeeld
tot een gevangenisstraf van 18 maanden en een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Op 29 augustus 2011 werd bij arrest besloten om de maatregel voorwaardelijk te beëindigen. De maatregel werd per 11 juli 2012 verlengd met een jaar.
Betrokkene werd per 15 september 2011 geplaatst op de Forensisch Psychiatrische afdeling (FPA) van GGZ Vincent van Gogh te Venray. Per 14 november 2011 werd hij doorgeplaatst naar de FTU op het terrein van GGZ Vincent van Gogh te Venray. De medebewoners accepteerden hem echter niet nadat zij op de hoogte waren van het door hem gepleegde delict. Per januari 2012 is uit oogpunt van veiligheid besloten om hem terug te plaatsen naar de FPA. Medio maart 2012 is gekozen voor plaatsing binnen de
Forensische RIBW op het terrein van GGZ Vincent van Gogh te Venray.
Betrokkene heeft zich binnen deze afdeling, op een terugval in alcoholgebruik na, gehouden aan de geldende regels. Hij stelde zich begeleidbaar op en heeft zich ingezet om te voldoen aan de verwachtingen. Hij verrichte korte tijd vrijwilligerswerk en kon per augustus 2012 starten binnen de sociale werkplaats van de NLW te Venray. In september 2012 is bewindvoering bekrachtigd.
Per 11 november 2012 is hij geplaatst in een woning van [stichting]. Hij deelt deze woning met een medebewoner waar hij een goed contact mee heeft. Hij wordt wekelijks bezocht door een woonbegeleider en heeft daarnaast wekelijks contact met de reclassering. Enkele weken na de plaatsing ontstond onrust in de wijk. Enkele bewoners en de directeur van de basisschool hebben de politie benaderd omdat ze hadden gehoord dat er iemand met een zedenachtergrond in de wijk was komen wonen. Hierop is het scenarioteam binnen de gemeente [verblijfplaats] actief geworden en heeft de politie enkele gesprekken gevoerd met deze burgers. De onrust is hiermee weggenomen.
De begeleiding is recent overgenomen door een andere begeleider. Betrokkene geeft aan nog niet zo veel vertrouwen te hebben in deze begeleider. Het maken van contact met deze begeleider vindt hij niet makkelijk. Het contact moet nog groeien en het is onduidelijk in hoe verre betrokkene begeleiding zou aanvaarden wanneer hij een eigen woning heeft en de begeleiding alleen op vrijwillige basis kan worden voortgezet.
Betrokkene wil graag zo spoedig mogelijk zelfstandig gaan wonen. Hij reageert op huurwoningen en kijkt erg uit naar deze te nemen stap. Het realiseren van zelfstandige woonruimte is opnieuw een stap vooruit maar kent ook nieuwe risico's. Maatschappelijke onrust zou opnieuw kunnen ontstaan.
Hij is in staat de huishoudelijke taken te verrichten en werkt daarnaast bij de NLW waar ze erg tevreden zijn over hem. In februari 2013 is hij 32 uur gaan werken in plaats van de 20 uur die hij eerder werkte. Het is nog onduidelijk of betrokkene op de langere termijn 32 uur kan blijven werken doordat hij al zeer geruime tijd last heeft van zijn schouder.
Tijdens de verlengingszitting van juni 2012 werd hij benaderd door zijn dochter. Ze heeft hem enkele vragen gesteld en gaf aan dat ze weer contact wilde met betrokkene. Nadat via Bureau Jeugdzorg bekend werd dat er geen belemmeringen waren zijn contacten gelegd via sociale media. Het initiatief hiervoor ligt nu bij dochter. Betrokkene wil graag meer contact maar het toekomstige verloop hiervan is niet duidelijk. Komend jaar wordt zijn dochter 18 jaar waarmee de begeleiding door BJZ zal vervallen. Binnen het toezicht vanuit de reclassering is er veel aandacht voor de contacten tussen betrokkene en diens dochter.
