Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van verdachte
Motivering van de op te leggen straf en maatregel.
DE UITSPRAAK
poging tot doodslag.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 augustus 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De verdachte heeft op 12 mei 2013 te Eindhoven, tijdens een verjaardagsfeest, meermalen met een kapot geslagen bierfles op het hoofd en in de nek/hals van het slachtoffer geslagen. Dit leidde tot zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer, waaronder een diepe snijwond in de hals. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer had, aangezien hij zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat zijn handelen tot de dood van het slachtoffer zou kunnen leiden. De rechtbank verwierp het beroep op noodweerexces van de verdachte, omdat de feiten en omstandigheden niet aannemelijk maakten dat de verdachte zich in een noodweersituatie bevond. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag en legde een gevangenisstraf van drie jaar op, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer, inclusief immateriële schade.