Recent is er sprake van een beginnende relatie met een vrouw van 41 jaar. Zij heeft een verslavingsverleden maar is momenteel abstinent. Ze heeft geen kinderen en woont in een begeleide woonvorm in [plaats].
Het recidiverisico wordt onder de huidige omstandigheden ingeschat als laag gemiddeld.
Hoewel de ontwikkelingen in het laatste jaar positief waren en de situatie er hoopvol uit ziet, is het bereikte evenwicht nog erg broos.
Verstoring van het huidige evenwicht kan opnieuw snel leiden tot toename van problemen en risico's. Betrokkene is onvoldoende in staat om zelfstandig problemen op te lossen en is hiervoor afhankelijk van hulpverlening. Het is dan ook van groot belang dat hulpverlening gewaarborgd blijft.
Op basis van het voorgaande concludeert de reclassering dat betrokkene, ondanks de nodige problemen en beperkingen, gemotiveerd is om zich in te zetten voor het bereiken van een zekere groei binnen zijn resocialisatieproces. Er zijn weliswaar zorgen over de mate waarin betrokkene in staat zal zijn om problemen te voorkomen maar deze kunnen met de nodige begeleiding worden aangepakt. Betrokkene stelt zich begeleid baar op en is hierdoor stuurbaar. Hij is gemotiveerd voor het uitgezette traject waarin hij de nodige begeleiding en sturing krijgt. Deze begeleiding en sturing zijn essentieel om dreigende problemen in een vroegtijdig stadium aan te kunnen pakken. Hoewel betrokkene zich hierin begeleidbaar opstelt is hij geneigd zichzelf te overschatten. Dreigende problemen herkent hij nog onvoldoende en mogelijke gevolgen realiseert hij zich hierbij in onvoldoende mate. Ook overziet hij de gevolgen van gedrag vaak niet waardoor de kans groot is dat hij bij het ontbreken van voldoende sturing opnieuw in de problemen zal komen. In de komende tijd worden een aantal belangrijke en ingrijpende veranderingen verwacht. Betrokkene is op zoek naar zelfstandige woonruimte, is recent meer uren gaan werken en wil deze verder uitbreiden, hij heeft sinds kort een relatie en wil de contacten met zijn dochter intensiveren.
Het risico op overvraging is hierbij groot, wat een negatieve invloed heeft op de kans op recidive. De begeleiding vanuit [stichting] is recent gewijzigd en het contact met zijn huidige begeleider moet nog worden opgebouwd. Toezicht en sturing zijn binnen het huidige kader gewaarborgd.
De reclassering adviseert uw rechtbank om de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel TBS met verpleging met een termijn van één jaar te verlengen.
In het komende jaar kan worden toegewerkt naar afbouw van het reclasseringstoezicht en verdere overdracht van de begeleiding naar de vrijwillige hulpverlening.
Momenteel is de volgende voorwaarde opgenomen: "De tbs-gestelde zal per 31 augustus 2011 verblijven op de FPA VvG te Venray en zal zonder voorafgaand overleg met en toestemming van de reclassering niet van verblijfplaats veranderen". We adviseren u deze voorwaarde te wijzigen in: "De tbs-gestelde verblijft in een woning van [stichting] of realiseert zelfstandige woonruimte waarbij hij de begeleiding door [stichting] voortzet".
Daarnaast adviseren we uw rechtbank om de volgende voorwaarde op te nemen:
"Betrokkene mag zich slechts buiten de Nederlandse grenzen begeven met toestemming van de reclassering". Het is in het belang van het resocialisatieproces dat betrokkene zich ook in het buitenland mag begeven maar de reclassering acht het van belang dat betrokkene dit wel vooraf overlegt met de reclassering en daar toestemming voor vraagt.
Dit is van belang omdat op die wijze bekeken en beoordeeld kan worden met welk doel betrokkene zich in het buitenland zou willen begeven, naar welk land of gebied betrokkene zou willen reizen en wat de risico's hierbij zijn.
In voornoemd advies van psychiater J.L.M. Dinjens is onder meer, kort en zakelijk weergegeven, het navolgende gesteld:
Betrokkene is een thans 45-jarige man die op 30 mei 2002 door de Arrondissementsrechtbank 's-Hertogenbosch bij vonnis werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege ontucht.
Betrokkene had in de periode december 1999 tot mei 2001 zijn dochter (geboren 1996) structureel misbruikt. Hierbij was er onder andere sprake van orale seksuele handelingen en penetratie. Betrokkene heeft pedofiele gedachten en/of gevoelens altijd ontkend en geeft aan te hebben gehandeld vanuit wraak naar zijn ex-echtgenote onder invloed van alcohol en cocaïne. De diagnostiek bij betrokkene is sinds de initiële Pro Justitia rapportages uit 2001 in grote lijnen consistent. Betrokkene is een kwetsbare, ik-zwakke man met een beperkte
(intellectuele) coping en gedragsrepertoire. In termen van de DSM-IV classificatie is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met vooral anti sociale en vermijdende kenmerken.
Betrokkene functioneert thans op zwakbegaafd niveau. Op basis van de historische gegevens
(indexdelict) is het stellen van de diagnose pedofilie, beperkt tot incest gerechtvaardigd. Het is echter moeilijk zicht te krijgen op de (seksuele) belevingswereld van betrokkene.
Het recidiverisico is geoptimaliseerd onder het huidige juridische kader.
Het behandelplafond is al langere tijd bereikt. Betrokkene accepteert de behandeling maar de internalisering ervan is beperkt. Betrokkene heeft het afgelopen jaar een aantal stappen gezet, zoals een eigen appartement (met woonbegeleiding), betaald werk, een relatie en contact met zijn dochter. Hij is voornemens volledig zelfstandig te gaan wonen, het aantal werkuren uit te breiden en de contacten met zijn netwerk te intensiveren (waaronder het contact met zijn dochter, tevens slachtoffer van het indexdelict). De kans op overvraging is daarmee aanwezig en reëel. De komende periode zal moeten blijken hoe betrokkene met deze veranderingen zal omgaan en of hij ze kan hanteren. Betrokkene kan thans nog terugvallen op de beschikbare hulpverlening en voorzieningen. Het komende jaar zou toegewerkt kunnen worden naar een zorgvuldige afwikkeling van de maatregel, indien betrokkene stabiel blijft. Een belangrijk punt van aandacht en bezorgdheid is daarbij of betrokkene vrijwillige begeleiding en/of toezicht accepteert, zeker wanneer hij volledig zelfstandig zou gaan wonen. Onderzoeker adviseert ten zeerste deze mogelijkheden te exploreren en betrokkene daarin te stimuleren. Gezien deze ontwikkelingen wordt geadviseerd tot een verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling, waarvan het bevel tot verpleging inmiddels is beëindigd, voor de duur van één jaar.
De aan betrokkene opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling, waarvan het bevel tot verpleging inmiddels voorwaardelijk is beëindigd dient te worden verlengd met één jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik woonde voorheen op hetzelfde terrein als waar ik nu woon, maar op een ander nummer. Ik woon nu samen met een medebewoner. Het contact met de RIBW-begeleider loopt beter. Ik heb sporadisch, via Facebook, contact met mijn dochter. Ik heb zelf geen contact met haar gezocht. Ik laat het aan haar over om contact met mij te zoeken. Ik vind het wel jammer dat zij dat niet regelmatig doet.
Op dit moment ben ik bevriend met iemand. Deze vriendschap kan uitgroeien tot een relatie.
Ik sta achter de begeleiding die ik krijg en ik vind het ook goed dat ik deze begeleiding behoud.
De deskundige J.C.J. Bekkers, optredend namens GGZ Recalssering Vincent van Gogh, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
U vraagt mij naar de voorgestelde wijziging van de voorwaarden.
Betrokkene heeft een uitstapje gehad naar Duitsland en dat was goed voor zijn resocialisatie. We willen echter niet dat hij op vakantie gaat naar de Filippijnen. Uitstapjes in de regio zijn prima en daarvoor willen we ook wel toestemming geven. Als hij naar familie in Duitsland zou willen gaan, dan kan hij hieromtrent afspraken maken met zijn begeleiders bij Vincent van Gogh.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard:
U vraagt mij naar de foto’s van de kleine kinderen die in mijn kamer hangen. Dat zijn foto’s van mijn dochter toen zij klein was en voorts betreffen het foto’s van mijn nichtjes.
De deskundige heeft voorts verklaard:
Ik kan me vinden in het rapport. Het gaat goed maar er zijn nog wel zorgpunten. Ik meen ook dat één van de voorwaarden inhield dat betrokkene zich, ook na beëindiging van de TBS, zal blijven laten begeleiden door [stichting].
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard:
Ik ben inderdaad bereid om me, ook na beëindiging van de TBS, te laten begeleiden door [stichting].
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de TBS met één jaar. Er is nog een aantal risicofactoren. Het gaat goed maar er is nog een broos evenwicht. Juist gelet op de veranderingen die nog gaan komen is het goed om de TBS te verlengen. Het recidiverisico wordt als laaggemiddeld dan wel matig omschreven. Er zit verbetering in, maar als de begeleiding weg valt kan het misgaan. Ook aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan, mede gelet op de aard en ernst van het indexfeit.
Ik kan me vinden in de door de reclassering voorgestelde twee wijzigingen van de voorwaarden en verzoek de rechtbank de voorwaarden aldus te wijzigen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Dat mijn cliënt nog begeleiding nodig heeft is wel duidelijk. Hij wil zich ook na afloop van de TBS laten begeleiden. Dat die begeleiding ook onder een andere paraplu kan worden ingezet moge blijken uit de rapportages. Met de deskundigen ben ik het eens dat het evenwicht te broos is om de TBS er nu af te halen. Dit zou ook niet in het belang van mijn cliënt zijn.
De feiten hebben lang geleden plaatsgevonden.
Ik ben van mening dat dit de laatste verlenging van de TBS zou moeten zijn. De in het kader van het gevaarcriterium opgeworpen bezwaren hebben zich niet geopenbaard.
Cliënt kan in een situatie terecht komen waarbij zijn evenwicht niet sterk genoeg is.
Ik refereer me ten aanzien van het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de verlenging van de TBS met één jaar alsmede voor wat betreft een eventuele beslissing om de voorwaarden behorend bij de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te wijzigen.
Gelet op het gevaarcriterium en de vereiste proportionaliteit en subsidiariteit ben ik van mening dat het over een jaar tot beëindiging van de TBS zal komen.
De rechtbank verenigt zich met de adviezen als hierboven aangehaald en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld en waarvan de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, met één (1) jaar.
Ten aanzien van de aanwijzingen als door het gerechtshof Arnhem bij beslissing van 29 augustus 2011 aan de terbeschikkinggestelde opgelegd beslist de rechtbank als volgt:
-
voorwaarde 1wordt vervangen door de volgende tekst: “de terbeschikkinggestelde verblijft in een woning van [stichting] of realiseert zelfstandige woonruimte waarbij hij de begeleiding van [stichting] voortzet”;
- toegevoegd wordt
voorwaarde 6: “de terbeschikkinggestelde mag zich slechts buiten de Nederlandse landsgrenzen begeven met toestemming van de Reclassering”.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. C.P.J. Scheele, leden,
in tegenwoordigheid van mr. C.A.M. Cox-Wentholt, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 september 2013.
Mr. Kooijmans-de Kort is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.